De zorg moet anders georganiseerd..Toch?
Opnamezuster
Het kan niet uitblijven. Ons kleine ziekenhuis moet mee in de vaart der volkeren. Het is achterhaald dat het vijf lagen tellende beddenhuis feitelijk wordt bestierd door de specialisten zelf. Op de begane grond de Neurologie/Psychiatrie, de 1e etage Chirurgie, 2e etage Interne Geneeskunde, 3e etage Gynaecologie/Verloskunde en op de 4e etage de Kinderafdeling. Dus komt er een opnamezuster of hoe je het ook maar wilt noemen. Ergens eind vorige eeuw. De term opnamezuster is niet echt alledaags, dat blijkt wel bij zoeken op Internet. Maar de opnamezuster komt wel in zwang in de jaren dertig van de vorige eeuw. Dan gaat het om degene die daadwerkelijk betrokken is bij de ontvangst en registratie van de patiënt in een instelling. Momenteel heet het ‘bureau patiëntenlogistiek’, een hele mond vol. Ergens in de aanloop daarnaar toe plaats ik het fenomeen opnamezuster.
Subjectief
Ik kan de gebeurtenissen beschrijven vanuit mijn perspectief. Er is in die tijd vanuit de overheid druk op ziekenhuizen om het aantal bedden te reduceren. Want dat zou goedkoper zijn. Het gaat in mijn geval om twee specialisten die voor een kleine regio de Interne Geneeskunde in den brede uitoefenen. Met destijds vrij veel cardiologie en longgeneeskunde. Er is een relatie met pakweg 10 tot 20 huisartsen. Hoe is de dagelijkse praktijk voor de komst van de opnamezuster? De internist die immers vrijwel de helft van de tijd door de week dienst doet, weet als geen ander hoe het ongeveer staat met de bedbezetting op de 2e etage. Vaak is hij ’s avonds of ’s nachts nog komen opdraven. Of vlak voor het ochtendspreekuur op de polikliniek even langs de afdeling gelopen. Als er iemand moet worden opgenomen kon dat snel worden geregeld. Er is bovendien altijd wel wat extra uitloop via een opnamekamer op de afdeling. Bij twijfel of het een opname moet worden, kan aan een huisarts via de telefoon worden voorgesteld de betreffende patiënt langs de SEH (Spoedeisende Hulp) of eventueel de polikliniek te sturen. Maar meestal volstaat een telefoontje om samen met het hoofd van de Interne afdeling de opname te regelen.
Telefoon
Dan komt de opnamezuster. Een verpleegkundige die overigens wel degelijk de situatie kent. Maar wat is de praktijk. Het kan gebeuren dat ik ’s ochtends vroeg een huisarts aan de ouderwetse telefoon krijg (rechtstreeks of via de pieper) tijdens het spreekuur op de polikliniek. De huisarts verzoekt concreet om een directe opname van de patient waar hij op dat moment een huisbezoek aflegt. Dan wordt het lastig, tenzij duidelijk is dat onze ‘hartbewaking’ moet worden ingeschakeld. Let wel, deze situatie speelt alleen door de week tijdens kantooruren. Daarbuiten (en dat zijn heel veel uren) moeten we het zelf maar regelen. In de nieuwe situatie kan ik de huisarts een opname niet toezeggen, want het zijn nu andere tijden. De opnamezuster (een solist) moet worden gebeld. Wat ik uiteraard doe.
Scenario’s
Op dat moment zijn er meerdere scenario’s mogelijk: 1) De opname kan worden toegezegd, 2)De opnamezuster is nog niet langs de afdelingen geweest en moet zich op de hoogte stellen, 3) De opnamezuster heeft een vrije dag, 4) de opnamezuster is in gesprek en …. 5) Conflict! De opnamezuster stelt dat er geen plaats is op de afdeling. Wat botst met mijn eigen waarneming. Ik kom er net vandaan! Er is wel degelijk plek, maar de verklaring is simpel. Een hoofd van de afdeling heeft een eigen agenda. Zo kan het zijn dat er weliswaar een herstelde patient naar huis wordt ontslagen van de afdeling, maar dat dit nog niet heeft plaatsgevonden. Soms wil het afdelingshoofd gewoon nog wat speelruimte hebben. Extra belemmering kan zijn dat een verpleegkundige zich juist ziek gemeld heeft en dat de beschikbaarheid daarmee onder druk staat. Een fenomeen dat we maar al te goed kennen vanwege de Coronacrisis op de Intensive Care. Daarbij blijkt vooral de verpleegkundige ondersteuning de beperkende factor.
Allemaal boos
Terwijl dit allemaal speelt, stagneert mijn spreekuur en moet ik de huisarts in de wacht zetten of toezeggen snel terug te bellen. Duurt dat lang dan belt een inmiddels boze, geagiteerde huisarts terug. Ik moet ‘online’beslissen om de patiënt dan maar te sturen. Vervolgens krijg ik een boos afdelingshoofd aan de lijn. Ik negeer immers de werkafspraak, namelijk om opnames alleen nog via de opnamezuster te regelen. Het lijkt nu haast een machtstrijd te worden. Let wel: de patiënt wordt opgenomen. Maar iedereen is boos En gefrustreerd. Begrijp me goed, ik realiseer me ook wel dat veranderingen onvermijdelijk zijn. Druk op de gezondheidszorg (kosten) leidt in de vorige eeuw tot intensieve bemoeienis door de overheid. Er ontstaan nu ook opnamestops, hetgeen voor ons dan een nieuw fenomen is.
Ik denk dan: dit kan toch niet de uitkomst zijn van een ongetwijfeld goed bedoeld initiatief
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering voor JT laten zien door een kleine bijdrage te doen.