Als millennial maak ik mij zorgen. We tellen af naar de verkiezingen en de keuzestress slaat bij veel van ons toe. Op televisie volg ik het ene na het andere debat. Bij voorkeur die met inhoud, want hoe het met Liselot is zorgt er niet voor dat mijn generatie – en de generatie Z na ons – een betaalbaar huis kan veroveren op de overspannen woningmarkt.
Maar toen ik naar het debat bij Jinek keek tussen Denk-leider Farid Azarkan en Forum-boegbeeld Thierry Baudet, zonk de moed mij wel héél diep in de schoenen. Is dit hoe ik word vertegenwoordigd in de Tweede Kamer? Is dit het niveau van de politiek anno 2021?
De Angst met hoofdletter A
De angst grijpt om mij heen. En hij grijpt niet alleen mij.
Ik ben van de generatie die nog het geluk heeft gehad om te beginnen met studeren in het oude leenstelsel. De pech had ik echter dat ik tijdens mijn bachelor aan de Universiteit Utrecht een burn-out kreeg. Een jaar vertraging, maar gelukkig kreeg ik er enige compensatie voor. Maar toen ik wilde doorstuderen werd het echt een duur grapje. De master viel namelijk in het nieuwe leenstelsel. Als student die niet al te rijke ouders heeft, lasten die doorlopen, amper op vakantie gaat, maar wel een beetje bleef werken, zou ik het toch echt in een jaar moeten redden. Zonder mijzelf te diep in de schulden hoeven te steken.
Niet dus. Ik had pech. Door een onoplettende automobilist werd ik op een maandagavond geschept op de fiets en kon ik vijf maanden niet lopen, en een jaar lang revalideren. Sterker nog, ik liep fikse studievertraging op. Ik kon een vak niet afmaken, geen stagelopen, laat staan mij concentreren op het schrijven van een thesis.
De kosten liepen door, ik werd gecompenseerd door de verzekering, maar de studieschuld liep op. Want werken kon ik al helemaal niet meer naast mijn studie op dat moment.
Ik studeerde uiteindelijk af met een torenhoge studieschuld. Een schuld die makkelijk 25.000 euro lager had kunnen zijn. Maar de generatie studenten na mij die niet het geluk hebben van het beginnen in het oude stelsel zijn al helemaal in de aap gelogeerd. Die kunnen geen gebruik maken van de oude terugbetaalregeling. Tegen de tijd dat dat ze met pensioen gaan – waarvan ik niet verwacht dat het nog zal bestaan – zijn ze eindelijk van die schulden af.
Mijn generatie is nu al getekend voor het leven door een schuldenlast waar je U tegen zegt. Met een hoofdletter U.
Ach, dan compenseren we toch met een paar duizend euro? Nee politiek Den Haag, zo werkt dat niet. Mijn generatie is nu al getekend voor het leven door een schuldenlast waar je U tegen zegt. Met een hoofdletter U.
Niks tutoyeren.
Maar dat brengt mij terug op de Angst, met een hoofdletter A.
Ik ben op zoek naar een politicus die wel het hele verhaal durft te vertellen. Want alleen die studieschulden zijn niet mijn probleem. Ik leef straks in een wereld die naar de knoppen is, omdat een huidige generatie politici aan de verkeerde knoppen heeft gedraaid.
Of zelfs ontkent dat de knoppen bestaan.
En dan is er ook vast weer een gelikte politicus die een tegenvraag zal willen stellen aan mij, maar dat is nog geen duidelijk antwoord van daadkracht.
Dit probleem is heus niet alleen zichtbaar in onze eigen polderpolitiek. Kijk breder. De Amazone is verwoest. Amerika is verdeelder dan ooit. Mensenrechten worden wereldwijd geschonden en in Europa ben je als LHBTIQ+’er ook niet overal meer even veilig. In wat voor wereld leven wij dan?
Populistische boemannen
Ik aanschouw het populisme als de grote boeman. Een boeman die mij angstig maakt. Een boeman die inspeelt op het gevoel van mensen die zich achtergesteld voelen.
In het boek Waarom mensen radicaliseren (2019, Prometheus) van hoogleraar sociale psychologie en hoogleraar empirische rechtswetenschap Kees van den Bos van Universiteit Utrecht wordt als een van de voornaamste oorzaken het gevoel van onrecht aangehaald. Waargenomen onrechtvaardigheid, aangevuld met onzekerheid en onvoldoende zelfcorrectie leidt tot volgens deze hoogleraar tot mogelijke radicalisering.
Ik observeer dit fenomeen steeds vaker in nationale en internationale politiek. Maar van zelfreflectie bij politici is amper sprake. Slechts een enkeling durft kritisch op te staan en zelfs binnen de eigen partij de bel te luiden – dank nogmaals Pieter Omtzigt.
Ik leef straks in een wereld die naar de knoppen is, omdat een huidige generatie politici aan de verkeerde knoppen heeft gedraaid.
Maar wáár komt dit gedrag dan vandaan? Ik voel mij ook met onrecht behandeld door de politiek die het leenstelsel op de schop gooiden, verbetering van de kwaliteit van het onderwijs beloofden – wat ik amper heb gemerkt, hoewel het heus niet aan de overuren en betrokkenheid van mijn docenten heeft gelegen.
Van den Bos schrijft in zijn inleiding: “Wat als oneerlijk wordt beschouwd is voor elke persoon verschillend, maar omdat mensen er oprecht van overtuigd zijn dat deze waarnemingen op waarheid berusten, hebben ze doorgaans ook reële gevolgen en kunnen ze een belangrijke voedingsbodem vormen voor radicale opvattingen en extremistische en terroristische daden.” Nu moet ik wel zeggen dat ik nog geen politicus in Nederland heb gevonden die terroristische daden erop na houdt, maar het schuurt er wel aardig tegenaan in sommige gedachtenexperimenten – ook al is het maar een grapje waar je zelf in wil geloven.
Onrecht is een ideale voedingsbodem in verkiezingstijd. Mensen stemmen op een politicus omdat deze verandering wil brengen – of willen doorpakken zoals Wopke Hoekstra zegt, maar tegelijkertijd ook vooral wil doorgaan met waar hij mee bezig was; kortom een beetje paradoxaal.
Vroeger was alles beter. Dat idee van nostalgie is schitterend. Maar nostalgie is ook ‘een tijd verheerlijken uit het verleden’. En die verheerlijking richt zich vaak enkel op aspecten die heel mooi waren, maar de context is daar gelaten. Anno 2021 hebben we meer problemen. Klimaat, wonen, werken, discriminatie – om er een paar van op te noemen. Maar ik denk dat het populisme als een waakvlam onder deze pruttelende ketel brandt.
Het populisme baseert zich op extreem gedachtegoed. Een gedachtegoed dat ook zorgwekkend is. Zowel aan de linker- als aan de rechterflank van de politiek. Populistische politici in binnen- en buitenland roepen dat alles drastisch anders moet. Maar daadwerkelijke concessies willen doen, water bij de wijn wanneer dat nodig is, daar zullen ze niet snel aan toegeven. Steek je dan je hakken principieel in het zand of is het niet eigenlijk gewoon je kop?
Onrecht is een ideale voedingsbodem in verkiezingstijd.
We kunnen problemen blijven ontkennen in het maatschappelijk debat. Maar er zijn grenzen. Goed, ik vond Martijn Konings optreden bij Jinek ook niet fantastisch. Ja, het was voornamelijk een pijnlijke afbranding jegens Baudet, maar anderzijds heeft de vent het ook over zich heen geroepen als ‘splinter van de splinter’. En over zelfspot valt ook nog een hele discussie te voeren. Evenals satire.
Maar het probleem is vooral dat populistische politici zoals Geert Wilders en Baudet zichzelf blijven steken met een angel die er maar niet uit getrokken wil. En vergis je niet, Lillian Marijnissen en Sylvana Simons hebben zich ook op sommige vlakken buiten spel gezet, maar blijven in mijn opzicht nog menselijk handelen. Daarom vallen er ook concessies te sluiten. Goed, sommigen zullen zeggen: verloochen je idealen niet, maar wat als die idealen berusten op het feit dat ze volgens de Nederlandse orde van advocaten in strijd zijn met de grondbeginselen van de rechtstaat? (Zie het artikel van Thomas Borst uit NRC van tien maart 2021).
Het is makkelijk roepen vanaf de zijlijn. Het is makkelijk roepen dat alles anders moet.
A-B-C-ik-kap-er-mee!
Onrecht leidt tot emoties als woede en onbegrip. Maar beseffen we dit ook? Van den Bos schrijft: “We zien dat deze impulsieve responsen kunnen gecorrigeerd wanneer mensen beseffen dat hun reacties wijzen op toenemende radicalisering. Wanneer mensen voldoende denkvermogen hebben (als hun werkgeheugen bijvoorbeeld niet overbelast is), voldoende gemotiveerd zijn (omdat ze bijvoorbeeld onbevooroordeelde of coöperatieve sociale waarden onderschrijven), en wanneer ze herhaaldelijk zelfcorrectietrainingen krijgen, zou zelfcorrectie radicalisering kunnen verminderen.”
Ik leg nu bewust de link tussen radicalisering en populisme, in de context van het steeds verder verharde politieke debat. Misschien is de Tweede Kamer echt een afspiegeling van de maatschappij. Een maatschappij die versplinterd is. Verdeeld tot op het bot. Waar een generatie progressief en woke is, een generatie conservatief en een generatie die het allemaal geen bal meer uitmaakt. We hoppen van partij en splitsen ons af als we ons niet meer gehoord voelen. A-B-C-ik-kap-er-mee!
Onlangs las ik een artikel van Bart de Koning in Maarten! getiteld: Een lamme leeuw. Er wordt driftig verwezen naar het boek van oud-Kamer-voorzitter Anne Vondeling uit 1976 Tweede Kamer: lam of leeuw? De conclusie die ik uit het artikel van de Koning trok was dat de huidige politiek kapot is. Het is stuk. Onze democratie ligt op zijn gat. We zien het in het falen van de Participatiewet, de Toeslagenaffaire, het Nieuwe Leenstelsel – ja daar is ie weer! – en natuurlijk de vele makke Kamerleden die niet meer een kritisch geluid durven te geven binnen de eigen fractie, of de Kamerleden die met een grote bek roepen dat alles kut is wat het Kabinet voorstelt en zelf komt met voorstellen die nog belachelijker zijn. Geen wonder dat de grootste populisten het minst voor elkaar lijken te krijgen in de politiek.
Althans in Nederland.
Neem je verantwoordelijkheid politiek Den Haag
Terug naar mijn angst. Ik knijp in mijn handjes dat ik in aanmerking kwam voor een speciaal woonproject waardoor ik met slechts zes jaar wachttijd een sociale huurwoning kon krijgen in Utrecht Overvecht. Maar goed ook, want ik kon nog maximaal een jaar blijven wonen in mijn studentenstudio na datum van afstuderen. Zie dan maar eens als starter met een torenhoge schuld een betaalbare woning te vinden.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over die lange wachtlijsten dus…
Het water staat mijn generatie tot de lippen. Als we niet op tijd ingrijpen kunnen we dit nog letterlijk gaan nemen.
Maar het politieke populisme is niet het antwoord op dit probleem. Dit politieke geluid van schreeuwers in de woestijn lost niets op. Het vergroot de kloof in de maatschappij in plaats van er een hechtpleister op te plakken.
Ik was vroeger gematigd rechts. Ik kreeg dit vanuit huis mee. Maar ik heb een paar jaar terug mijn politieke lidmaatschap aan de wilgen gehangen – net als mijn vader trouwens. Ik schaam me diep voor de politiek. Centrumpartijen gaan zich wagen aan het populisme, omdat ze zich bedreigd voelen. Ze voelen de schreeuw van onrecht in hun nek hijgen. Misschien ook wel het onrecht wat ze zelf hebben veroorzaakt, maar onrecht versla je niet met onrecht.
Ik ben een zwevende kiezer geworden. Ik heb voor deze verkiezingen mijn keuze intussen gemaakt en ik hoop dat ik het vertrouwen in het politieke landschap mag hervinden. Dat de angst die in mijn nek hijgt van mij afgeslagen kan worden. Ik hoop dat de politiek niet langer haar kop in het zand steekt of met de hakken erin zal gaan staan. Ik hoop dat de Nederlandse politiek haar verantwoordelijkheid neemt, als voorbeeld kan gaan dienen voor hoe het wel moet in de wereld.
Ik kijk met jaloezie naar Nieuw-Zeeland. Daar lijken ze het intussen wel een beetje op orde te hebben.
Afbeelding van MarjoleinD via Pixabay