‘Mijn ouders hadden het soort huwelijk waardoor zelfs de meest verstokte cynicus in de liefde zou gaan geloven. Natuurlijk was er wel eens wat. Een woordenwisseling, een ruzietje. En zoals elk koppel gingen ze door goede en slechte tijden. Maar altijd heel erg ‘samen’. Er was niets wat aan hun liefde en het respect voor elkaar leek te kunnen tornen. Als prille puber werd ik er wel eens onpasselijk van. Als ik per ongeluk de keuken of de woonkamer binnenliep en mijn ouders stonden daar, na twintig jaar huwelijk, te tongzoenen alsof ze zestien waren en een geheime date hadden in het fietsenhok van de school. Er waren goede en slechte tijden in hun huwelijk, maar door alles heen bleef hun liefde voor elkaar een constante factor. Totdat het hart van mijn vader er – totaal onverwacht- mee stopte tijdens een vakantie in Frankrijk.
Mijn moeder was kapot. Letterlijk gebroken. Het duurde wel een jaar voordat ze weer een beetje normaal aanspreekbaar was. Dus toen ze, ruim drie jaar na mijn vaders dood, aangaf dat ze een eet-afspraak had met een mannelijke collega, was ik echt blij voor haar. Ik hield van mijn vader, maar ik wilde ook dat mijn moeder weer zou gaan leven. Echt leven, in plaats van als een robot door de dag te bewegen.
Met die collega werd het niets, maar een half jaar later bespeurde ik een verandering in mijn moeder. Ik kon me niet meer herinneren hoe lang het geleden was dat ik haar had zien stralen. Ze zong zelfs weer, net zoals vroeger toen mijn vader nog leefde. Ik werd er bijna net zo blij van als dat zij was, en ik wilde natuurlijk dolgraag weten wat het was dat haar zo gelukkig maakte. Of liever gezegd: wie.
Het bleek Anton te zijn. Een man te zijn die ze had ontmoet op de tennisclub. Een vriendin had haar daarmee naartoe gesleurd om haar het huis uit te krijgen, en sindsdien had het tennisvirus haar te pakken. Althans, dat dacht ik, maar waarschijnlijk had het meer met Anton te maken. Ik maakte al snel kennis met hem en hoewel ik een steekje in mijn buik voelde toen ik mijn moeder hem zag zoenen, kon ik niet anders dan toegeven dat Anton me inderdaad een geweldige vent leek.
Na anderhalf jaar daten, waarbij Anton uiteraard al aanwezig was bij de nodige feest- en verjaardagen, vertelde ze me dat ze samen wilden wonen. Inmiddels was ik wel aan het idee gewend. Ik kocht zelfs samen met mijn moeder een nieuw bed voor haar en Anton, omdat ze het een naar idee vond als er een andere man in het bed van mijn vader zou slapen. Natuurlijk was dat wel eens gebeurd. Maar nu Anton echt bij haar in zou trekken, vond ze het een mooi symbolisch gebaar.
Ik heb een sleutel van mijn ouderlijk huis, en op een avond kwam ik onverwacht langs omdat ik een tas wilde ophalen die mijn moeder van me had geleend en die ik nodig had voor een feestje. Mijn moeder was niet thuis. Ze was met een nieuwe vriendin naar een of andere filmhuis film waarin een mestkar urenlang door afgelegen dorpjes hobbelde om vervolgens een blatende geit tegen te komen, zei Anton. Ik schoot in de lach. Ik herkende de voorliefde van mijn moeder voor zulke vage films maar al te goed, en ik was blij dat ze een ander slachtoffer had gevonden om naar dat soort ellende mee te tronen. Anton ook, zei hij. Ik voelde me ineens heel erg met hem verbonden, maar het was ook raar. Vroeger maakte ik altijd zulke grappen met mijn vader. Hij had ook niets met de ‘culturele oprispingen’ van mijn moeder, zoals hij het altijd goedmoedig plagend noemde.
In de stilte die volgde vroeg Anton of ik een glas wijn wilde, en omdat ik een stressvolle dag op mijn werk achter de rug had zei ik: ‘Waarom niet?’
We gingen bij de haard zitten en babbelden wat over mijn werk, en het zijne. Al snel was de hele fles leeg en praatten we over de boeken die we lazen en vakantiebestemmingen die we nog eens wilden bezoeken. Wat was dit eigenlijk een leuke man, dacht ik. Hij had humor. Was belezen. En hij ook nog eens een verdomd goed lijf. Terwijl Anton een nieuwe fles uit de kelder ging pakken – ‘Die huifkar films duren meestal minstens drie uur’ – mijmerde ik een beetje weg. De alcohol en het knapperende haardvuur maakten me rozig. Maar plotseling schrok ik wakker omdat ik Anton hoorde praten. Hij zei iets iets waar ik van schrok.
Hij begon over een vrouw praten, hij vertelde me mooi ze was en hoe hij haar van een afstand al heel lang had bewonderd, maar dat hij te bang was om haar te benaderen. Hij zei dat hij haar beter wilde leren kennen en dat er iets aan haar was dat hij gewoonweg niet kon weerstaan.
Ik was in shock. Deze man, die in ons kwetsbare wereldje was gekomen na het overlijden van mijn vader, de man die we inmiddels vertrouwden en die de lach op mijn moeders gezicht terug had gebracht, had het niet over mijn moeder, maar was blijkbaar hevig verliefd op een ander. Ik kon het niet geloven. En wat ik nog minder kon geloven, was dat ik die vrouw was.
Ik stond op alsof ik door een wesp gestoken was. Dit was de vriend van mijn moeder. Haar man! En toch…de sfeer tussen ons was zo electrisch geladen dat hij bijna tastbaar was. Ik grabbelde mijn spullen bij elkaar en fietste naar huis, waar ik vervolgens de telefoontjes van Anton aan de lopende band wegdrukte. Wat moest ik hier in vredesnaam mee?
De volgende dag had ik een mail van Anton. Hij schreef dat het hem speet. Dat hij over de schreef was gegaan en dat hij niet wist wat hem had bezield. Dat hij mijn moeder geen pijn wilde doen en hij smeekte bijna of ik het onder de noemer ‘teveel wijn’ voor een keer onder het vloerkleed kon vegen. Omdat ik zelf ook niet wist wat ik met de situatie aan moest, stemde ik in, maar na die dag bij mijn moeder thuis vermeed ik Anton als de pest. Wekenlang verzon ik smoezen over waarom ik niet bij mijn moeder thuis langs kon komen, en nodigde ik haar uit om te lunchen in een restaurant.
In het begin had ik het er moeilijk mee. Moest ik het echt niet vertellen? Maar ik kon het gewoonweg niet over mijn hart verkrijgen, en langzamerhand verdween het incident naar de achtergrond.
Er was alleen iets dat niet naar de achtergrond verdween. Anton. Hij zat in mijn hoofd, ook al wilde ik het niet. En dan niet op de manier waarop je aan je stiefvader hoort te denken, maar op de manier waarop ik vroeger aan George Clooney dacht, als ik in bed lag met mijn hand tussen mijn dijen. Achteraf voelde ik me altijd vreselijk, maar ik kon het gewoon niet helpen. Steeds weer plopte zijn gespierde lijf op in mijn gedachten.
Zo verstreken een aantal weken, toen op een grauwe dinsdagavond de bel ging. Ik deed open. Daar stond Anton. Nog voordat ik mijn gezicht in de plooi had en ik hem kon vragen wat hij kwam doen, voelde ik zijn lippen op die van mij. Het klinkt cheesy, maar het leek wel een slechte film. Ik kon gewoon geen weerstand bieden. Het was alsof we allebei, zonder het daadwerkelijk uit te spreken, wisten dat dit zou gaan gebeuren. En dat de afgelopen maanden alleen maar een soort vacuüm waren geweest waarin we het onvermijdelijke probeerden te negeren.
We werden als een magneet naar elkaar toegetrokken en zonder woorden vielen we achterover mijn halletje in. Wat volgde was dierlijke, beestachtige, smerige seks. Als uitgehongerde wolven die elkaar probeerden te verslinden. De gedachte aan mijn moeder kwam geen moment in me op, maar na de eerste keer dat we seks hadden, voelde ik me een echte lowlife. Hoe had ik dit mijn eigen moeder kunnen aandoen? Okee, moeders en dochters worden verondersteld close te zijn en dingen te delen, maar een man? Dat was natuurlijk totaal niet de bedoeling. Ik was volledig in de war, maar voordat mijn gezond verstand het kon overnemen, was ik verslaafd en kon het me niets meer schelen. Ik wilde Anton. Helemaal.
Ik kende mezelf niet meer terug. Hoezeer ik mijn moeder ook altijd had gerespecteerd, ik gooide alle regels overboord. Ik had zelfs seks met Anton in haar eigen huis. Op een hele zieke manier werd het een spel. Een wedstrijd. En ik wist dat mijn jeugd zou winnen. Zelfs toen mijn moeder tegen mij begon te klagen over Anton’s vele overwerken stelde ik haar gerust door te zeggen dat hij haar nooit zou bedriegen. Terwijl ik wist dat de reden dat hij zo laat naar bed kwam, was omdat hij in dat van mij lag. Ik kan er niets anders van maken dan dat ik ziek was. Ik had echt mijn verstand verloren. Anton vertelde me ondertussen dat hij van me hield. Dat hij met mij verder wilde, maar dat hij mijn moeder niet wilde kwetsen. En omdat ik dat ook niet wilde, bleven we doorgaan met onze zieke affaire, wel zo’n vijf maanden lang.
Maar zoals altijd in dit soort situaties, komt er een moment dat je ogen onherroepelijk open gaan. Voor mij was dat toen ik onaangekondigd bij mijn moeder thuis opdook en haar en Anton seks hoorde hebben. Op dat moment stortte het hele kaartenhuis in. Ik voelde letterlijk de drang om haar fysiek te lijf te gaan. Het voelde alsof ze mijn man stal. En op dat moment klikte er iets in mijn hoofd. Het was andersom.
Het ging om mijn moeder, niet om een vriendin en zeker niet om een concurrente. Ik was zwak geweest, en had een man de gelegenheid gegeven om tussen de meest belangrijke band van mijn leven te komen. En kijk waar ik was beland? Als een ziekelijke stalker stond ik in de gang van mijn ouderlijk huis, klaar om de strijd aan te gaan met mijn moeder. En dat alles om een man die overduidelijk geen respect had voor een van ons beiden. Ik had de enige persoon op deze aarde verraden haar eigen leven zou geven om mij gelukkig te maken. De gedachte aan mijn lieve vader die zich in zich graf zou omdraaien als hij dit allemaal wist, zorgde ervoor dat ik in huilen uitbarstte.
Wanneer ik dacht aan de pijn die mijn moeder zou voelen als Anton haar verliet, werd ik letterlijk misselijk. Maar nu mijn ogen open waren gegaan, moest ik wel. Ik kon het niet langer aanzien dat ze haar hart en ziel gaf aan een man die haar niet waard is. Die mij niet waard is, dat zie ik nu in. Ik verwarde seksuele aantrekkingskracht met liefde, en ik heb er een hele dure prijs voor betaald. Ik kan mijn moeder nooit meer recht in de ogen kijken.
Nadat ik ze bezig hoorde ben ik de gang uitgeslopen en naar huis gegaan. Dezelfde avond nog heb ik Anton een ultimatum gegeven waarin ik hem de keuze gaf om de relatie met mijn moeder te verbreken. Wat voor excuus hij daarvoor zou geven liet ik aan hem over, maar als hij dit niet zou doen, zou ik mijn moeder vertellen dat hij vreemdging. Ik hoopte ondertussen dat hij het fatsoen zou hebben om niet te zorgen dat mijn moeder ook nog haar dochter zou verliezen door haar de waarheid te vertellen. Maar ik wist dat als hij dit wel zou doen ik de consequenties zou moeten dragen. Ik had mijn eigen kuil gegraven. Dus nu moet ik een flinke meid zijn en bereid zijn om erin te gaan liggen.
Vooralsnog heeft Anton me niet ‘verraden.’ Wel heeft hij, zoals ik heb geëist, de relatie met mijn moeder verbroken. Vreselijk, want ze is er kapot van. Ook omdat ze niet snapt waarom. Blijkbaar heeft hij iets vaags gezegd over dat zijn gevoel weg is en dat hij ook niet weet hoe dat komt, wat inhoudt dat ze mij zo’n drie keer per dag belt om uit te huilen en te speculeren over wat er nu toch aan de hand kan zijn.
In dit geval vind ik dat ik dat maar moet uitzitten, ik zie het maar als karma. Maar als je me vraagt of ik rustig slaap: Nee. Totaal niet zelfs.
Anton heeft blijkbaar het idee dat hij nog een kans heeft bij me, en daarom houdt hij zich koest. Althans, ten aanzien van mijn moeder. Ik denk ook dat hij daarom de echte reden niet heeft verteld: om zijn ruiten bij mij niet in te gooien. Ondertussen loop ik op eierschalen, want laatst wilde ik mijn moeder een foto op mijn mobiel laten zien toen er een appje van Anton binnenkwam. Ik kon het ding nog net op tijd uit mijn moeders hand grissen en iets mompelen over een suffe collega die ook zo heet, maar hoe lang gaat dit nog goed? En dan heb ik het nog niet eens over het per ongeluk betrapt worden, maar wie weet hoe giftig Anton nog wordt als doordringt dat hij echt geen kans meer maakt? Misschien wil hij dan alsnog wraak nemen en vertelt hij haar hoe de vork echt in de steel zit.
Ik zou willen dat ik het lef had om zelf de waarheid te vertellen, maar ik kan het gewoon niet. Nog niet. Mijn moeder is al zo van slag. Ik walg echt van mezelf, maar ik vraag me af of ik haar nu echt een plezier doe met de waarheid. Hoe dan ook is het een enorme klotesituatie, die ik het allerliefst zou willen terugdraaien.’