Martijn Kardol (1989) veroverde in 2015 de Nederlandse theaterwereld. Hij won alle prijzen (jury- en publieksprijs) op het Groninger Studenten Cabaret Festival en idem dito in 2016 op het Leids Cabaret Festival. Hij kreeg een wekelijkse column in het radioprogramma ‘De ochtendshow van Domien’ (NPO 3FM) en op televisie verscheen hij bij ‘RTL Late Night’ met Twan Huys.
Hoe het allemaal begon. Na het behalen van zijn vwo-diploma besloot Kardol op zijn achttiende naar Londen te gaan om acteer- en zanglessen te volgen. ,,Ik was niet aangenomen op de Kleinkunstacademie en bovendien was Londen mijn favoriete stad. Het is de bakermat van de comedy, van radio en televisie. Toen mijn geld op was kwam ik terug en ging ik naar de Koningstheateracademie in Den Bosch. Die heb ik een jaar gevolgd. Ik besefte dat je cabaret niet zomaar kan leren. Je bent afhankelijk wat jij te vertellen hebt en hoe jij op het podium staat. Daar bestaat niet echt een opleiding voor.”
Om zich verder te ontwikkelen ging hij sociologie en Zweeds studeren in Amsterdam. ,,Naast mijn studies ben ik veel aan cabaret blijven doen en zo heb ik het ook geleerd. Het ging net zo vaak niet goed als wel. Ik had optredens van een schaapskooi tot in een huiskamer. Net zo lang tot ik voelde dat ik het wel kon.”
De drive om cabaretier te worden had hij al als kind. ,,Mijn broer keek heel veel cabaret. Hoewel ik er niet heel veel van begreep, vond ik het erg mooi dat als iemand op een podium een verhaal vertelde het publiek daar hard om moest lachen. Ik wilde ook graag op een podium staan.” In zijn woonplaats Barneveld waren weinig mogelijkheden. ,,Je had niks. Er was wel een toneelvereniging, maar als ik cabaret wilde zien keek ik op YouTube of ging ik in mijn eentje naar het theater in Amersfoort. Ik moest Barneveld uit om verder te komen.”
Na zijn bachelor sociologie ging Kardol werken bij BNN. ,,Ook toen naast mijn werk heb ik veel cabaret gespeeld. Voor mij was dat een soort van gemakkelijk excuus: als het niet lukte met cabaret dan is het niet erg. Ik deed het immers erbij. Het was een lange weg maar het lukte.”
In zijn debuutprogramma ‘Bang’ behandelde hij actuele thema’s met zelfspot en goede observaties. Ook in zijn nieuwe voorstelling ‘Welkom’ volgt hij die lijn. ,,Het wordt wel losser gespeeld. Er is meer ruimte voor improvisatie. De rode draad is: contact maken. De mens is erg veel met zichzelf bezig in een wereld die te groot is geworden. Bij sociologie leerde ik dat een ideale groep uit 150 mensen bestaat en dat iedereen daarin een eigen taak heeft. Maar als je kijkt naar het klimaatprobleem dat opgelost moet worden met acht miljard mensen, dan gebeurt er niets. Hoe groter de groep, hoe minder mensen zich geroepen voelen verantwoordelijkheid te nemen. Daar maak ik mij wel zorgen om. Mensen raken vervreemd en op hun eentje. Het liefst wil ik dan ook mensen met elkaar verbinden.”
De cabaretier zegt dat hij vooral grappen maakt over zichzelf en er niet op uit is om anderen af te zeiken. ,,Soms kom ik pittig uit de hoek en dat zie je dan niet aankomen. Dat vind ik wel grappig. Of ik onderwerpen vermijd of voorzichtig doe? Nee, niet echt. Het is ook zo’n ding tegenwoordig; dat je haast alles moet verantwoorden en uitleggen. Wanneer je een kaartje koopt voor een voorstelling en er staat op dat het cabaret is, dan weet je toch dat wij grappen maken die niet al te serieus bedoeld zijn? Het moet wel een beetje prikken; dat is onze taak.”
‘Welkom’ (try-out) door Martijn Kardol. Regie: Wimie Wilhelm. Foto: Pim Hendriksen www.martijnkardol.nl
Artikel eerder gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander