Mijn vader (1919-2004) overleefde de Tweede Wereldoorlog in Utrecht
Hongerwinter
En de beschreven episode in de Hongerwinter (1944) is maar net goed afgelopen. Maar ook bij andere gelegenheden had het helemaal mis kunnen gaan. Dit verhaal heb ik in mijn jeugd vaak gehoord, maar mijn jongere broer Bram is zo alert geweest om het relaas op te nemen (Oudenoord, Utrecht, vrijdag 6 februari 2004). Mijn vader* was toen al heel breekbaar en dat is ook te horen. Zelfs nu ik het audiobestand opgepoetst heb met Audacity software*. Taco te Gussinklo is dan ook 2 maanden nadien overleden. Het is een staaltje van storytelling (ja, mijn vader was onderwijzer). Steeds weer luister ik ademloos. Mensen die Utrecht kennen, zien de situatie waarschijnlijk voor zich. De spoorwegovergang op de Biltstraat. De Willem Barentszstraat even verderop….
Fragment
Het fragment stopt abrupt omdat de dan de huistelefoon van mijn vader overgaat. Dat blijkt (achteraf) omdat ik mijn vader bel!!! De luisteraar zal vast met vragen blijven zitten. Wellicht kom ik er op terug in een volgende aflevering. Interesse??
Transcriptie
Ja van die illegale telefoon.Dat was meer in de Hongerwinter. Toen waren de geallieerden al opgerukt naar de grote rivieren. Er was telefonisch contact tussen het noorden en de het zuiden. Dus de Nederlanders die in bezet gebied zaten gaven berichten door via Philips voor zover ik weet. Aan de geallieerden in het zuiden en die profiteerden daar natuurlijk van.Al die gegevens moesten verzameld worden. Daarvoor waren illegale telefoons die berichten moesten doorgeven. Er stond ook zo’n telefoon bij professor Geyl* in zijn studeerkamer en die moest steeds bemand worden. Overal in elk district dat verzetsstrijders waren moesten ze om de beurt op vrijwillige basis de wacht houden. Van zo tot zo laat.Dat hebben mijn zusters en mijn broer gedaan en ik ook. maar heel tegen het eind is op een of andere manier dat de Duitsers ter ore gekomen en opgerold. En juist op die laatste zondag dat dat ding nog gedraaid heeft, was het mijn beurt. Dus ik ben er naar toe gegaan, ik denk dat het een op een zondag was.
Maar ik kan mij met een dag vergissen. Ik ben daar naar toe gegaan en ik vond het niet ongezellig want die professor had veel boeken. En ik had beleefd gevraagd of ik ze mocht lezen. En dat mocht als ik ze maar op zijn plaats zette. En dat deed ik dan ook die tijd. En er kwamen dan berichten door. Maar juist op die zondag deed die telefoon helemaal niks. Die was helemaal dood. Ik probeerde dat.Er was ook geen zoemtoon. He, Ik dacht,wat is dat nou voor geks. Ik heb de haak er op gelegd. Ik dacht, ik zal maar wachten.Dat heeft een paar uur geduurd. Tot op een zeker ogenblik een jongeman binnen kwam stormen en tegen professor Geyl en zijn vrouw zei, dat ze direct het huis moesten verlaten. Want de Duitsers kwamen er aan. En dat heeft hij ook gedaan en niet te pakken gekregen. Maar ik hoorde dat.Ik denk, ik blijf hier ook niet wachten, dus ik heb mijn jas gepakt en ben ook naar buiten gelopen. Ik heb Professor en zijn vrouw niet meer gezien. En ik moest dus naar de Biltstraat wat voor me..het was in die tijd doodstil. Ik zag geen mens op straat. Ook al omdat er van die stiekeme razzia’s waren. Jonge mannen zag je helemaal niet. En ik liep naar de Biltstraat, naar de spoorwegovergang en ik wilde de Biltstraat aflopen en dan zie ik in de verte vrachtauto’s met Duitsers met helmen op alsof ze een ….Telefoon rinkelt….