Iedere keer weer verheug ik mij enorm als ik vroeg in de ochtend vanuit Oss naar Groningen mag rijden, om welke reden dan ook. Yes! Groningen, mijn stad. Er gaat niets boven Groningen! Bijna net zo blij als een klein kind dat te horen krijgt dat het gezin naar de Efteling gaat. De wetenschap dat ik een dag of weekendje naar Groningen ga, geeft mij nog steeds een beetje het gevoel dat ik weer naar huis ga. Eenmaal via de A28 bij Haren aangekomen, is Groningen nog slechts een paar kilometer verwijderd en het gevoel van ‘ik ga naar huis’ is dan ook verdwenen.
Het eerst jaar na de verhuizing was dat gevoel er nog steeds. Ik reed dan blij de stad Groningen binnen en ging als eerste langs mijn oude huis in de wijk Beijum. Er woont nu iemand anders, maar voor mijn gevoel was het nog steeds mijn huis, mijn stad, mijn vrienden, mijn kennissen. Mijn leven.
Maar als ik nu langs mijn oude huis rijd, is het gewoon een willekeurig huis in een buitenwijk van Groningen.
Ik slenterde een paar weken geleden ’s avonds over de Grote Markt in Groningen. Ik zag studenten en ouders met kinderen op de verlichte ijsbaan, de gezellige kerstverlichting, het mooi verlichte Stadhuis. Overal gezellige verlichte cafeetjes en terrasjes met mensen die gezellig met hun vrienden wat drinken en bijkletsen. Wat mis ik dat verschrikkelijk, socializen, zoals ik dat vroeger in Groningen deed.
Als ik dan mijn vrienden heb bezocht en bij het graf van mijn wijlen vrouw ben geweest, dan rijd ik ’s avonds weer naar Oss, maar niet met het gevoel van ‘ik ga weer naar huis’. Dat gevoel krijg ik ook niet als ik via de A50 bij Ravenstein de borden zie langs de weg waarop Oss staat aangegeven. Het doet me niets.
Ik woon nu iets meer dan een jaar in Oss en kan nog steeds niet aarden. Ik houd in mijn achterhoofd de verhuizing van Groningen naar Hoogezand. Na twee jaar was ik eindelijk gewend en na acht jaar ben ik weer terug in Groningen gaan wonen. Vooralsnog voelt het nu als een onomkeerbaar proces. Ik heb ervoor gekozen om bij mijn vriendin in Oss te gaan wonen en mijn schepen achter me te verbranden.
Oude bomen moet je niet verplanten
Maar intussen ben ik meer dan 50 jaar. Oude bomen moet je niet verplanten is een uitdrukking waar ik vroeger altijd een beetje om moest lachen, maar het is werkelijk zo. Als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt en je besluit alles achter je te laten om opnieuw te beginnen aan de andere kant van het land, sta dan ook even stil bij de keerzijde van de medaille. Je vrienden zie je nauwelijks nog, alleen af en toe via videochat. Een sociaal leven? Nee, daar is op dit moment nog geen sprake van. Als je boven de 50 bent maak je niet meer zo gemakkelijk vrienden zoals je dat vroeger deed. Ik werk, ik geef les en ik sport in Oss. Dat is het.
Het zal mij benieuwen of ik nu als 51 jarige, die 31 jaar in de stad Groningen heeft gewoond, ook na twee jaar kan aarden in Oss en me er echt thuis zal voelen. Al met al is de verhuizing naar Oss een vooral erg eenzaam experiment geworden.
Dit artikel verscheen eerder met fotoreportage op het blog van de auteur.