OPINIE – Grote opluchting het afgelopen Paasweekeinde bij progressief Latijns Amerika. In het kleine Costa Rica (circa 5 miljoen inwoners) won de centrum-linkse Carlos Alvorado de verkiezingen van de evangelische gospelzanger Fabricio Alvorado (geen familie) met een dikke 60% van de stemmen. Een klinkende overwinning die hoopgevend is voor het progressieve deel van Latijns Amerika, dat vecht voor zaken als rechten van seksuele minderheden en vrije abortus. Andere winst: de vice-president is de zwarte vrouw Epsy Campbell, econome, parlementslid voor Carlos Alvorado’s Burger Actie Partij, die ze mede oprichtte, en activiste voor vrouwen en zwarten.
Dat zelfs in het gematigde en in internationaal opzicht om zijn verzoenende houding gerespecteerde Costa Rica een religieuze fundamentalist een voet aan de grond zou kunnen krijgen is een teken aan de wand. West-Europa, waar een deel van de bevolking is geobsedeerd door een vermeende groeiende invloed van de radicale islam, zou ook eens moeten kijken naar andere werelddelen, waar andere religies zorgen voor ophef. Het probleem is niet de islam, noch evangelische kerken. Het probleem is fundamentalisme dat zijn religieuze principes wil opleggen aan de rest van de bevolking.
Product van de duivel
In Latijns Amerika, waar in de koloniale tijd de katholieke kerk korte metten maakte met de religies van de oorspronkelijke indiaanse bevolking, is haar rol overgenomen door een aantal conservatieve evangelische kerken. Net zoals in de islam kun je bij de evangelische kerken niet alle stromingen en leiders over één kam scheren, gelukkig maar. Maar er is een aantal soms grote kerken dat zorgen baart, zoals de Braziliaanse Universele Kerk van het Rijkdom Gods. Haar leider bisschop Edir Macedo heeft boeken geschreven waarin hij uiteenzet hoe het geloof en de bijbel kunnen doordringen tot de hoogste regionen van de politieke macht en waarin hij uitlegt dat de godsdiensten van Afrikaanse oorspong in Brazilië product van de duivel zijn. In Brazilië is het aantal aanvallen op de tempels van deze Afro-godsdiensten toegenomen. Religieuze voorwerpen worden kort en klein geslagen, er wordt brand gesticht en de gelovigen worden aangevallen. De aanvallen worden toegeschreven aan gelovigen van evangelische kerken.
In Rio de Janeiro heeft een neef van bisschop Macedo, Marcelo Crivella, zelf ook bisschop van de Universele Kerk van het Rijkdom Gods, het tot burgemeester geschopt. Een van de meest kansrijke kandidaten om in oktober tot president van Brazilië te worden gekozen is Jair Bolsonaro, verheerlijker van de dictatuur (1964-1985) en tegen wetgeving ter versterking van de positie van zwarten en indianen. Bolsonaro, de Braziliaanse Donald Trump, geniet steun van invloedrijke evangelische leiders. Hij heeft zelfs zijn eigen ‘Grab ‘m by the pussy’: ‘Je verdient het niet om door mij verkracht te worden’. De woorden, in 2014 uitgesproken in het Huis van Afgevaardigden waar Bolsonaro gedeputeerde is, waren gericht aan een links vrouwelijk parlementslid dat het in een betoog had opgenomen voor slachtoffers van de militaire dictatuur.
In Colombia werd mede door de lobby van evangelische kerken eind 2016 het vredesakkoord van de regering met de linkse guerrillabeweging FARC in een referendum weggestemd. In het vredesakkoord waren paragrafen over gendergelijkheid opgenomen die de kerken een doorn in het oog waren. Wat volgens een aantal kerkelijke leiders op het spel stond was niets minder dan de rol van het gezin als hoeksteen van de samenleving. De afkeuring was een blamage voor president Santos, die kort daarop de Nobelprijs voor de Vrede won vanwege zijn inspanningen voor vrede met de grootste guerrillabeweging van zijn land. De kans is groot dat conservatief rechts – lees tegenstanders van het vredesproces met de FARC – in mei de presidentsverkiezingen in Colombia wint, mede door steun van evangelische kerken. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor hoe het akkoord nu wordt uitgevoerd.
Activistische pastor
Maar net zoals het geen recht doet aan de islam om de hele religie af te rekenen op zijn radicale elementen, zou het oneerlijk zijn om alle evangelische kerken te beschuldigen van onverdraagzaamheid en homohaat. Er zijn zelfs kerken die worden geleid door openlijk homoseksuelen. De meeste bemoeien zich niet met politiek omdat ze vinden dat dat niet hun taak is.
In Rio de Janeiro werd op 14 maart het enige zwarte gemeenteraadslid van de stad vermoord: Marielle Franco, markant voorvechtster van de rechten van de zwarte bevolking, in het bijzonder seksuele minderheden (zij zelf was biseksueel) en vrouwen. Een van de mensen die de daarop volgende dagen vol herdenkingen en protesten de meeste indruk maakte was de evangelische pastor Henrique Vieira. Deze activistische pastor met veel volgers op de social media predikt liefde en verdraagzaamheid ten opzichte van iedereen die er anders uitziet dan jezelf, anders denkt of een andere seksuele voorkeur heeft.
Bij een oecumenische herdenkingsbijeenkomst voor Marielle Franco in het centrum van Rio stelde Vieira dat de ‘kolonels van het evangelische christendom’, met andere woorden conservatieve hardliners waaronder burgemeester Crivella, niet bepalen wat de mensen moeten geloven. Hij ging zelfs zo ver te stellen dat deze ‘kolonels’ Jezus zouden hebben vermoord als hij nu had geleefd. Zijn toehoorders waren uitzinnig, maar er kwam ook kritiek: ook progressieve kerkleiders mogen het evangelie niet met politiek vermengen. Of je bent pastor, of je bent politicus.
Terug naar de progressieve kersverse president van Costa Rica: die heeft aan het behoud van het homohuwelijk natuurlijk niet genoeg. Hij zal ervoor moeten zorgen dat de kwakkelende economie van zijn land uit de malaise komt en dat er een eind komt aan de corruptie. Veertig procent van de Costaricanen stemde op zijn evangelische tegenstander. Dat is zeker geen slechte score en belooft wat voor de toekomst als Carlos Alvorado van zijn regeerperiode geen succes weet te maken.