De Amsterdamse pinkstervoorganger en docent en Theoloog des Vaderlands dr. Samuel Lee groeide op in een land in het Midden-Oosten; specifieker wil hij het niet maken. Hij kreeg het christelijk geloof, seculier opgevoed als hij werd, niet van huis uit mee. Wat Lee betreft moeten migranten en Nederlanders met elkaar in gesprek over het koloniale verleden, zei hij twee jaar geleden in onderstaand interview, dat vandaag ook nog actueel is.
Wat is uw eerste herinnering aan Nederland?
Hij wijst uit het raam. “Daar, in die Bijlmerflat, kwamen wij te wonen. Dat vond ik bijzonder, ik had nog nooit in een flat gewoond. Verder moest ik wennen aan het uiterlijk van Nederlanders: blond haar, blauwe ogen, lang. Opvallend was dat ik er altijd – ook voordat ik in Nederland woonde – intuïtief van uit was gegaan dat deze witte mensen superieur aan mij waren. Ik voelde me onzeker en minder dan zij. In het Midden-Oosten werd ik door docenten vaak geslagen of in de oren geknepen. Nederlandse leraren waren daarentegen erg vriendelijk. Ze namen mij als leerling serieus. Ik sprak tegenover leeftijdsgenoten met waardering over onze leraren. Zij begrepen daar niets van; ze zagen – als pubers – juist op docenten neer.”
In uw boek over een bijbelse visie op migratie schrijft u dat God vereist dat migranten eerlijk zijn en hun gastland respecteren. Wat bedoelt u daarmee?
“Als je in een ander land woont, moet je uiteraard de taal leren en de gewoontes kennen. De overheid vindt dat ook en het wordt migranten opgelegd in integratieprogramma’s. Belangrijker is dat het uit je eigen hart komt! De pinkstergemeente waarvan ik pastor ben, bestaat grotendeels uit migranten uit Ghana, Nigeria, Suriname en de Filipijnen. In onze kerk wordt iedere zondag wel gebeden voor een gemeentelid dat geen status heeft of voor iemand die een gesprek heeft met de IND. Tegen mijn gemeenteleden zeg ik: leer Nederlands en leer de cultuur! Niet omdat het moet, maar je hebt er zelf ook baat bij. Ik spreek zelf acht talen, zodat ik me altijd kan redden in een ander land.”
Een talenknobbel is niet iedereen gegeven.
“Zeker, maar als je ergens woont, kun je wel contact leggen met anderen. Probeer je gastland te leren kennen. Dat neemt niet weg dat Nederland ook duistere kanten heeft, zoals het slavernijverleden en het koloniale verleden. Veel West-Afrikanen worstelen met vragen: waarom deden de witte mensen dat met ons? Veel Nederlanders zeggen: wat kan ik eraan doen wat mijn voorouders gedaan hebben? Punt. De migrant kan dan zeggen: voor jou is het verleden tijd, maar bij mij doet het pijn. De ander kan dan reageren: ik probeer jouw pijn te begrijpen. Zo’n dialoog ontbreekt nu nog. Het is belangrijk dat er verzoeningsgesprekken plaatsvinden, vergelijkbaar met de ontmoetingen die de Waarheids- en verzoeningscommissie in Zuid-Afrika organiseerde na de Apartheid. Niet alleen de professor, maar ook de glazenwasser en de schoonmaker moeten aan dat gesprek deelnemen.”
Een Afrikaanse studente vertelde mij pas huilend dat nette, witte heren in de metro hadden gezegd dat studieboeken lezen niets is voor zwarte mensen. “Je doet zeker blanken na”
Waar moet het gesprek over gaan, behalve dan dat er ruimte moet zijn voor elkaars gevoelens?
“De historische context is belangrijk. Westerse landen hebben systematisch meegewerkt met slavernij en kolonialisme. Ze hadden een economische voorsprong ten opzichte van de rest van de wereld, waardoor ze andere landen konden koloniseren. Europa trok Afrikaanse landen voor zijn eigen voordeel leeg. Het is een van de oorzaken van de huidige misère in Afrika. Tegenwoordig zijn het niet landen, maar multinationals als Shell die deze landen uitbuiten. Ik spreek regelmatig Ghanezen en Nigerianen die daardoor hun vissersbestaan moesten opgeven, hun leven werd verpest. Ze kwamen naar Nederland om asiel aan te vragen, maar hier hoorden ze dat alle Nigerianen drugsdealers zijn of dat ze van onze welvaart willen profiteren. Maar vergeet niet: wij, Nederlanders, hebben ook van hún welvaart geplukt. We voelen ons bedreigd door de buitenlanders die onze cultuur bedreigen. Maar dat hebben we zelf ook gedaan! Het koloniale verleden werkt nog steeds door. Een Afrikaanse studente vertelde mij pas huilend dat nette, witte heren in de metro hadden gezegd dat studieboeken lezen niets is voor zwarte mensen. ‘Je doet zeker blanken na’, zeiden ze. Zwarte mensen vertellen me overigens regelmatig dat ze in het openbaar vervoer merken dat witte mensen niet naast hen willen zitten.”
Welke houding zouden christenen moeten hebben?
“Christenen moeten bruggenbouwers zijn. Het probleem is dat gelovigen onderling verdeeld zijn. Afrikaanse christenen zeggen: laat maar zitten, het komt toch niet meer goed. En westersen zeggen: hoezo moeten we het over het koloniale verleden hebben, dat is toch verleden tijd? Maar Jezus zegt: gezegend zijn de vredestichters. Door met elkaar in gesprek te gaan, breng je vrede. Migrantenchristenen en Nederlandse christenen mengen zich te weinig. Ik geloof er niet in om samen in één kerk te zitten. Migrantenchristenen hebben in de kerkdiensten toch een heel andere cultuur dan Nederlandse christenen. Christelijke eenheid zit niet in het gebouw, maar in je hart, je handelen en in je karakter.”
De theoloog prof. dr.Dorottya Nagy pleit ervoor geen onderscheid te maken tussen migrantenchristenen en westerse christenen. Wat vindt u daarvan?
“Dat is zeker een mooi ideaal, maar de realiteit is dat het onderscheid er gewoon is. Laten we de onderlinge eenheid niet romantiseren. De Nederlandse kerken en de migrantenkerken komen uit hun eigen tradities. Die werkelijkheid is er helaas. Ik verwacht dat Nagy in de toekomst gelijk krijgt. We zitten momenteel in een overgangsfase. Twintig jaar geleden zouden u en ik dit gesprek niet gehad hebben. Over een jaar of vijftien zullen migrantenchristenen en Nederlandse christenen elkaar ongetwijfeld vaker ontmoeten. Over dertig jaar hebben we het niet meer over het verschil tussen migrantenkerken en Nederlandse kerken, maar over de christenheid in Nederland. Die verschillen zullen versmelten. We hebben het nu immers ook niet meer over hugenotenchristenen en Nederlandse christenen. Bovendien zal de migrant van nú over dertig jaar over nieuwe vluchtelingen zeggen: wat moeten al die nieuwkomers hier?”
Nederlands kunnen pijn en heimwee ervaren. Afrikaanse mensen ervaren diezelfde pijn. Hun landen zijn tijdens de kolonisatie óók beroofd van hun eigen identiteit en cultuur door de komst van buitenlanders. Je hebt dus allebei pijn!
De kerk zal veranderen, zegt Lee, maar samenlevingen veranderen ook. Mensen die vrezen voor de teloorgang van de ‘joods-christelijke cultuur’ moeten zich achter hun oren krabben, vindt hij. “Europa heeft geen joods-christelijke cultuur gehad, hoogstens een christelijk-katholieke of christelijk-protestantse. Joden werden juist eeuwen vervolgd in naam van het christendom. Misschien spreken we in de toekomst wel over de abrahamitische cultuur in Europa. Abraham is immers de vader van verschillende religies. Culturen veranderen door oorlogen, machthebbers, veroveraars, economische factoren, technologie, enzovoorts. Er zitten ook Amerikaanse invloeden in onze samenleving, kijk maar naar Pepsi en McDonald’s. Bedreigen zij onze cultuur? In Afrikaanse landen spreken mensen vaak Frans of Engels. Dat zijn niet hun oorspronkelijke talen, maar hun samenleving en cultuur zijn veranderd door de komst van westerse kolonisten.”
Hebt u er dan geen begrip voor dat mensen die hun stad zien veranderen heimwee kunnen hebben naar het Nederland zoals ze het vanouds kenden?
“Zeker. Mensen kunnen pijn en heimwee ervaren. Afrikaanse mensen ervaren diezelfde pijn. Hun landen zijn tijdens de kolonisatie óók beroofd van hun eigen identiteit en cultuur door de komst van buitenlanders. Je hebt dus allebei pijn! Ik ben het eens met professor Nagy dat je migratie in een brede context moet zetten. De context voor veel migranten in Nederland is: het niet bespreekbaar kunnen maken van het gedeelde verleden en de pijn die dat veroorzaakt. En de context voor de bezorgde Nederlander is: het niet begrepen worden dat hij zich zorgen maakt over bijvoorbeeld radicalisering. Als hij die zorg uit, is hij bang om voor racist te worden uitgemaakt. Ook de context van het veranderende klimaat en multinationals die schade toebrengen aan het milieu speelt een rol. Het zorgt voor politieke onrust in Afrikaanse landen en voor klimaatvluchtelingen. Zij brengen hun eigen geloof en cultuur mee naar Nederland. Maar dat hebben wij, Nederlanders, destijds ook gedaan in bijvoorbeeld Indonesië. Een islamitisch land werd door een christelijke natie gekoloniseerd.”
Is dat de notie van macht die in het migratiedebat speelt?
“Jazeker. Als kind dacht ik dus: blauwe ogen weten het beter; ik moet naar hen luisteren. Verder zie ik dat gevestigde kerken migrantenkerken willen helpen vanuit een messiasgevoel en daardoor domineren ze vaak onbewust. Hun manier van kerk-zijn is maatgevend. De reactie van migrantenchristenen is dat ze zich terugtrekken. Aziaten en Afrikaners komen immers uit een cultuur van bescheidenheid en beleefdheid. Direct zijn is onbeleefd. Ik pas me aan de Nederlanders aan en ben dus ook direct. Als ik gevestigde kerkleiders vertel hoe hun gedrag onbedoeld overkomt, bieden ze vaak excuses aan. Ik ben Afrikaan onder de Afrikaners en Nederlander onder de Nederlanders. Dat leer ik van Paulus, die Jood met de Joden is. Ik wil de ander begrijpen en mezelf in hem verplaatsen. Ik denk dat de wereld daar beter van wordt.”
U hebt eens gezegd: ‘Als je elkaar leert kennen, verdwijnt de verharding.’
“Zendeling Anne van der Bijl vertelde eens dat hij niet bang is om in gevaarlijke landen te werken. ‘Als je iemand stevig omhelst, kan hij zijn pistool niet pakken.’ Dat is liefde! Ik geloof in de open-arm-theologie.” Lee spreidt zijn armen uit. “Open armen verwijzen naar het kruis van Jezus. Iedereen is welkom. En met je armen kun je omhelzen, of het nu moslims, atheïsten of christenen zijn. Ieder is welkom, maar er is wel een grens: jouw komst moet de ander geen pijn doen. Ik geloof in niet-voorgeprogrammeerde liefde; zonder eigenbelang dus. Vroeger had ik aan alles en iedereen een hekel: aan de islam, aan Arabieren, aan religie in z’n algemeenheid. Ik leek wel Donald Trump: anti dit, anti dat. Ik was fanatiek rechts. Maar het evangelie van Jezus gaat juist over de liefde. God heeft de wereld liefgehad. Niet alleen christenen; de wéreld: de moslim, de boeddhist, de atheïst. Als God hen liefheeft, waarom ik dan niet? Nu heb ik geen moeite meer met mijn islamitische vrienden, omdat ik weet wat ik zelf geloof. Het grootste probleem is als je je eigen identiteit niet weet. Mijn identiteit ligt in de liefde van God in Christus. En dan kan ik met iedereen bevriend zijn – zonder geheime agenda om de ander te willen bekeren.”
Europa trok Afrikaanse landen voor zijn eigen voordeel leeg. Het is een van de oorzaken van de huidige misère in Afrika. Tegenwoordig zijn het niet landen, maar multinationals als Shell die deze landen uitbuiten.
Lee is voorzichtig om bijbelteksten te gebruiken in het migratiedebat. Voor je het weet, waarschuwt hij, kun je de Bijbel laten buikspreken voor je eigen standpunten. “Als je van mening bent dat migranten welkom zijn in Nederland, vind je genoeg bijbelteksten die dat standpunt onderschrijven. De Bijbel staat immers vol met oproepen om de vluchteling en de vreemde op te vangen. Maar als je van mening bent dat migranten niet welkom zijn, gebruik je bijbelteksten die benadrukken dat je de overheid gehoorzaam moet zijn als asielzoekers worden uitgezet.”
Valt er uit de Bijbel dan helemaal niets op te maken over hoe we moeten omgaan met migranten?
“Ik zie heel veel migranten in de Bijbel: het hele Joodse volk migreerde, Jozef, Jezus, enzovoorts. Er zijn dus veel redenen om te zeggen: een migrant is hier welkom. Maar ik relativeer dus inderdaad mijn eigen standpunt. Ik ben niet naïef. Er zijn ook migranten die hier als zogenaamde vluchteling komen, maar aanslagplannen hebben. Dat laat ik aan de AIVD over. Er is overigens een verschil tussen legaal en legitiem. Legaal klopt het als mensen uitgezet worden. Maar is het legitiem om bijvoorbeeld kinderen terug te sturen? Dat gaat over moraal. Mijn vorige kantoor werd ’s avonds maandenlang omgebouwd tot slaapkamer voor ongedocumenteerde mensen. Niemand wist dat zij daar verbleven.”
Is dat niet illegaal?
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest je je Joodse buurman verraden aan de overheid. Sommigen deden het, anderen niet. Dietrich Bonhoeffer verzette zich tegen de macht van de overheid. Ik vind dat burgerlijke ongehoorzaamheid in een bepaalde context mag. Daar zijn rechtse christenen het niet mee eens. Wat ik aan hen niet begrijp, is dat ze wél tegen abortus zijn, maar dat ze mensen die al geboren zijn weg willen hebben.”
Dit was een interview van journalist Sjoerd Wielenga. Lees ook zijn verhaal ‘Het slavernijverleden is te lang met blauwe ogen bekeken’ waarin twee predikanten met elkaar in gesprek gaan: een nazaat van slaafgemaakten en een nazaat van vertegenwoordigers van de Nederlandse kerken die een bedenkelijke rol hadden. ‘Zij hebben misschien wel kerkdiensten met avondmaal gehouden op het dek terwijl een paar planken onder hen de meest verschrikkelijke dingen gebeurden.’
Dit interview verscheen eerder in de in 2018 verschenen bundel ‘Van migrant tot naaste’