‘Ik zei tegen mijn moeder dat er vreemde dingen gebeurden. Dat ik dacht dat Eric misschien gekke dingen deed. Over seks zei ik niets. Daar werd liever nooit over gesproken. Mijn moeder zei meteen: ‘Maak je geen zorgen! Eric is al bij mij langs geweest en heeft het me uitgelegd. Ze vergissen zich, er is een broer die heel erg op hem lijkt, die is geen Jehova Getuige en heeft al die dingen gedaan. Die nichtjes die hem beschuldigden waren nog heel erg klein en hebben ze met elkaar verwisseld.’
Oké, dacht ik. Dan heb ik het blijkbaar toch fout.’ Ik wist dat Eric inderdaad een broer had die heel erg op hem leek, dus ik neem mijn moeder niet kwalijk dat ze het verhaal geloofde. Dat deed ik ook. Totdat hij bij mij begon.
Mijn opvoeding was niet zo streng als in de meeste Jehovah gezinnen. Mijn moeder zocht altijd een middenweg waar iedereen zich in kon vinden. Ik ben het zevende kind en heb nog vier broers en twee zussen, en zijn zijn nooit gedoopt. Onze moeder liet ons vrij in die keuze en pushte niet, maar omdat ik wist dat mijn moeder graag een kind binnen haar geloof had liet ik me dopen toen ik zeventien was. Ik wilde haar graag gelukkig zien. En nog steeds geloof ik in het Goddelijke. Alleen niet in het bedrijf dat Jehovah’s getuigen heet.
Omdat het contact met ‘wereldse mensen’ – mensen die geen Jehovah waren – zoveel mogelijk beperkt werd was ons gezin heel close met een ander gezin uit onze gemeente. De vader en moeder waren van de leeftijd van mijn ouders en ik zat bij hun dochter in de klas. Natascha en ik werden ook vriendinnen. Ik ging vaak bij haar thuis langs. Eric, de vader was ouderling, een soort pastoor van de Jehova’s, die anderen erop aanspreekt wanneer ze iets fout hebben gedaan, die de groep leidt en moet hoeden en aangesteld is onder Gods geest.
We deden kaartspelletjes, ik ging mee met uitstapjes…ik zag hem als een soort vaderfiguur. En hij vond mij ook lief, want hij omhelsde me altijd stevig en haalde me vaak aan.
Op een dag fietsten Natascha en ik terug uit school toen ze plotseling zei: ‘Er is iemand, en die doet dingen met mij.’ Ik vroeg wat ze bedoelde. Ze antwoordde: ‘We doen spelletjes. Maar ik heb hem vergeven, want hij kan er niets aan doen. Hij heeft een ziekte en daardoor heeft hij minder remmingen.’ Inmiddels waren we bij haar huis aangekomen. Ze ging naar binnen en ik bleef perplex achter. Maar zoals dat gaat bij kinderen; ik was het snel weer vergeten.
Een tijdje later zei Natascha ineens dat een ander vriendinnetje niet meer bij hen mocht komen spelen. Ze zei dat als ik daar rare dingen over hoorde, ik dat niet moest geloven, want het waren allemaal leugens. ‘Wat IS dit?’ dacht ik, Maar tegelijk wilde ik het niet weten.
Niet veel later vertelde Natascha dat haar vader beschuldigd werd van seksueel misbruik door twee nichtjes. Er werd hier ook gewoon door hun gezin over gesproken waar ik bij was. Leugens en laster was het, zeiden ze. Ook Natascha’s moeder geloofde er niets van.
En toen begon hij bij mij. Naderhand bekeken heeft hij er echt naartoe gewerkt. Een keer langs mijn been wrijven, kijken hoe ik zou reageren. Een hand op mijn schoot. Net iets te strak omhelzen, met zijn handen op net de verkeerde plek. Een kus op mijn wang die steeds meer richting mijn mond verschoof. Aanvankelijk zocht ik nog niets achter behalve onhandigheid, maar nu kreeg ik steeds meer het gevoel dat er iets niet klopte.
Ik besloot niet meer met Eric alleen te zijn. Een tijdje later was ik bij Natascha thuis. We waren boven muziek aan het luisteren en ik moest plassen dus ik liep naar het toilet dat in een klein halletje zat. Vanuit het niets stond hij ineens achter mij. Zijn handen waren overal, zijn tong was in mijn mond. De warme, vaderlijke man die ik kende veranderde letterlijk in een monster. Ik kan het niet eens beschrijven, zelfs zijn ogen waren anders.
Ik schreeuwde: ‘Wat doe je? Blijf van me af!’ Daarna duwde ik hem van me af en rende naar boven. Toen ik Natascha’s kamer binnenkwam haakte haar blik in de mijne. Ze zag mijn gezicht, pakte haar koptelefoon, zette de muziek hard en draaide zich van me af. Nu denk ik dat ze totaal blokkeerde. Toen wist ik het. Hij was het. Hij deed dit ook bij haar.
Ik ben naar huis gegaan en probeerde heel hard niet te denken aan wat er was gebeurd. Ik zat letterlijk op slot. Ik heb het ook aan niemand verteld. Wie zou mij geloven? Bij de Jehova’s is het zo dat wanneer je iemand beschuldigd van misbruik en je kunt het niet hardmaken, je je schuldig maakt aan laster en daar wordt je door de gemeenschap zwaar op aangekeken. En op een bepaalde manier gaf ik mezelf ook soort de schuld: ‘Je wist dit toch’ zei ik tegen mezelf ‘Je voelde het al een hele tijd. En toch bleef je er naartoe gaan.’
Niet veel later zat Eric ineens bij mij thuis toen ik uit school kwam. Ik schrok me dood. Mijn moeder had een blik in haar ogen die ik nog nooit had gezien. Ze zei dat ik even naar boven moest gaan, omdat zij en Eric iets moesten bespreken. Later kwam ze naar me toe en zei: ‘Ga maar niet maar naar Natascha toe. Ze mag wel hier komen, maar jij niet meer daar.’ Ze vertelde dat er een zaak tegen Eric liep. Hij werd alsnog beschuldigd van misbruik en zou uitgesloten worden. Ik was zo opgelucht! Hij zou worden aangepakt en ik hoefde niet meer bang te zijn. Nu was alles voorbij.
Even voelde ik me veilig. Totdat mijn telefoon voortdurend begon te gaan. Eric. Ik werd er paniekerig van en drukte hem weg, totdat hij anoniem begon te bellen. Als ik opnam snauwde hij : ‘Jij moet met mij praten!’ Heel dwingend was hij.
Op een ochtend was ik alleen thuis. Ik had een vrij uur toen de de deurbel ging, Nietsvermoedend deed ik open. Eric stormde naar binnen, duwde me tegen de tegen de muur en randde me weer aan. Hij hijgde en in zijn ogen zag ik dezelfde griezelige, koude, onmenselijke blik als de keer daarvoor. En dat terwijl ze al bezig waren met een zaak tegen hem. Dit was niet iets impulsiefs, hij was bewust en gepland binnengedrongen op de plek waar ik me veilig waande. Ik weet niet eens meer hoe ik het voor elkaar kreeg, maar ik wist hem de deur uit te werken. Ik heb een vrouw gebeld die mij bijbelstudie gaf. Ik was nog zo bleu. Ik was veertien jaar, maar als je opgroeit bij de Jehova’s kun je daar gerust drie, vier jaar aftrekken. Ik vroeg: ‘Mag ik een broeder weigeren om in mijn huis te komen?’ Ik zei dat Eric bij me was geweest.
Meteen zei ze ‘Zeg maar niets meer’ ik hoorde tegen haar man zeggen. ‘Hij is nu bij Sofia bezig.’ Ze wisten het gewoon. Haar advies was dat als hij het nog een keer probeerde, ik tegen hem zou zeggen dat ik het zou vertellen aan de andere ouderlingen. In de periode daarop was ik alleen maar aan het overleven. Het contact met Natascha was over omdat ik op een andere school ging, en Eric werd uitgesloten door de zaak van de twee nichtjes.
Als je uitgesloten wordt houdt dat in dat je geen contact meer hebt met andere broeders en zusters en geen deel meer uitmaakt van de gemeenschap Eric had al een keer gezegd dat als het zover zou komen, hij precies wist wat hij moest doen om weer geaccepteerd te worden. Helaas is dat ook al heel snel gebeurd, na anderhalf jaar al. Berouw tonen is genoeg.
Ik was bij Annelies, de vrouw die mij bijbelstudie gaf, toen ze vertelde dat hij weer geaccepteerd zou worden. Ik wist dat er van mij werd verwacht dat ik hem zou vergeven, want God had hem ook al vergeven. Als ik dat niet kon zou mijn vertrouwen in God niet groot genoeg zijn. Ik moest hem letterlijk weer gaan zien als mijn broeder. Ik wilde geen smaad op God’s naam brengen, al twijfelde ik wel aan God doordat Eric ‘hersteld’ werd, zoals het heet.
Op dat moment dacht ik voor het eerst: ‘Wat een smerig zooitje is het hier.’ Alles buiten de Jehova gemeenschap is zogenaamd goddeloos en onder invloed van Satan. Ik wist dat als ik weg zou gaan ik veel zou verliezen, dus vanaf dat moment leidde ik een soort dubbelleven. Maar op een gegeven moment kon ik het gewoon niet meer. Ik wilde wat anders. Weg. Op mijn achttiende ben ik op mezelf gaan wonen, en heb me uitgeschreven uit mijn moeders gemeente. In mijn nieuwe woonplaats schreef ik me weer in, en beide gemeentes waren in de veronderstelling dat ik deelnam in de andere. Al met al ben ik er maar een keer naartoe gegaan.
Ondertussen ontmoette ik op mijn werk mijn man, en bouwde ik een leven op buiten het geloof. Af en toe ging ik mee naar een grotere vergadering, als mijn moeder dit vroeg.
Pas na de geboorte van mijn zoon kwam er veel terug. Ik voelde me nog steeds beklemd door de jarenlange indoctrinatie en de geheimen die ik meedroeg. Uiteindelijk kreeg een burn-out en angst en paniekaanvallen.
Ik moest eerlijk gaan kijken naar waar ik vandaan kwam en wie de Jehovah getuigen echt zijn. Vorig jaar mei heb ik mijn verzoek tot terugtrekking ingediend omdat ik mijn naam niet langer kon en wilde verbinden met zo’n organisatie.
Ik wist dat ik als ik me zou terugtrekken mijn moeder officieel geen contact meer met me mocht hebben en me moest negeren. Ik zei haar dat ik het niet meer kon en wilde, maar dat ik bereid was om te wachten als ze besloot niet meer met me te praten na mijn terugtrekking. Gelukkig zei ze direct: ‘Meisje, wat er ook gebeurd, ik zal jou nooit negeren.’ Toen heb ik de brief geschreven. Ook al kostte het me wel een deel van mijn familie. Als ik bij mijn moeder thuis was en mijn oom, een fanatiek ouderling, kwam langs was de spanning te snijden. Hij heeft zelfs letterlijk uitgesproken naar mijn zus: ‘Sofia leeft niet meer voor mij, in mijn ogen is ze dood.’
Toen ik besloot me terug te trekken uit de Jehova gemeenschap werd ik ineens gebeld door Natascha’s broer. In mijn terugtrekkingsbrief had ik opgeschreven dat ik de pijnpunten uit mijn verleden afsluiten. Hij was toevallig degene die mijn brief ‘behandelde’. Hij vroeg me wat die pijnpunten waren, maar aan zijn stem hoorde ik dat hij het al wist. Toch heb ik alles verteld. Dat was niet makkelijk, uiteindelijk ging het om zijn vader, maar daarna zei hij dat hij achter mij stond. Eric ontkende natuurlijk weer, maar kort daarna is er nog een ander vriendinnetje van Natascha naar voren gestapt en is hij weer uitgesloten. Inmiddels woont hij doodleuk weer in een andere gemeente waar de mensen niet weten wat hij heeft geflikt, behalve dan de ouderlingen, waardoor de kans op herhaling heel aanwezig is.
Ik deel mijn verhaal omdat ik dit nu kan doen,en ook weet dat er verhalen zijn van die nog veel ernstiger zijn maar die hun verhaal nog niet kunnen delen. Seksueel en emotioneel misbruik mag nooit weggemoffeld worden onder welke noemer dan ook daarom wil ik tegen iedereen die zoiets overkomt zeggen: Vraag hulp. Draag dit niet geheim niet bij je zoals ik zoveel jaren heb gedaan uit angst en valse schaamte. Het is nooit jouw schuld. Dus pak je stem terug.
De namen van Eric en Natascha zijn aangepast
Meldpunt voor slachtoffers seksueel misbruik Jehova´s Getuigen
Het WODC deed onderzoek naar seksueel misbruik en de bereidheid om aangifte daarvan te doen binnen de gemeenschap van Jehova´s Getuigen. Daaruit bleek dat er redenen zijn om aan te nemen dat het doen van aangifte bemoeilijkt wordt door het gesloten karakter van de gemeenschap. Voor slachtoffers van seksueel misbruik is het van essentieel belang dat zij ondersteunt en geholpen worden bij het vinden van professionele hulp en het doen van aangifte. Een van de aanbevelingen van het onderzoek is het instellen van een meldpunt binnen de geloofsgemeenschap. Het bestuur van de Jehova’s Getuigen wilde daar geen gehoor aangeven. Hierop heeft de minister het bestuur van de Jehova´s Getuigen meerdere malen aangesproken. Zij hebben laten weten geen gehoor te geven aan deze oproep en dat keurt de minister af:
Van iedere gemeenschap of organisatie verwacht ik dat zij alles doen om seksueel misbruik tegen te gaan en slachtoffers te helpen en ondersteunen. Dat gebeurt bij de Jehova´s Getuigen niet en dat vind ik buitengewoon kwalijk. Daarom reiken wij die hand nu uit en kunnen slachtoffers uit deze gemeenschap binnenkort bij het meldpunt ‘Verbreek de stilte’ van Slachtofferhulp Nederland terecht. Slachtoffers hebben recht op professionele hulp en een luisterend oor, het kan niet zo zijn dat zij tegen een muur van onwil aanlopen. Je mag slachtoffers nooit in de kou laten staan.
Financiële ondersteuning Reclaimed Voices
Naast het inrichten van het meldpunt wordt ook de Stichting Reclaimed Voices financieel ondersteunt, zodat zij door kunnen gaan met het helpen van slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Jehova´s Getuigen gemeenschap. Ook worden de onderzoeksresultaten actief onder de aandacht gebracht bij de GGD en de politie zodat zij signalen van eventueel misbruik kunnen herkennen.
Wettelijke meldplicht misbruiksignalen
Het niet melden van seksueel misbruik binnen organisaties moet consequenties hebben voor bestuurders. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen van het WODC-onderzoek naar het verruimen van de aangifteplicht en moet voorkomen dat misbruik binnen organisaties onder de pet gehouden wordt.
“Geen enkele organisatie mag zijn ogen sluiten voor misstanden in de eigen club. Slachtoffers van seksueel misbruik moeten kunnen rekenen op hulp bij het nemen van stappen richting politie en hulpinstanties. Dat houdt je niet binnenskamers. Daarom gaan we serieus kijken naar de introductie van de wettelijke meldplicht voor dit soort organisaties.”
aldus minister Dekker.
Momenteel wordt verkend hoe een dergelijke wettelijke regeling het beste opgezet kan worden. Voor eind 2020 verwacht de minister de Tweede Kamer hierover verder te informeren.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/08/27/meldpunt-voor-slachtoffers-seksueel-misbruik-jehovas-getuigen