‘Ik kende ze niet eens persoonlijk’, gaat mijn dochter verder. ‘Ik had het er gisteren nog met Amal over: waarom laten we op facebook eigenlijk iedereen toe die vrienden wil worden? Ook als we ze niet kennen? En waarom zetten we er zoveel foto’s op?’
‘Ja, dat laatste vraag ik me ook vaak af. Vooral die foto’s van alles wat jullie eten: je ontbijt, de lunch, het avondeten. Jullie zetten alles maar op facebook. Beetje zinloos, lijkt me.’
‘Nee, die foto’s bedoel ik niet. Ik bedoel die waarop we poseren en er zo goed mogelijk proberen uit te zien.’
‘Maar die zijn toch juist leuk?’
‘Ja, maar als ik weinig likes krijg, dan voelt dat als een steek in in mijn maag. Dat is zo deprimerend.’
‘Wat zeg je nou? Letten pubers daar echt op?’
‘Pap, in onze generatie draait bijna alles daarom. Ik weet precies hoeveel likes mijn populairste foto heeft, namelijk 193, kijk dat is die foto hier, uit 2011. En de eerste keer dat een foto van mij meer dan honderd likes had, was dat in mijn vriendengroep het gesprek van de dag. Want ik was een van de eersten met zoveel likes.’
‘Oh, en hoe kwam dat dan?’
‘Omdat ik toen net mijn Canon had en ontzettend veel foto’s maakte, ook van mezelf met de zelfontspanner. En die lukten heel goed. Iedereen was enthousiast en wilde weten hoe ik dat deed enzo. Daarna heb ik van bijna al mijn vriendinnen foto’s gemaakt en die gebruiken ze nu als profielbeeld.’
Die 193 likes, vertelt Zita verder, dat is peanuts tegenwoordig. ‘Ik ken zoveel mensen die wel vijfhonderd likes krijgen, of meer. Een jongen hier in Berlijn, Steven Lettnin, die is 18 jaar en model. Die krijgt op z’n foto’s op facebook duizenden likes. Haha, die jongen is trouwens heel erg ijdel.’
Status
‘Maar wat gaan Amal en jij op facebook nu anders doen?’
‘Ik doe al veel anders. Bijvoorbeeld, foto’s met weinig likes, twintig ofzo, die laat ik sinds een tijdje gewoon staan. Dat is zo grappig. Ik krijg allemaal berichten van mensen die schrijven: ‘Wow, Zita, jij hebt echt weinig likes en je haalt die foto‘s niet weg. Respect!’’
‘Maar dat is toch idioot? Jullie zetten elkaar enorm onder druk.’
‘Ja, best wel. Weet je: de generatie boven ons, de kinderen die nu 16/17 zijn, zeg maar, die had het veel makkelijker. Die begonnen met die blogs en met facebook en met het uploaden van foto’s zonder dat er een doel achter zat. Ze wilden gewoon blogs schrijven en foto’s maken. En ineens begonnen anderen die dingen die ze maakten te liken. En dat breidde zich steeds meer uit. En toen kreeg je in Berlijn echt beroemde kinderen, die dankzij de sociale media een bepaalde status hadden gekregen. Als wij die op de Ku’damm tegenkwamen, dan wisten wij: dat is die of die. Die kinderen zijn ‘fame’. Dat gebeurde zelfs met mij: ik werd dat Nederlands-Russische meisje dat zo goed kan fotograferen. Zo’n jongen als die Steven, dat model, begon mijn foto’s te liken enzo.’
‘En toen?’
‘Toen begreep ik dat ik wel veel likes heb, maar dat ik heel veel van die mensen helemaal niet ken. En die beroemde kinderen, die voor mij rolmodellen waren en die ik later heb leren kennen, die zijn soms ontzettend arrogant. Die denken echt dat ze geweldig zijn. Daar had ik het met Amal over. Wat heb je aan al die likes en aan die vage kennissen?’
‘Precies. En? Wat heb je eraan?’
‘Nou, niets eigenlijk. Het is gezellig hoor, facebook. Maar het is veel gezelliger om met oude vrienden thuis naar een serie als Homeland te kijken. Dat ga ik nu maar weer eens doen.’
‘Oude vrienden? Homeland? Je bent pas 15!’
‘Ja, maar ik ken Stella bijvoorbeeld al 12 jaar. En zij is net zo verslaafd aan Homeland als ik. Kijk, dat is voor mij echte vriendschap.’
Wierd Duk schrijft een boek over de belevenissen van zijn puberdochter (15) op een zwarte school in Berlijn. Op zaterdagen geeft hij hier een update.