Het zaad van artsen Wildschut & Karbaat: kan het echt zoveel kwaad?

Ongeveer 2 jaar geleden werden zogeheten "wantoestanden" van de overleden gynaecoloog Jan Karbaat wereldkundig gemaakt. Er werd zelfs een documentaire (zeker de moeite van het kijken waard) bij de NPO uitgezonden met de veelzeggende titel "Het zaad van Karbaat". Deze voormalig directeur van de Militair Geneeskundige Dienst en geneesheer-directeur van het Rotterdamse Zuiderzee Ziekenhuis, stortte zich vanaf 1973 op kunstmatige inseminaties. In de jaren tachtig en negentig was hij een vooraanstaand iemand in de wereld van de spermabanken in Nederland, waarvan hij één van de grootste had en daarnaast ook nog voor andere klinieken zaad aanleverde. Voorjaar 2018 werd duidelijk dat de arts daarvoor veelal zijn eigen voortplantingsmateriaal aanwendde. Het aantal Nederlandse donorkinderen waarvan vaststaat dat Jan Karbaat de biologische vader is, staat momenteel op 71.

Isala

Deze week haalde een soortgelijk verhaal de krantenkoppen. De eveneens inmiddels overleden gynaecoloog Dr. Jan Wildschut hield zich van 1981 tot en met 1993 bezig met kunstmatige inseminatie met donorzaad in het toenmalig Sophia Ziekenhuis Zwolle (nu Isala). Op dit moment is bekend dat er 17 donorkinderen van hem rondlopen. Eind vorig jaar vernam Isala dat een aantal van hen middels DNA-onderzoek en met medewerking van de wettige kinderen van Dr. Wildschut te weten waren gekomen dat de dienstdoende arts van destijds tevens hun verwekker was.

Ethiek

Vandaag buitelen de heren en dames ethici over elkaar heen om over deze werkwijze hun oordeel te vellen. Toegegeven: de ouders van de donorkinderen waren in alle gevallen niet geïnformeerd over het feit dat de dokters in kwestie hun eigen goedje gebruikten en in die tijd was het ook nog gebruikelijk dat ziekenhuizen afraadden de omgeving en zelfs het kind in kwestie in te lichten over het feit dat ze biologisch gezien niet afstamden van ‘de vaders des huizes’. Mede daardoor kon alles natuurlijk zolang onder de pet blijven.

Anonimiteit

In die tijd kwamen alleen echtparen, waarvan de man traag of steriel zaad had in aanmerking voor KI. Alleenstaande vrouwen of lesbische paren moesten veel geld betalen om in privéklinieken te worden geholpen. Pas sinds 2001 bestaan er betrouwbare DNA-ouderschapstesten en pas vanaf 2004 is het verboden om anoniem sperma te doneren. Dat betekent dat veel van deze kinderen, geboren tussen 1981 en 2003, nu dus veelal in de leeftijd zijn dat ze zich gaan voortplanten. En: wanneer ze ‘het’ weten of vermoedens hebben op zoek zijn naar hun biologische afkomst.

De bank met de S

Maar was het nou echt zo slecht wat Karbaat en Wildschut deden? Na interviews met de officiële kinderen van deze vaders, komen zij beide naar voren als artsen die dit uit naastenliefde deden. Ondergetekende was in de jaren ’80 zelf bevriend met een gynaecoloog die een spermabank beheerde en ik weet van hem dat het destijds duivels lastig was om goed ‘materiaal’ te scoren. Veel van de ouders eisten ‘hooggeschoold zaad van een man die dan ook nog eens lang van stuk moest zijn en voorzien was van een goeie kop’. Ja, logische eisen zou je zo zeggen, maar van de bewuste medisch specialist (waarvan ik nu natuurlijk niet de naam en de locatie zal prijsgeven) weet ik dat het knap lastig was om daar aan te komen. Zelfs met een beloning van 50 gulden voor elk gevuld potje liep het geen storm bij ‘De Bank met de S’. Er was dus crisis: meer vraag dan aanbod.

Studentensperma

De gynaecoloog die ik kende wilde het voorplantingsmateriaal niet oogsten bij studenten, zoals in die tijd ook wel gebruikelijk was. Hij had een vooruitziende blik dat zo’n jong iemand zijn leven nog moest gaan leiden en vond dat 19-jarigen de consequenties van zo’n ‘donordaad’ niet konden overzien. Goed gezien, want vorig jaar las ik het relaas van een man die nu 50 is en een gezellig gezin heeft met 3 kinderen, maar die vermoedt of vreest dat er nog heel wat andere bloedjes van hem rondlopen. Hij was namelijk wel zo’n student die regelmatig voor een briefje van 50 z’n kwakkie inleverde. Met de huidige DNA-testen en het FIOM is hij inmiddels als de dood dat ze straks bij hem op de stoep staan. Hij wil er helemaal niks mee te maken hebben.

Incestueus?

Wetenschap, dus ook die rondom dit precaire onderwerp, is altijd voortschrijdend inzicht gestoeld op ervaringen. Dat de Karbaten en Wildschutten de vrouwen (en hun mannen) niet wilden teleurstellen en dan maar zelf plaats namen in de zogenaamde ‘donorkamer’ (met prikkelende lectuur) is daarom goed te begrijpen. Het enige heikele punt is dat er in die tijd nog niet genoeg gemixt werd. En dan bedoel ik niet qua sperma, maar qua regio. Zowel bij de kinderen van Karbaat (regio Rotterdam) als bij Wildschut (regio Zwolle) werden veel vrouwen geïnsemineerd in de omgeving. Het risico dat halfbroers en halfzussen met elkaar trouwen en zich voortplanten zit er dan ook in. In het buitenland zijn deze gevallen al bekend. Er is het verhaal van een echtpaar in Engeland dat maar niet zwanger werd (gelukkig achteraf) en er door DNA-onderzoek in het ziekenhuis achterkwamen dat ze dezelfde vader hebben.

Open kaart

Dat laatste is mijns inziens echt het enige grote risico wat de fertiliteitsartsen hebben genomen. Hoe verwerpelijk kun je deze handelwijzen dan noemen? Medisch-ethicus Erwin Kompanje van het Erasmus MC vindt het immoreel en gaat daar in het Algemeen Dagblad op in. Volgens hem hadden die artsen van toen moeten zeggen: “Er is een groot tekort, ik heb zelf nog wel een voorraad, gaat u daarmee akkoord?” Dat was volgens Kompanje nog steeds discutabel geweest, maar dan hadden ze in ieder geval open kaart gespeeld.

Andere Tijden

Dan gaat de medisch-ethicus wel even heel gemakkelijk voorbij aan de mores van de jaren ’80. Spermabanken waren bepaald revolutionair in die tijd. Als man toegeven dat je geen kinderen kan verwekken is anno nu nog een hele strijd voor wat betreft de eigenwaarde, maar dat was het 40 jaar geleden nog veel meer. Die mannen wilden dat het zo snel mogelijk gebeurd was met hun vrouw en er voorts zo min mogelijk over weten. Bedenk ook dat zaken als afstamming en het belang van roots in die tijd nog niet zo ‘salonfähig’ waren om over te praten. Televisieprogramma’s als ‘Spoorloos’ en ‘DNA Onbekend’ zouden toen echt ondenkbaar zijn geweest.

Een hele grote tafel met kerst

Ga ik Karbaat en Wildschut (en ik hoop dat ik hierboven duidelijk heb gemaakt dat er nog veel meer van deze artsen boven water zullen komen) dan goed praten? Nee, dat niet helemaal. Ik kan er eigenlijk wel goed inkomen in hun handelswijze van destijds. De meeste kinderen hebben er als ze het een poosje weten ook niet zoveel moeite meer mee. Het kroost van Karbaat en ook dat van Wildschut hebben eigen app-groepen en vieren Kerst met elkaar. Dat heeft dan toch ook wel weer iets heel moois toch?

Andere tijdsgeest

Het is goed dat het tegenwoordig niet meer anoniem kan. De tijdsgeest is gelukkig ook totaal anders. Dat zie je tevens bij internationale adopties. Er werd in diezelfde jaren van de vorige eeuw enorm gesjoemeld met papieren in de landen van herkomst van de baby’s. Ouders zijn momenteel veel mondiger en veel beter voorbereid op zo’n levensveranderende gebeurtenis. Nu worden ook vaker familieleden van de ouders gevraagd, zowel voor sperma- als voor eiceldonatie. Zo is bij een bevriend vrouwenechtpaar van me de ene zwanger geworden van de broer van haar echtgenote en vice versa. Een keileuk gezin om het maar eens op z’n Brabants te zeggen, waarin ook de biologische vaders een rol spelen.

Bij twijfel: altijd testen

Mijn advies aan jonge, vruchtbare mensen van nu: bij twijfel altijd een DNA-test doen, voordat je met elkaar in bed duikt en zeer zeker voordat je een gezin gaat stichten. Zo’n DNA-test kun je volledig anoniem (onder nummer) doen bij iGene in Nijmegen. Dan weet je bijna zeker dat je persoonlijke data niet in file gaan. Dat laatste is overigens verboden, maar blijkt in de praktijk toch erg vaak te gebeuren. Zeker met die zogenaamde ‘anonieme DNA-tests’ via internet.

In onderstaande trailer van de docu ‘Het zaad van Karbaat’ wordt al duidelijk dat e.e.a. zeer uitlopende emoties uitlokt  bij de betrokkenen.

Beeld: Duncan Watson / Creative Commons

Mijn gekozen waardering € -