Postpaid noemen ze dat hier. Leek mij een goed idee toen ik het afsloot. Ik vond dat je als journalist niet met prepaid kon werken. Zit je net in een gesprek dat een lekkere primeur oplevert en moet je zeggen ‘sorry, mijn beltegoed is op!’ Kan niet. Aan de andere kant, 150 gulden per maand (lees; 150 euro, ja, echt waar!), dat deed ook pijn, want ik betaalde het zelf. Ja, ik ben zo’n idioot die er niet vanuit gaat dat zijn baas het betaalt, maar die zelf vindt dat hij voor zijn vak het beste gereedschap nodig heeft. Intrinsieke motivatie heet dat.
In Nederland nam ik opnieuw een abonnement. Ik ben een beetje rebels en dus koos ik voor een aanbieder (provider) waaraan ook een ietwat rebelse uitstraling kleeft, Tele2. Binnen een kwartier stond ik weer buiten, met telefoon, nummer én aansluiting. Voor 37 euro in de maand had ik 8 mb écht 4G-internet, alsmede gratis bellen en sms’en in Nederland. Een mooie deal en het werkte perfect, overal. Een dergelijk abonnement loopt echter op zijn laatste benen. Een half jaar nadat ik mijn abonnement had afgesloten kon je al voor 20 euro onbeperkt data krijgen en natuurlijk gratis bellen en sms’en. Binnen enkele jaren hoef je helemaal niet meer te betalen voor data, let maar op. Dan betaal je alleen nog voor online diensten. In dat kader moet ik zeggen: petje af voor Curaçao met haar gratis WiFi in de stad. Daarmee is de Curaçaose regering zijn tijd ver vooruit. Nu de mobiele aanbieders nog.
Waar was ik gebleven? Oh ja, ik heb dus nog geen Curaçaos telefoonnummer. En ik mis het niet echt, weet je. Het is wel rustig eigenlijk. Een beetje als vroeger. Mijn vrouw roept me nog wel eens na ‘niet appen tijdens het bellen!’ Nou deed ik dat al zelden, want bij appen in het Curaçaose verkeer ben je eigenlijk aan het aftellen. Aftellen totdat je bij een al dan niet ernstig ongeval betrokken raakt. Onderweg appen of gebeld worden, het gaat me nu niet gebeuren. Mijn Nederlandse abonnement loopt nog een jaar door (ik had voor twee jaar afgesloten) en ik heb roaming (natuurlijk!) uitgezet. Ik kán onderweg dus eenvoudigweg ook niet gestoord worden.
Ik ben dus afhankelijk van WiFi. Dat is niet altijd fijn, want het WiFi-signaal is niet overal even sterk óf de router ter plaatse heeft het gewoon te druk met alle dataverkeer, maar tot nu toe functioneert het voor me. Gisteren was ik bij voetgbalclub CVV Willemstad. Gewéldige WiFi hebben ze daar! Ik had me net aangesloten toen ik een melding kreeg dat er vier apps een update nodig hadden. Dus ik dacht ‘laat ik het eens proberen’. En prrrrrrt, binnen 30 tellen was de eerste app klaar. Zo snel gaat het bij mij thuis lang niet!
Verder weet iedereen die me nodig heeft me te vinden. En ik andersom ook. Niet altijd stante pede, maar dat is niet erg. Hoe vaak ik geen mensen bel die niet opnemen omdat ze ergens druk mee zijn of gewoon de telefoon niet horen! Dus dat maakt niet uit. Het gaat erom dat het contact tot stand komt en dat gaat prima met WiFi. Ik heb de continue bereikbaarheid nog niet gemist, moet ik zeggen. Als ik boodschappen doe – ik ben bij ons de boodschappenman – dan komt het berichtje ‘vergeet geen sap te kopen!’ via de WiFi van de supermarkt tot me. Dus ook thuis klagen ze niet.
Of ik een Curaçaos telefoonnummer ga nemen, ik weet het nog niet. Temeer daar ik weet hoe duur het is én omdat het nu werkt met mijn Nederlandse nummer dat ik tóch moet betalen en het mooie WiFi-netwerk dat er inmiddels over (vrijwel) geheel Curaçao ligt. Ik wacht op het moment dat ik denk ‘shit, had ik nu maar een verbinding’ en dan ga ik misschien alsnog naar een van de aanbieders.
Ondertussen geniet ik van de rust onderweg én het feit dat ik me geld bespaar. Dat ik me moet ergeren aan de soms slappe internetverbinding zo links en rechts (vooral thuis), neem ik maar op de koop toe. De Tele2-koop.