Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: kinderen uit de bovenbouw van de basisschool kijken gemiddeld twee uur per dag TV, zitten één uur op internet, gamen een kwartier en zitten een half uur op Social Media. Op middelbare scholen neemt het internetten, gamen en Social Media gebruik alleen maar toe. Pubers zitten zo’n zes uur per dag achter beeldscherm. Uit datzelfde onderzoek van Iene Miene Media (2015) blijkt dat steeds meer huishoudens met jonge kinderen gemedialiseerd raken. Met andere woorden: de nieuwste digitale smart-media vinden meer en meer hun weg naar gezinnen met jonge kinderen. Ook de cijfers van het CBS liegen er niet om: in 2013 hadden bijna alle 12-18 jarigen thuis internet. Daarnaast internetten ook veel jongeren buitenshuis op een smartphone. Driekwart van hen ging onderweg online en van de 18- tot 25-jarigen deed zelfs 90 % dat. Ter vergelijking: voor 25-plussers ligt dit met 63% een stuk lager. Reden genoeg voor ouders om zich zorgen te maken. Want of je nu kleine kinderen onder de 12 hebt of tieners: dat getuur op die beeldschermpjes kan nergens goed voor zijn. Toch? Nee, zeggen medici. Jawel, zeggen andere deskundigen. Er zitten ook positieve aspecten aan nieuwe media en er is geen onderzoek dat overtuigend negatieve effecten aantoont. Tijd om de materie eens tot op de bodem uit te zoeken.
Slaapgebrek & gameboy-rug
“Dat is mijn wekker mam!” Knappe ouder die ’s avonds zijn kind zover krijgt de iPhone ergens anders te leggen dan de slaapkamer. Zeker bij een puber. Onze bloedjes zijn verknocht aan het apparaat en het weghalen van de smartphone leidt tot hoogoplopende discussies. Toch is slaapgebrek één van de aantoonbare risico’s van veelvuldig beeldschermgebruik. Het blauwe licht zorgt namelijk voor onderdrukking van de melatonineproductie (oftewel het slaaphormoon) en daardoor wordt de inslaaptijd uitgesteld. De gevolgen daarvan zijn het grootst in de puberteit. In die fase verandert namelijk het slaap-waakritme. Kinderen worden steeds later slaperig – op ongeveer dezelfde tijd als volwassenen – maar hebben wél negen uur slaap per nacht nodig. Voor het slapen gaan nog even snel een appje sturen naar vrienden of een spelletje op je telefoon spelen leidt dan ook tot chronisch slaapgebrek. En de gevolgen daarvan zijn niet te onderschatten: verminderde schoolprestaties, overgewicht, stemmingsstoornissen en risicovol gedrag.
Maar niet alleen slaapgebrek is een risico van veelvuldig beeldschermgebruik. Noor Landsmeer, kinderarts sociale pediatrie, zag in haar praktijk steeds meer kinderen binnenkomen met bleke gezichtjes. “In plaats van dat de kinderen in de zomer lekker buiten speelden en vitamine D aanmaakten zaten ze binnen op hun iPad of achter hun computer,” vertelt ze. “Ik maakte me grote zorgen.” Reden voor de arts om in 2013 een expertmeeting te organiseren met andere specialisten over de gevolgen van beeldschermgebruik. Haar conclusies beschreef ze in een artikel voor Medisch Contact. Ze zegt: “Uit recent promotieonderzoek van Virginie Verhoeven aan het Erasmus Medisch Centrum blijkt bijvoorbeeld dat de ogen van kinderen massaal achteruit gaan. In tegenstelling tot een televisie is het beeldscherm van een iPad, computer of iPhone heel dichtbij. Daardoor wordt er inspannend gekeken. Dat leidt tot oververmoeide, tranende, droge ogen en bijziendheid. De opticiens doen goede zaken tegenwoordig, want steeds meer kinderen hebben een bril nodig. Een zorgwekkende ontwikkeling als je het mij vraagt.”
Ook de houding waarin veel kinderen achter beeldscherm zitten komt tijdens de meeting uitgebreid ter sprake. Orthopedisch chirurg Piet van Loon waarschuwt dat het zitten en verkeerd zitten tijdens de groeifase van de jeugd sinds de komst van de computer, de games, de tablet en de mobieltjes de afgelopen tien, vijftien jaar sterk toeneemt. Gevolg: een ‘gameboyrug’, oftewel: een kromme rug. Ook ontstaat er door veelvuldig of verkeerd zitten een andere stand van heupen en knieën wat tot een lomp looppatroon kan leiden, moeilijk hardlopen en op termijn meer slijtage. Daarnaast zijn de spieren minder sterk wat weer een verminderde botopbouw tot gevolg heeft. Volgens de orthopeed zijn onze kinderen de zwakke ouderen van straks.
“Bewegen is zo belangrijk,” benadrukt ook Landsmeer. “Kinderen zijn de afgelopen jaren motorisch gezien enorm achteruit gegaan. Vroeger bouwden ze hutten, speelden ze buiten. Nu zitten ze met hun mobieltjes op de bank. Kinderen van hoogopgeleide ouders zitten vaak nog wel op een sport, ze hockeyen of voetballen. Maar in laagopgeleide milieus is men al blij als men zich een iPad kan veroorloven. Omdat dat vaak de enige vorm van ontspanning is wordt er uren op dat ding doorgebracht. Een bevriende tennisleraar merkte laatst ook op dat de motoriek van zijn leerlingen achteruit is gegaan. Dat zou echt anders moeten!”
Overgewicht & stralingsgevaar
Goed, tot nu toe zijn deze resultaten niet iets om vrolijk van te worden. De risico’s zijn er dus wel degelijk. Maar we zijn er nog niet. Want behalve slapeloosheid, bolle ruggen, ogen die achteruit gaan en slechte motoriek staat ook vast dat beeldschermgebruik samenhangt met overgewicht en meer kans op obesitas. TNO heeft hier verschillende onderzoek naar gedaan. En – zonder weer met allemaal cijfers te gaan smijten – de conclusie is éénduidig: een afname van beeldschermgebruik door de week hangt samen met een afname van het BMI.
Internetverslaving is ook een risico. Met name game-verslaving bij jongens en Social Media verslaving bij meisjes. Verslaving gaat vaak gepaard met angst, depressie en aandachtsproblemen of agressief gedrag. In Nederland worden jaarlijks enkele honderden mensen behandeld voor internetverslaving.
De grootste zorg zit ‘m echter in de straling. Wetenschappelijk onderzoek van de afdeling plantcelbiologie van de Universiteit van Wageningen en de gemeente Alphen aan den Rijn lijkt er op te wijzen dat bomen en gewassen ziek worden als ze aan elektromagnetische straling van draadloos internet (wifi) en mobiele telefonie worden blootgesteld. Alhoewel er nog veel onduidelijk is over de schadelijkheid van GSM straling zijn sommige gesponsorde en onafhankelijke onderzoeken het over één ding eens: meer dan 10 jaar gebruik van een mobiele of draadloze telefoon verhoogt het risico op een hersentumor significant, volgens één onderzoek zelfs met 280%. Bovendien begint het risico al bij zeer kleine hoeveelheden, per 100 uur stijgt het risico met 5%. Bij kinderen wordt een groter risico op hersenkanker gevonden dan bij volwassenen (bron: www.medischdossier.org / http://www.hetkanwel.net/2011/02/11/wetenschappers-bezorgd-over-schadelijke-effecten-wifi-straling) En dat is pas écht schrikken. Hoogste tijd om een positief tegengeluid te laten horen. Want het goede nieuws is: er zijn ook voordelen van nieuwe media én tegen al deze risico’s is wel degelijk iets te doen.
Peter Nikken is bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en hoofddocent Mediawijsheid bij hogeschool Windesheim. Daarnaast is hij als specialist Jeugd, Media en Opvoeding verbonden aan het Nederlands Jeugdinstituut. Volgens hem is het belangrijk om één en ander te nuanceren. “Moderne media zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving,” zegt hij. “Bij elk nieuw medium is er altijd veel zorg en twijfel en later blijkt het allemaal wel mee te vallen. Goed onderzoek dat overtuigend negatieve effecten aantoont is er niet veel. Natuurlijk, te veel mediagebruik kan ten koste gaan van andere activiteiten zoals lezen, slapen, bewegen en huiswerk maken. Daarbij leer je sociale vaardigheden door echt contact. Dus omgaan me anderen is belangrijk. Langdurig staren naar beeldscherm heeft mogelijk effect op ogen en houding, maar veel boeklezen in het donker heeft dat ook. Het blauwe licht van smartphones en tablets kan inderdaad slaapproblemen veroorzaken omdat het de hormoonhuishouding verstoort, maar stralingsgevaar is nog niet overtuigend aangetoond. Daarbij: kinderen bellen nauwelijks. Ze gebruiken WhatsApp of Instagram.” Nieuwe media hebben volgens de hoogleraar bovendien ook veel goeds te bieden. “Je kunt snel en makkelijke informatie zoeken, dat vervolgens delen met je vrienden en dat kan weer handig en efficiënt zijn bij het huiswerk maken. Emoties en ervaringen delen met je vrienden is online net zo leuk als in real life. Oefenen met je persoonlijkheid en emoties in een veilige virtuele omgeving: daar leer je ook van.”
Afspraken maken
Ook Patti Valkenburg, universiteitshoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam, benadrukt in haar boek Schermgaande Jeugd dat nieuwe media veel voordelen hebben. Ze laat zien dat de meeste kinderen baat hebben bij de nieuwste generatie schermmedia: hun cognitieve en sociale vaardigheden nemen toe en hun vriendschappen en zelfvertrouwen worden gestimuleerd. Ze benadrukt echter wel het belang van voorkoming van gewoontevorming. Gewoonte is immers lastig af te leren. Over één ding zijn namelijk alle deskundigen het eens: het is verstandig om afspraken te maken met je kind over beeldschermgebruik. “Opvoeden in dit internettijdperk is best lastig,” zegt Noor Landsmeer. “Je hebt er als ouder vaak geen zicht op wat kinderen allemaal op internet doen en beeldschermgebruik aan banden leggen zorgt voor verhitte discussies – zeker met oudere kinderen – en is daarbij ook moeilijk controleerbaar. Doen ze het niet thuis, dan wel bij vriendjes. Toch zijn afspraken heel belangrijk.” Dit benadrukt ook Peter Nikken. “Televisie, internet en andere media spelen een steeds grotere rol in de ontwikkeling van kinderen en jongeren,” zegt hij. “Daar kunnen we niet meer omheen. Bewust omgaan met deze nieuwe vormen van media is echter wél heel belangrijk en begeleiding door ouders is daarbij essentieel.”
Oké, maar wat kunnen we dan precies doen? De drie belangrijkste pijlers: onder de twee jaar liefst zo weinig mogelijk beeldscherm, basisschoolkinderen maximaal twee uur per dag (pubers iets langer) en een uur voor het slapen gaan beeldscherm van iPhone en iPad uit. “Zolang je helder en consequent bent, alternatieven biedt en zelf ook een goed voorbeeld geeft dan hoeft dat niet moeilijk te zijn,” zegt Peter Nikken. Voor het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelde hij samen met collega’s zogenaamde tipsheets over mediagebruik voor verschillende leeftijden. (Gratis te downloaden op www.nji.nl/nl/Mediaopvoeding-Praktijk/Toolbox-Mediaopvoeding-Media-Gewoon-opvoeden). Zo is het bijvoorbeeld volgens het NJi belangrijk om als ouder te zorgen voor een uitgebalanceerde en gevarieerde tijdsbesteding. Huiswerk maken, voldoende slapen en contacten met anderen zijn belangrijk om sociaal en emotioneel goed te kunnen functioneren. Ook lichamelijke beweging is daarbij van belang. Wat je als ouders concreet kunt doen behalve afspraken maken? Een alternatief aanbieden. Stel eens voor om samen een maaltijd te koken. Of om gezellig een potje te gaan dammen. Daarbij is het de uitdaging om een activiteit voor te stellen die de interesse van je puber heeft. Formuleer daarnaast duidelijke regels, zoals bijvoorbeeld: eerst huiswerk maken, dan gamen. Onder het eten geen telefoons. Geen iPhones en iPads voor het slapen gaan. Etcetera. En houd je daar ook aan. Consequent zijn is de key.
Erg geschrokken van het mogelijke stralingsgevaar? Bedenk: onder de 16 kunnen kinderen beter niet telefoneren met een mobieltje (kinderen hebben namelijk een dunnere schedel dan volwassenen). Vertel aan je kind dat áls het persé moet telefoneren het beter is om het gesprek zo kort mogelijk te laten duren. Maximaal 10 minuten. Liefst met een headset. Bel alleen als het echt nodig is, sms of app liever. En laat je kind zijn of haar mobieltje in een tas dragen in plaats van op het lijf. Toch in broek- of borstzak? Zorg voor een hoesje.
Kortom: is de iPad het nieuwe roken? Heeft het net zoveel verslavingsgevaar? Kunnen we er ziek van worden? Het zou zo maar kunnen. Bewust omgaan met nieuwe media is daarom van essentieel belang. Maar geldt dat niet voor alles in het leven? Er is een bekende uitdrukking: ‘alles waar té voor staat is niet goed’. Té veel werken, sporten of eten is net zo min aan te raden als té veel beeldschermgebruik. Dus relativeer. Afwisseling, bewustwording en matig gebruik: daarmee komen onze kinderen – en wij als ouders – een heel eind.
Bronnen: www.medischcontact.nl www.nji.nl http://mens-en-gezondheid.infonu.nl www.uva.nl
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Wendy