Pensioen ten koste van de armsten

Wat doet de financiële sector met ons pensioengeld? Frederieke Hegger interviewt Rens van Tilburg over Nederlandse pensioenfondsen die willens en wetens bijdragen aan stijgende voedselprijzen.

Wat doet de financiële sector met ons pensioengeld? Een gesprek met Rens van Tilburg over Nederlandse pensioenfondsen die willens en wetens bijdragen aan stijgende voedselprijzen.

Elke maand bouwen we een stukje pensioen op. Geld waarmee we straks, grijs en achter de geraniums, boodschappen kunnen doen. Althans, dat denken veel mensen. In werkelijkheid staat het geld dat opzij wordt gezet niet vast op een rekening en wordt het ook niet later uitbetaald aan onszelf. Het wordt belegd en vervolgens uitgekeerd aan de huidige generatie ouderen. Klik vooral hier voor een spoedcursus ‘Hoe werkt het Nederlandse pensioenstelsel’. Kort gezegd proberen pensioenfondsen het geldbedrag dat je opzij zet te vergroten door te beleggen of te speculeren. Deze fondsen bevinden zich onder andere op de grondstoffenmarkt, waar wordt gespeculeerd met bijvoorbeeld olie, edelmetalen en graan. Aangezien van graan broodjes worden maakt en het een belangrijke voedselbron is voor een groot deel van de wereldbevolking, wordt ook wel de term ‘voedselspeculatie’ gebruikt voor dit fenomeen.

Maar hoe gaat dat speculeren eigenlijk in zijn werk? En wat hebben de investeringen van pensioenfondsen voor effect op ons en op de Afrikaan?

Ik spreek erover met Rens van Tilburg, onderzoeker bij SOMO, een organisatie die onderzoek doet naar de maatschappelijke gevolgen van de activiteiten van multinationale ondernemingen. Daarnaast is hij lid van de Sustainable Finance Lab, het clubje onder leiding van Herman Wijffels dat zich bezighoudt met de toekomst van de financiële sector.

In de krant lees je steeds vaker dat banken en pensioenfondsen geld investeren in zaken waar klanten niets vanaf weten of niet achterstaan. Een voorbeeld daarvan is voedselspeculatie. Kan je uitleggen wat dat is?

“Boeren maken al van oudsher prijsafspraken met handelaren over hun producten, graan bijvoorbeeld. Dat doen ze op een ‘termijnmarkt’. Het gaat om graan wat er nog niet is, maar dat in de nabije toekomst verbouwd gaat worden. Op de termijnmarkt liepen vroeger ook al speculanten rond: mensen die een contract kochten van een boer en hoopten het voor een goede prijs aan bijvoorbeeld een bakker of voedingsmiddelenproducent Unilever te verkopen. Maar recentelijk wordt er zo veel gespeculeerd dat dit de markt ernstig kan verstoren.”

Wat is er dan precies veranderd?

“De Amerikaanse bank Goldman Sachs heeft in de jaren ‘90 een instrument ontwikkeld om speculatie in grondstoffen voor een groot aantal partijen mogelijk te maken. Pensioenfondsen mochten toen, wettelijk gezien, nog niet investeren in grondstoffen. Tijdens de liberaliseringsgolf onder Bill Clinton is er flink gelobbyd voor minder regels op de financiële markten. En met succes: de pensioenfondsen kregen groen licht. Er stroomde massaal geld in de grondstoffenmarkt. Waar voorheen tien tot twintig procent van de markt in handen was van speculanten, werd daarna zestig tot zeventig procent ervan door hen gedomineerd. Deze enorme in- en uitstroom van geld maakte dat de grote speculanten de voedselprijzen zijn gaan mede beïnvloeden. En daarmee ook de prijs die je betaalt voor een brood in de supermarkt.”

En hoe beïnvloedt dat de man op straat, hier en in het buitenland?

“Het beïnvloedt iedereen, maar de allerarmsten het meeste. Het probleem is dat de armste mensen op deze wereld het grootste deel van hun inkomen aan voedsel kwijt zijn. Voor ons is dat tien tot vijftien procent, maar in arme landen is dat vijftig tot zeventig procent. Arme mensen hebben, anders dan wij, geen buffer. Als wij horen van de bakker dat het brood twintig cent duurder is geworden, denken we misschien: ‘Goh, het brood is weer duurder geworden’. Maar we hoeven het er niet voor te laten staan. Als in Afrika een brood twee keer zo duur wordt, is de impact veel groter. Er blijft nauwelijks geld over voor zaken als onderwijs of gezondheidszorg. Bij de allerarmsten wordt uiteindelijk de echte pijn gevoeld. Ze kunnen bijvoorbeeld minder voedsel kopen, moeten hun kinderen van school halen of moeten gevaarlijk en mensonterend werk accepteren, zoals prostitutie.”

Maar merken wij hier in ‘het Westen’ er ook wat van?

“In principe wel. In Amerika wordt er ook veel gesproken over grondstoffenspeculatie. Maar dan gaat het niet over voedsel, die hamburgers kunnen ze immers nog wel betalen, maar over olie. De Amerikaanse samenleving is gebaseerd op rijden met de auto. Daar gaat de discussie dus over de vraag: is die prijs aan de pomp nu zo hoog door speculatie? Die vraag is lastig te beantwoorden, want de prijs van olie wordt bepaald door veel factoren. Maar dat grondstofspeculatie er invloed op heeft is zeker.”

Is speculatie überhaupt wel ergens goed voor? Kunnen we niet zonder?

“Speculatie heeft wel degelijk een functie. Het zorgt voor meer ‘liquiditeit’ op de markt: fondsen kunnen makkelijker investeren of verkopen op de beurs. Maar het is nu echt uit de hand gelopen. De boeren en de Unilevers van deze wereld, de partijen waar de termijnmarkten toch voor bedoeld zijn, zeggen zelf dat voedselspeculatie schadelijk is. Een inkoper van Unilever zei laatst : ‘Vroeger keken onze handelaren nog naar de reële zaken om de markt goed in te schatten: hoe ziet het weer eruit? Komen er goede of slechte oogsten? Tegenwoordig kijken ze naar de positie die pensioenfondsen innemen.’ Dat zegt genoeg. De echte ontwikkelingen doen er steeds minder toe. Iedereen zit alleen maar naar die financiële partijen te kijken. En buiten het feit dat het de marktwerking verstoort, is er nauwelijks geld verdiend aan voedselspeculatie door de Nederlandse pensioenfondsen. Alleen de slimme speculanten en zakenbankiers zoals Goldman Sachs en UBS zijn de grote spekkopers geweest.”

Welke pensioenfondsen in Nederland doen aan voedselspeculatie?

“Ik heb daar onderzoek naar gedaan. Pensioenfonds PGGM bijvoorbeeld, die in principe heel veel doet aan maatschappelijk verantwoord beleggen, zit er dik in. Het dikste van allemaal. En dan zou je verwachten dat de medewerkers van PGGM op zijn minst de literatuur kennen, dat ze een duidelijk verhaal hebben waarom ze, alles afwegende, toch blijven speculeren met voedsel. Maar ze verwijzen dan naar allerlei oude onderzoeken van instituten die inmiddels allang met nieuwe onderzoeken zijn gekomen, waarin staat dat er wél een effect is. Dan neem je je maatschappelijke verantwoordelijkheid niet als pensioenfonds.”

Hoe zou de termijnmarkt van de toekomst eruit moeten zien?

“De financiële markten moeten transparanter worden. Je kan nu vaak niet zien wie er speculeren en hoeveel geld ze eraan verdienen. Daarnaast moet de overheid een grens stellen aan de mate waarin banken en pensioenfondsen mogen speculeren. Maar vooral goede supervisie is belangrijk. In Amerika heb je de Commodity Futures Trading Commission, die goede en slechte speculanten van elkaar onderscheidt. In Europa heb je niet zo’n supervisor. Gewoon helemaal niet. Dat is heel raar.“

Mijn pensioengeld wordt gebruikt voor dit soort zaken. Kan ik als burger iets doen om het te veranderen?

“Pensioenfondsen zijn natuurlijk weinig democratische instituties. Maar dat wil niet zeggen dat je als deelnemer helemaal geen invloed hebt. Je kunt bijvoorbeeld een brief sturen . In het verleden heeft dat zeker geholpen, bijvoorbeeld bij beleggingen in clusterbommen. Ook zijn er een aantal pensioenfondsen in Nederland die zijn gestopt met voedselspeculatie. Deels uit angst voor slechte publiciteit, deels uit ethisch besef.“

Meer over voedselspeculatie: lees het zeer recente artikel van The Guardian over voedselrellen, het rapport Feeding the financial hype van SOMO, bekijk de documentaire De voedselspeculant van VPRO Tegenlicht en de Pensioenen Special van Zembla.

Meer Rens van Tilburg: lees zijn columns in de Volkskrant en zijn laatste SOMO rapport Het financiële overgewicht van Nederland.

Journaliste Frederieke (@FrederiekeH) interviewt experts over de crisis en de hervorming van de financiële sector.  Kijk voor de overige interviews op www.economievanmorgen.nl.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie