Alles staat met elkaar in verbinding; overal bestaan in de woorden van Jaap de Jong ‘onderlinge verbanden’. De zeereis is als kapstok voor bespiegelingen ‘een tijdgebonden metafoor’, schrijft hij in zijn epiloog. In de gehele tekst zet dit beeld zich voort.
Het eerste deel getuigde al van een duidelijke rode draad. ‘Veel meer dan in mijn eerdere boeken heb ik verteld over mijn eigen interesses, ervaringen en herinneringen’, zei hij een paar jaar geleden, bij het uitkomen van ‘Verborgen Zee Aanzichten’. De lezer begint misschien met bladeren en kijken, maar tien tegen één dat hij met rode oren pas stopt met lezen op de laatste bladzijde van het boek. Daar besluit De Jong met: ‘De aarde is een blauwe planeet en daar mocht ik met genoegen gebruik van maken (…). Het was geen keuze, ik ging gewoon.’
De planeet raakt uitgeput. Vlucht de mensheid straks de oneindige kosmos in? Het zou een herhaling van de geschiedenis zijn. ‘Het lijkt op het verarmde Europa dat vanaf de vijftiende eeuw naarstig op zoek ging naar rijkdom in de rest van de wereld’. Een mooie vergelijking, die hij ook op zichzelf betrekt. Het kan toch ook anders? ‘Varen is óók het persoonlijk zoeken naar zowel een leven onder de sterren, als een leven tussen de sterren.’
Meer dan bladeren en kijken
De uitgever kondigt het nieuwe ‘Open Zee Inzichten’ aan als een kijk-lees-bladerboek. Nog meer dan bij het eerste deel is deze omschrijving te bescheiden. De Jong begint zijn verhaal met de eerste reis die hij maakte naar de Grote Oceaan. Hij was nog stuurman. Direct al geeft hij blijk van zijn vlotte pen. Met behulp van bijna onbestuurbare, zwabberende veerponten, woedende visserlui en stormen met windkracht tien neemt hij zijn lezer mee naar de gedachten die gedurende het varen bij hem opkomen. Geleidelijk mengt hij zijn persoonlijke avontuur met breed uitwaaierende beschouwingen – en inzichten – over de zee, de geschiedenis en de geografie. In de volgende hoofdstukken weidt hij uit over wolken, zeerecht, ecologie. Steeds opnieuw verwijst hij naar zijn eigen beleving en verleden. Zo maakt De Jong van het persoonlijke en het grotere verband één verhaal, waarmee hij aantoont dat hij meer in zijn mars heeft dan alleen het knippen en plakken van losse herinneringen en foto’s.
Hij kán ook niet schrijven zonder dat hij er eerst zelf geweest is. ‘Pas na eigen ervaring krijg ik van mijzelf toestemming om erover te schrijven.’ Het boek staat vol met dergelijke uitspraken. Voorbeelden: ‘Eilanden en schepen zijn wereldjes op zich’. Of: ‘De oude zeeman zei: het weer komt uit de lucht en niet uit de radio’.
Het als hardcover uitgevoerde boek is gedrukt op kwaliteitspapier, zodat de vele foto’s, kaarten en tekeningen uitstekend tot hun recht komen. Jammer dat de tekst hier en daar kleine stijl- en spelfouten vertoont. Iets meer aandacht voor de eindredactie had dat gemakkelijk kunnen opvangen.
We schreven het al in 2017: ‘Veel gaat er om in het hoofd van een zeekapitein, tijdens de lange, stille uren op de brug’. Een aanrader, dit boek, niet alleen voor liefhebbers van de zee, maar voor iedereen die zich wel eens afvraagt: waar komen we vandaan? Waar gaan we naar toe?
Open Zee Inzichten, hardcover, 120 pagina’s, ISBN 978-94-92052-66-7, uitgeverij Wijdemeer, Dokkum. Optioneel biedt de uitgeverij het boek samen met het eerste deel aan in een tweedelige cassette ‘Duo-boek van Harlinger Zeekapitein’.