Ik ben nogal een principieel mens – behorend tot de laatste der Mohicanen, denk ik wel eens – en ik vind dat voetbal gewoon een spelletje is. Het mooiste spelletje ter wereld, dat wel. Ik ben een ware liefhebber. En God weet hoe vaak ik scheidsrechters heb verwenst als ik voelde dat ik onheus bejegend werd in het veld of als mijn favoriete team werd benadeeld, voor mijn gevoel. Heel erg vaak. En dus zou je zeggen: daar is je reden om vóór de VAR te zijn!
Maar nee. Scheidsrechters maken fouten. Voetballers ook. Trainers eveneens. Mensen maken fouten, ook in het dagelijks leven. Het hoort er gewoon bij. Het mooie is dat je – als het goed is – van fouten leert. Vergissingen ook. Horen eveneens bij het leven. Dan zegt men mij: maar er gaat zoveel geld om in het voetbal, dat het gewoon niet meer kán, fouten maken. Die moet je zoveel mogelijk zien te vermijden, want het kost geld. Aha. Prima. En wat dan als de spits een kans voor open doel mist? Of als de keeper een balletje laat rollen? Net zo’n grote fout als een scheids die een penalty over het hoofd ziet of een grens die buitenspel mist. Toch? Zolang voetballers fouten maken, moeten scheidsrechters ook fouten kunnen maken. Bovendien levert het discussie op. Frustratie soms. Stiekeme blijdschap. Je rechtvaardigheidsgevoel – en dat heb ik heel sterk – komt wel eens in het geding, want soms is het gewoon niet eerlijk wat er gebeurt. Klopt. Maar het leven is niet eerlijk. Ik heb ook moeite om dat te accepteren, maar het is nou eenmaal zo. Voetbal maakt deel uit van het leven. Eerlijkheid is soms ver te zoeken. Soit.
De VAR maakt ook fouten. Ondanks het feit dat hij een gebeurtenis 324 keer kan bekijken, vanuit alle hoeken en standen. Dat hebben we in een half seizoen Eredivisie ook allemaal met enige regelmaat mogen constateren. En het is logisch dat een VAR fouten maakt, hij is ook maar een mens. En nog wat: als je een overtreding in slow-motion bekijkt, lijkt het vrijwel altijd veel erger dan het is. En bovendien denk je dan dat een speler de kans heeft om – bijvoorbeeld – zijn been in te trekken. Maar in werkelijkheid gaat het zó snel, dat dat helemaal geen optie is. In slow-motion terugkijken zou sowieso verboden moeten worden.
Het kost veel geld, een arbitrale dwaling. Net als een gemiste penalty, trouwens. Ik neem aan dat we het dáárover eens kunnen zijn. Nou vind ik profvoetbal prima. Als iemand zijn geld met voetballen kan verdienen, hartstikke mooi. We hebben allemaal plezier aan de Eredivisie, La Liga, de Premier League, de Champions League en het WK. Maar… is het nodig dat een speler 30 miljoen euro per jaar verdient? Of 400.000 euro per week? Dat is de gekkigheid ten top, toch? Begrijp me goed, ik gun het die spelers, hoor. Absoluut. Maar het slaat allemaal nergens meer op. En clubs moeten heel veel geld verdienen om de spelers dat soort salarissen te kunnen betalen. Ja, logisch dat je dan baalt als je wordt uitgeschakeld in de Champions League omdat de scheids je niet de penalty geeft waar je wel degelijk recht op hebt, zoals blijkt uit 96 herhalingen van een overtreding. Maar ik vind het bullshit. Profvoetbal is doorgeslagen. Het idee van profvoetbal was dat spelers betaald gingen worden, zodat ze niet behoefden te werken, maar juist veel konden trainen, zodat ze beter zouden worden en de mensen op de tribune en voor de televisie nóg meer voetbalplezier konden bezorgen.
De grote clubs moeten allemaal in de finale fase van de Champions League terecht komen. Er zijn zelfs gestuurde lotingen om dat te waarborgen. Waarom? Ik vind het een grote denkfout. Men denkt dat het grote publiek zit te wachten op alleen maar wedstrijden tussen de grote clubs. Helemaal niet zo! Het is toch veel mooier om Bayern München te zien ploeteren tegen pak ‘m beet Lilleström? Of Barcelona dat uitgeschakeld wordt door Braga? Iedereen houdt toch van de nationale bekertoernooien omdat het zoveel verrassingen met zich meebrengt? Ik zeg: wég met die groepsfasen en gestuurde lotingen. Zoals ik bijvoorbeeld van de wielrennerij vind dat ze de oortjes in het kanaal moeten gooien. Dat is geen sport meer, dat is rekenen. En geloof me, daar zit niemand op te wachten. We willen helden in de sport, geen rekenwonders of sporters die zich voor laten rekenen.
Dus, reden één: fouten horen bij het leven en dus ook bij het voetbal. Reden twee: geld speelt inmiddels een veel te grote rol. Het gaat niet meer om de sport, het gaat om geld.
Dan reden drie: de VAR haalt het mooiste ingrediënt weg uit het voetbal: emotie. We gaan nooit meer een Marco Tardelli zien (WK 1982) die na een waarschijnlijk beslissend doelpunt uitzinnig het hele veld over rent. Beelden die iedereen kent, nu nog. Anno 2019 moet Marco Tardelli na zijn goal minutenlang wachten om te mogen juichen. Eerst moet de VAR kijken of er misschien niet iets mis was met het doelpunt. Dag emotie. Dat vind ik het ergste van allemaal. Zowel de speler als de supporter moet aan ‘uitgesteld juichen’ doen. Dat kan niet. Dat is de doodsteek voor het spelletje. Voetbal is namelijk plezier, voetbal is passie, is uitzinnigheid, boosheid, verdriet, vreugde, medelijden, pijn, waanzinnigheid, euforie, alles. Voetbal is emotie en dat wordt de nek omgedraaid door de VAR.
Bovendien: de scheids heeft afgedaan. Wie neemt zo’n man nog serieus?