Na afloop van een succesvol eerste vaarseizoen was er half oktober eindelijk tijd voor de doopplechtigheid. De Dykstra’s kozen de kade van de Nieuwe Willemshaven als locatie, recht tegenover de ambachtelijke bierbrouwerij ‘Brouwdok’. In dit post-industriële gebouw vertelt Elbrich Dykstra (15): ‘Dat mijn ouders voor de naam ‘Elbrich’ kozen was eigenlijk mijn idee. Voor de grap had ik dat gezegd, hoor. Ik vind het zelf ook een prachtig schip. Al een paar keer heb ik meegevaren. Aan het roer staan gaat me goed af. Aanleggen en zo, dat doe ik nog niet, hoor.’
Eelke Dykstra: ‘In de jaren tachtig charterden de gebroeders Bruinsma met een boltjalkje met die naam. Naar het schijnt ook vernoemd naar een dochter. Gewoon een mooie naam, vonden we.’
Ponsdoppen
Douwe van der Veen (61) was aanwezig bij de plechtigheid. ‘Mijn ouders voeren met deze klipper in de binnenvaart, onder de naam ‘Hoop op Zegen’. Gezeild heeft onze familie er niet mee, dat was al afgelopen. We weten wel dat het ooit een grote mast heeft gehad van 17 meter en achter de roef nog een bezaansmastje van zes meter – voor de Rijnvaart. Na 1980 bleef het schip in de familie, min of meer als pleziervaartuig, totdat mijn ouders waren overleden.’
In 1990 kocht de Harlinger charterschipper René Oosterman het schip van de familie Van der Veen. Hij voorzag het van twee hoge masten en een accommodatie voor 24 passagiers.
Van der Veen: ‘Ik ben sluiswachter in Kornwerderzand. Nadat het schip actief werd in de chartervaart zag ik het ouderlijke schip weer regelmatig de sluizen passeren – heel leuk! Wel vind ik dat er erg veel tuig op staat. Of zo’n klipper daar beter van zeilt vraag ik me af.’
Oosterman voer slechts enkele jaren met het schip. Hij vond het een weliswaar snelle, maar moeilijke zeiler. Pas nadat schipper Peter Prins het inmiddels in ‘Heer Leo’ omgedoopte schip in bezit kreeg veranderde dat. Prins, ook aanwezig bij de doopplechtigheid: ‘Het schip was niet goed getrimd. Het lag veel te diep achter en op de kop stak het maar twintig centimeter. Daardoor was het niet te besturen. Nadat ik twee zware klipankers en acher het voorpiekschot een lading ponsdoppen had toegevoegd zeilde het fantastisch. Jarenlang hebben de collega’s me nog Peter Ponsdop genoemd. Het is een prachtig behaald schip. Ineens stak ik iedereen voorbij. Dertien jaar heb ik ermee gecharterd. Erg leuk dat de Dykstra’s het opnieuw in de vaart brengen.’
Platbodemjacht
De betimmering van het passagiersgedeelte stamde uit 1991 en had zijn beste tijd wel gehad. Met de ‘Elbrich’ proberen de Dykstra’s in te haken op actuele trends in het toerisme. Individualisme, meer luxe voor een vergrijzende klantenkring en vooral: beleving. Eelke Dykstra: ‘Dit moet je niet zien als een oud verbouwd vrachtschip, maar als een platbodemjacht. Acht tweepersoonscabines met eigen sanitair. De wat oudere doelgroepen houden nog altijd van zeilavontuur, maar graag met meer comfort dan vroeger.’
Het concept bewees zich afgelopen zomer. Agnes Dykstra: ‘We hebben het echt heel druk gehad. De kalender was zo goed als volgeboekt. Gelukkig hadden we weinig of geen last van kinderziektes, dankzij de totale refit. Zo zie je maar: er zit altijd nog toekomst in de chartervaart.’
Over die toekomst zei Eelke Dykstra eerder dit jaar: ‘We hebben de laatste jaren weinig vloten met groei gezien. Waarom liepen de omzetten aldoor terug? De collega’s denken teveel op de korte termijn. Kijk eens wat verder vooruit. Denk eens na over de kwaliteit die je biedt. We kunnen best wat kritischer zijn op elkaar. Investeren en vernieuwen werkt.’
Info: https://elbrich.hollandsail.nl/
Dit artikel is eerder verschenen in de Harlinger Courant en in Schuttevaer.