Werd Rietje (80) vermoord door haar zoon om de miljoenenerfenis op te kunnen strijken, of zit hij onschuldig vast?

In juni 2016 werd Rietje Esselaar (80) dood gevonden in haar huis aan het Kastanjeplein in Amsterdam Oost. Susanne Willms (58) en haar man Hans (57) werden in 2018 veroordeeld tot tien jaar celstraf. Zij zouden Rietje, de moeder van Hans, hebben vergiftigd. Hans en Susanne zouden een aantal dure Amsterdamse panden hebben willen inpikken, die de moeder had geërfd na de dood van haar man. In hoger beroep werd Susanne echter vrijgesproken: Er zou onvoldoende bewijs zijn dat zij een bijdrage heeft geleverd aan de moord. Wel achtte het hof bewezen dat Hans schuldig zou zijn aan de moord op zijn moeder. Zijn celstraf werd daarom zelfs verhoogd tot 15 jaar en negen maanden.

Zowel Susanne en Hans hebben steeds alle betrokkenheid ontkend, maar dat gelooft de rechtbank niet. De rechtbank kwam onder meer tot het oordeel aan de hand van een door de politie afgeluisterd gesprek in de auto. Daarin bespraken Hans en Susanne de zaak gedetailleerd. ‘Zolang wij niet bekennen weten ze niet wie het gedaan heeft en kunnen we niet worden veroordeeld’, zei Hans tijdens dat gesprek. Volgens Susanne zijn het woorden die volledig uit hun context zijn gehaald:

‘Wanneer je dat tapgesprek het voor het eerst hoort, denk je: ‘Wow. Geen twijfel mogelijk. Zij moeten het hebben gedaan.’ Maar de waarheid is dat er maar een derde is weergegeven van het hele gesprek. De rest ervan is gewoon weggelaten. We hadden op dat moment net gehoord dat we verdachten waren in de zaak, en daar waren we natuurlijk enorm van geschrokken. We zijn toen we dat hoorden direct naar onze advocaat gegaan, en die zei: ’Ze moeten keiharde bewijzen hebben.’ Naar aanleiding daarvan hebben we dat gesprek in de auto gevoerd, waarbij Hans dus zei: ‘Als wij niet bekennen dan hebben ze geen enkel bewijs.’ Hans probeerde me alleen maar gerust te stellen. En juist op dat zinnetje hebben ze ons gepakt. Maar als ik schuldig zou zijn, waarom ben ik dan nu vrij?  We hebben geen enkele  uitleg van het OM waarom ik vrijgesproken ben. Het OM brengt wel alles naar buiten als je verdachte bent, maar of die verhalen kloppen of niet, lijkt niets uit te maken. En dan, als het anders loopt dan het OM heeft verwacht, hoor je niets meer. Ons hele hoger beroep is hup, onder tafel geveegd. 

Wij waren jarenlang een normaal Amsterdams gezin, al hadden we wel een bijzondere positie in de wijk. In 2000 overleed mijn schoonvader, Edward. Hij had fortuin gemaakt in het vastgoed. De familie had in de Oosterparkbuurt in Amsterdam, waar we allemaal woonden, een groot aantal panden in bezit. Sinds de dood van mijn schoonvader stonden die allemaal op naam van mijn schoonmoeder, Rietje. Zij stond bekend als de Hertogin van het Kastanjeplein, maar mijn man Hans fungeerde gezien de leeftijd van mijn schoonmoeder als centraal aanspreekpunt voor de bewoners en ondernemers uit de buurt. 

Helaas was de verhouding tussen Hans en zijn twee broers niet goed. Er was veel onderling wantrouwen en jaloezie. Waar dit precies vandaan is gekomen,weet ik niet. Ik denk dat de oorzaak ergens in hun jeugd ligt, maar ik heb nooit precies de reden begrepen. 

Wat ik wel weet, is dat de slechte verhouding tussen de drie broers uiteindelijk geleid tot het drama dat zich nu afspeelt. Mijn man en ik zijn er ook erg verdrietig over, dat tot op heden weinig belangstelling lijkt te zijn voor deze wel zeer bijzondere achtergrond. Het is een familiedrama dat al decennia lang speelt en dat op deze manier tot een ultieme uitbarsting is gekomen. De dood van mijn schoonmoeder is op een verschrikkelijke manier de aanleiding voor de uiteindelijke escalatie geworden. De twee broers beweren nu dat wij hun moeder isoleerden, maar zij wilde zelf jarenlang geen contact met hen. Ze had ze zelfs onterfd wegens een aantal gebeurtenissen in het verleden, en zij deden zelf ook geen pogingen om het contact met hun moeder te herstellen.  Het enige wat ze wel deden was een civiele procedure aangespannen om te laten vaststellen dat Rietje wilsonbekwaam was toen ze haar testament aanpaste. Ze zou aan dementie lijden, maar ze was helemaal niet dement! Een beetje vergeetachtig soms, dat wel. Maar welke bejaarde is dat niet? Ik hoop heel erg dat er een moment komt waarop de drie broers weer op basis van redelijkheid en eerlijkheid met elkaar kunnen spreken. En natuurlijk hoop ik dat de dood van mijn schoonmoeder wordt gezien voor wat die werkelijk is: een natuurlijke dood, van een oudere dame met ernstige hartklachten die bezweken is aan haar aandoeningen.

Gedurende de zestien jaar na de dood van mijn schoonvader, waren mijn man en ik mantelzorger van mijn schoonmoeder. Ze woonde schuin tegenover ons en was vaak bij ons gezin. Zo at ze drie of vier keer per week bij ons en ging ze ook samen met ons gezin op vakantie. Als wij uitstapjes maakten, ging oma altijd mee. Naar het theater, de bioscoop, met de boot weg of naar mijn ouders in Duitsland. 

Ik wil niet verbloemen dat de laatste jaren als mantelzorger voor mijn man en mij zwaar zijn geweest. De zorg voor oma kwam volledig op ons neer. Dat vonden we ook niet erg, maar ze werd zoals ik al aangaf zo rond 2015 een beetje vergeetachtig. Soms liep ze uit winkels weg zonder te betalen, maar omdat iedereen ons kende werd mijn man dan gewoon gebeld. Die ging dan zijn moeders boodschapjes betalen en dan lachten ze erom. Tegelijkertijd maakten we ons ook zorgen. We waren bang dat ze misschien ‘s nachts over straat zou gaan dwalen. Dat risico wilden wij niet nemen. Opname in een verpleeghuis was geen optie, omdat mijn schoonmoeder zich daar hevig tegen verzette. Ze had na de dood van mijn schoonvader al eerder in een verzorgingstehuis gezeten waar wij haar hadden weggehaald omdat ze daar verwaarloosd werd.  Ze heeft toen een maand of vier bij ons gewoond, en wij hebben ondertussen haar huis verbouwd zodat ze beneden kon slapen. Uiteindelijk besloten we een hulp voor haar aan te nemen. Iemand die een oogje op haar kon houden wanneer wij dat niet konden, die met haar mee ging wandelen en haar hielp zichzelf en haar huisje schoon te houden. 

Ondanks dat het soms best pittig was, hebben wij haar al die tijd met liefde verzorgd. Dit maakt de gehele juridische procedure extra schrijnend, zeker voor mijn man en onze kinderen. Het is in de wijk algemeen bekend dat Hans en zijn moeder bijzonder hecht waren, ik kan echt wel stellen dat Hans haar lievelingszoon was. Ze hebben ook jarenlang samengewerkt in de winkel hier om de hoek. Dat ging altijd in grote harmonie. Hans hield ontzettend veel van zijn moeder en ook onze kinderen waren dol op hun oma. 

Mijn eigen band met Rietje is langzaam gegroeid. Ik kom oorspronkelijk uit Duitsland en ben voor Hans naar Nederland verhuisd. Toen ik in Nederland kwam moesten we aan elkaar wennen, maar in de loop van de jaren heeft onze relatie een vriendschappelijk karakter gekregen. Ik had een eigen zaak als schoonheidsspecialiste en nagelstyliste en Rietje was 27 jaar lang klant bij mij. Tot op het laatst heb ik haar handen, voeten en gezicht verzorgt. De gesprekken die we dan voerden, zorgden ervoor dat we steeds closer werden. De beschuldigingen zijn in mijn hoofd dan ook echt bizar. Het ene moment zat ik haar nageltjes te vijlen, en diezelfde avond nog zou ik haar hebben vergiftigd?

In maart 2016 is mijn schoonmoeder in de douche gevallen, waarbij ze een breuk in haar heupen opliep. Vanaf dat moment ging ze erg snel achteruit. Ze wilde niet meer eten, niet meer drinken…eigenlijk wilde ze ook niet meer leven. Dat heeft ze regelmatig letterlijk gezegd. Niet alleen tegen ons, maar ook tegen een buurvrouw en de jongen die haar hielp in de huishouding. Ze wilde naar haar man en haar overleden zoon, een broer van mijn man die jong is gestorven aan een auto immuun ziekte, en die ik nooit heb gekend. Ik wist vaak niet zo goed wat ik ermee aan moest als ze dat soort dingen zei, en reageerde dan met: ‘Onze lieve heer heeft je het leven gegeven en hij zal je halen wanneer het tijd is.’ 

In mei ging Rietje nog met mijn schoonzus een week naar Lunteren, naar een bijeenkomst van het leger des Heils waar ze altijd had geholpen. Volgens het OM hadden wij haar daar expres naartoe gestuurd omdat we geen geld voor een vakantie aan haar wilden uitgeven, maar dat is niet waar. Ze wilde zelf dolgraag nog een keer naar die bijeenkomst en we hebben zelfs nog voor drieduizend euro aan extra hulp voor haar ingehuurd die met haar mee zou gaan. Die hulp kwam echter pas op de derde dag opdagen en zei later tijdens de rechtszaak dat haar haren vervilt waren, dat haar oren en ogen vies waren en dat ze stonk, waar wij van het OM de schuld van kregen. Bizar, want ze was brandschoon van huis weggegaan, maar doordat de hulp pas op de derde dag kwam, had ze zich niet kunnen verzorgen. 

Vlak voor Rietjes dood zijn wij nog met haar in het OLVG geweest omdat ze necrotische hielen had. De behandelend arts zei toen nog dat hij haar niet kon opereren omdat zij dat niet zou overleven. In het ziekenhuis kreeg ze pijnstillers voorgeschreven: oxycodon. dit staat ook in haar medisch dossier. De medicatie waarmee wij haar zouden hebben vermoord. Er zijn hier acht apotheken, en de politie heeft navraag bij twee daarvan, waar de apotheek waar mijn schoonmoeder gebruik van maakte niet eens bij ingegrepen was. Op basis daarvan hebben zij gezegd dat ze de medicatie niet in huis kon hebben en dat wij die haar moeten hebben toegediend. Ze hebben dus zelfs niet eens bij haar eigen apotheek gevraagd of zij haar recept heeft opgehaald! Maar ook dat lijkt niet uit te maken. Als een officier van justitie overtuigd is van zijn verhaal kun je praten als Brugman, maar wordt het gewoon niet in het dossier meegenomen. 

De middag voor haar dood zat Rietje als een muisje in elkaar gedoken in haar stoel bij ons. Ze was in de dagen ervoor een aantal keren uit haar bed gevallen en we waren bezig om een ombouw te maken.  De volgende ochtend ging ik bij haar langs om te checken hoe het ging. Volgens haar hulp lag te slapen, maar dat was niet zo. Toen we haar aantroffen, lag ze overleden in haar bed. Ze was er de laatste twee weken zo slecht aan toe dat het geen hele erge shock was, maar toch ben je op zo’n moment wel in paniek. Ik ben direct Hans gaan halen en om vijf voor half zeven heb ik 112 gebeld, omdat er iemand moest komen om de dood te constateren. Later werd me ook verweten dat ik niet direct 112 had gebeld, maar ik dacht: 112 is voor spoed, en  het was overduidelijk dat Rietje al was overleden.  Nog geen vijf minuten na mijn telefoontje heeft de politie in de buurt de melding gekregen dat er iemand in verdachte omstandigheden overleden was. We waren in the picture, ik denk door mijn zwagers. Mijn jongste zwager woonde naast mijn schoonmoeder en toen hij zag dat er reuring was, heeft hij direct AT5 gebeld. 

Mijn schoonmoeder is in juni 2016 overleden. In oktober 2016 hebben Hans en ik een cruise gemaakt naar de VS. Toen we daar naar toe gingen werden we plotseling aangehouden door de marechaussee. We zouden zogenaamd geld willen smokkelen naar de Kaaimaneilanden. We zijn toen tweeënhalf uur verhoord, maar er kon geen enkel bewijs worden gevonden. Naar aanleiding daarvan zei Hans: ‘Dit klopt niet.’ Nadat we terugkwamen van onze cruise, vertelde mijn moeders hulp dat hij opgeroepen was door de politie om een verklaring af te leggen, en dat ze ons verdachten van moord. Kort daarop werden we aangehouden op verdenking haar om het leven gebracht te hebben. Dat zouden wij gedaan hebben met twintig tot dertig pillen oxycodon. De pillen zouden op internet besteld zijn, al kon dat niet op onze computer teruggevonden worden. Volgens de twee apotheken waar de politie is geweest, waaronder dus niet haar eigen apotheek, had mijn schoonmoeder deze pillen niet opgehaald. Volgens de aanklacht was ik de enige die beschikte over deze pillen en had ik ze nota bene gedeclareerd bij mijn zorgverzekeraar. Dat klopt, maar wel twee jaar eerder, toen ik diezelfde pillen voorgeschreven kreeg tegen de pijn van een dubbele schouderbreuk. Maar nu zou ik die pillen dus aan Hans hebben gegeven waarna hij zijn moeder ermee zou hebben vermoord. Terwijl er na haar dood bloedonderzoek is gedaan waaruit bleek dat mijn schoonmoeder al veel eerder oxycodon had geslikt. 

Het enige waarom ze zeggen waarom mijn man het gedaan zou hebben is omdat hij half tien ‘s avonds bij haar is geweest. Dat klopt, want hij was heel hecht met haar en ging haar elke avond een slaapkus geven. Dit zou corresponderen met de tijd waarin haar dood intrad, maar alleen als het een pil met directe afgifte was geweest, anders klopt het al niet, en dat is al nooit bewezen. Naar ons motief moest gegist worden, dat heeft de Officier van Justitie zelf letterlijk gezegd. Het wordt nu zo gedraaid alsof wij op de erfenis uit waren, maar wij hebben zelf veel meer vermogen dan mijn schoonmoeder had. Daarbij: Ik heb haar zestien jaar verzorgd, haar lepeltje voor lepeltje gevoerd en haar nageltjes gevijld. En dan zou ik haar een dag later vermoorden en in haar ontlasting laten liggen? 

Aanvankelijk zijn wij veroordeeld op het feit dat we mijn schoonmoeder tien á twintig pillen zouden hebben toegediend, maar in het hoger beroep zouden het maar twee pillen zijn geweest, en zou Hans alles alleen hebben gedaan. Hij zou zijn moeder twee pillen van 40 mg oxycodon hebben gegeven, waarvan een is ingeslikt en die andere is op de tong blijven liggen. Hij zou die pillen hebben toegediend om tien uur ‘s avonds, waarna de ene pil die in de mond was blijven liggen om negen uur in de ochtend werd gevonden. Maar hoe kan een pil zolang in de mond blijven als mijn schoonmoeders hulp die ook in het huis was, haar om drie uur ‘s nachts nog heeft horen snurken en haar, volgens zijn eigen verklaring, nog een smoothie heeft gegeven? 

Als je een ontkennende verdachte bent moeten de rechtbank en  hof alternatieve scenario’s heel goed bekijken, en dat hebben ze bij ons gewoon niet gedaan. Mijn schoonmoeder is na haar dood twee keer onderzocht door Nederlands bekendste forensisch patholoog, Frank van de Groot. Hij heeft tot twee keer toe een natuurlijke dood geconstateerd. Tijdens het hoger beroep heeft hij nogmaals duidelijk aangegeven dat mijn schoonmoeder een ernstig verzwakt hart had en dat de doodsoorzaak niet oxycodon is, dat staat ook nergens op die manier in het medisch dossier. Er is hartfalen en een verminderde nierfunctie geconstateerd in combinatie met een keelontsteking en te weinig zuurstof, die door de oxycodon zou kunnen komen. Maar dat oxyodon de pure doodsoorzaak is, staat nergens.

Daarnaast werd er enorme waarde gehecht aan negatieve verklaringen. Geloof mij, er waren zoveel positieve verklaringen van vrienden en buren die het beeld wat het OM heeft geschetst, dat wij mijn schoonmoeder verwaarloosd zouden hebben, volledig onderuit zou halen,  maar die hebben het dossier nooit gehaald waardoor er een beeld van ons is  ontstaan dat helemaal niet klopt. 

In eerste aanleg hebben we niets gedaan omdat we nog steeds dachten dat we zouden worden vrijgesproken, maar dat liep dus anders.  Tijdens de uiteindelijke rechtszaak werden we veroordeeld tot tien jaar. In de gevangenis hebben Hans en ik toen zelf tweeduizend uur aan opgevraagde tapgesprekken uitgewerkt. In die tapgesprekken hoor je tientallen ontlastende verklaringen, die ook niet in het dossier zijn meegenomen, bijvoorbeeld van een huisarts die verklaarde dat wij heel goed voor mijn schoonmoeder zorgden, en de reden waarom mijn schoonmoeder gecremeerd werd. Niet om bewijs te verdoezelen, zoals tijdens de rechtszaak werd gesuggereerd, maar omdat ze anders niet in het familiegraf kon worden bijgezet, wat haar wens was. En ze was daarvoor dus al tot twee keer toe onderzocht door de patholoog! Helaas  is het in Nederland echter zo geregeld dat de rechter zulke verklaringen kán meenemen.  Het hoeft echter niet. 

Alle vermoedens van het OM zijn klakkeloos aangenomen, en alle feiten die wij hebben om te bewijzen dat het een natuurlijke dood was is van tafel geveegd. De hele advocaten wereld staat op zijn kop omdat mijn man veroordeeld is. Niemand snapt het. 

Dit juridische drama, dat voor mijn man nog steeds loopt, kent alleen maar verliezers. Maar de allergrootste verliezers zijn onze kinderen.  Dit is erg verdrietig. En dit had kunnen worden voorkomen als justitie en de rechtbank de zaak direct goed had onderzocht en had gekeken naar de verschillende scenario:s die er mogelijk zijn. Wat deze scenario’s zijn laat ik hier in het midden: de zaak van mijn man loopt immers nog en ik vind dat niet correct naar de rechters toe die de zaak behandelen.

Ik ben nu vrij, maar eigenlijk niet. Het klinkt bizar, maar voor mij is de huidige situatie door Corona prettig. Niemand trekt aan me, dus ik kan rustig acclimatiseren. Ieders leven staat nu stil.  Sinds maart mag ik Hans niet meer  bezoeken. We bellen vier, vijf keer op een dag en we Skypen een keer per week. De cassatie duurt nog een jaar, en dat is het enige waar ik me aan vastklamp, al ben ik doodsbang dat hij niet vrijgesproken wordt.  Na de cassatie kunnen we alleen nog eventueel naar het Europese Hof, maar dan moet je echt wel een heel goed punt hebben. Daarom heb ik nu contact opgenomen met emeritus hoogleraar Ton Derksen die de herziening van Lucia de B. heeft geregeld. Ik hoop met heel mijn hart dat hij tijd voor ons kan en wil maken… ik heb niets te verbergen. Iedereen mag ons dossier bekijken, we hebben niets gedaan.  Als was er maar een ding dat verdacht zou zijn… stel er was geld weg van de erfenis, of we waren feestend op vakantie gegaan na mijn schoonmoeders overlijden, dan zou ik zeggen: ‘Tja….’ Maar dat is niet zo. Wij hielden van haar, en zij van ons. Op AT5 staat zelfs nog gewoon een filmpje waarin mijn schoonmoeder dat ook verteld. Maar ook dat wordt gewoon weggelaten. Net als twee derde van de tapgesprekken.   

De eerste weken nadat ik vrij was gekomen liep ik rond alsof ik uit een ei kwam. Als mensen zeggen dat je een slecht mens bent, doet dat echt iets met je. Ik heb PTSS en loop ontzettend op mijn tenen om te bewijzen dat ik niet slecht ben. Ik kan niet meer werken, durf bijna niets meer tegen mensen te zeggen en slaap heel slecht. Mijn gevoel van veiligheid is weg, ik durf nergens meer op te vertrouwen. Ik ben in oorlog. Dat betekent dat ik aan het overleven ben. Alles andere wordt uitgeschakeld. Net als in een oorlog. Iedereen zegt tegen mij dat ik sterk ben, maar ik ben puur aan het overleven. 

Ook op mijn kinderen heeft dit hele gebeuren een zware wissel getrokken. Mijn zoon werd tijdelijk uit huis geplaatst, mijn dochter werd in dat jaar 18 en ontsprong de dans, maar heeft wel geestelijke tik gekregen en ondertussen ze moest alles helemaal alleen regelen in een groot huis.  Toch heb ik nog heel lang gedacht dat we in een rechtsstaat leven en dat het recht uiteindelijk zegeviert als je eerlijk bent, maar dat is dus totaal niet zo. Ik ben dan ook heel bang om dit allemaal te vertellen, maar ik wil echt dat dit verhaal naar buiten komt. Het zou ontzettend helpen als er nu echt gedegen naar de andere scenario’s gekeken gaat worden. 

Dit verhaal verscheen – in ingekorte versie – in VROUW. Susanne komt graag in contact met mensen die op dit interview willen reageren.

Mijn gekozen waardering € -

Freelance Journalist. Ik schreef voor o.a. LINDA., Viva, Grazia, Flair, Veronica Magazine, Margriet, VROUW, Oh! Magazine, Nieuwe Revu, Story, de Telegraaf, Psychologie Magazine, Marie Claire, Cosmopolitan en als (web)content creator voor o.a. VODAFONE en Sanoma Marketing Partnerships. Voor mijn volledige profiel: zie LinkedIn.
$twitter.xrptipbot.com/Vivscontent