De sfeer in huize Kort is gemoedelijk, een beetje alsof je bij je opa en oma op bezoek bent. Het predikantsechtpaar houdt van dieren. Parkieten, duiven, kippen en konijnen vinden in en om het huis hun schuilplaats. De predikant die als ‘onstuimig’ bekend staat, heeft een vrouw die óók haar mannetje staat. Elk telefoontje voor de predikant gaat eerst langs zijn vrouw. Hij: “Zij is mijn telefoniste en minister van financiën.”
Als in maart vorig jaar corona uitbreekt, stuurt CDA-burgemeester Vroom een brief naar alle inwoners van Krimpen aan den IJssel waarin hij oproept om gezamenlijk tegen de besmettelijke ziekte op te trekken. De oud-gereformeerde predikant beantwoordt die. “Ik schreef het gemeentebestuur (waarin de SGP een behoorlijk aandeel heeft, red.) dat we bereid zijn maatregelen te nemen om deze ziekte in te dammen. Daarnaast heb ik stilgestaan bij de oorzaak van deze ramp. Daarbij heb ik eerst de hand in eigen boezem gestoken: hoeveel oppervlakkigheid is er niet in het christendom? Tegelijk heb ik ook gewaarschuwd dat we op een verkeerd spoor zitten voor wat betreft abortus, euthanasie en zondagsontheiliging. Ook riep ik op om zonden tegen de scheppingsorde uit te bannen. Ik doelde daarmee onder meer op de vrije seksuele moraal, de hoeveelheid scheidingen en bestialiteit. Het ging mij niet specifiek om de homobeweging.” Dat het woord ‘uitbannen’ bij veel mensen het idee van ‘verbanning’ oproept, realiseert de predikant zich dan niet. Hij richt zich op gedrag, niet op de persoon. “Ik wilde helemaal niet de homobeweging even in een hoek zetten.” Concrete acties verwacht de predikant niet van de gemeenteraad. “Wij snappen ook wel dat veel ontwikkelingen niet eenvoudig zijn terug te draaien. De brief was meer bedoeld als een getuigenis.” De brief wordt gelekt naar de pers. Al snel staat de regionale omroep Rijmond op de stoep. Mevrouw Kort (67) doet open. “Ik zag die grote microfoon en de draaiende film. Toen heb ik de deur dicht gesmeten.” Die dag had een buurman “Geen flikkers op het kerkpad” gezegd en een boete van ongeveer 500 euro gekregen. Daar had mevrouw Kort geen zin in. “Ze provoceren je, nemen het op en dan heb jij het gedaan.” Een jaar later staat #BOOS op de stoep. Mevrouw Kort weet van niets en hoort de bel. Ze kijkt uit het raam. “Er stond vijf man op de stoep en twee aan de zijkant. Ik dacht: ‘Ik doe niet open, want dan ga ik op de NOS door heel Nederland.”
De ploeg van Tim Hofman belt ondertussen naar de woordvoerder van de kerk. Die is niet bereikbaar. De predikant begrijpt dat. “Dat was de scriba van onze kerk die een baan heeft. Hij is daarom overdag slecht bereikbaar.” Twee weken later is #BOOS terug. Via de achterkant van de kerk probeert de ploeg de koster te spreken te krijgen. Die wil niet op camera. Iets verderop treuzelt een auto. Daarin zitten twee mannen die hun opgebaarde vader in het kerkgebouw net bezocht hebben. Zelf zijn ze geen lid van de gemeente van Kort. Ze kennen Leon nog van vroeger, van de voetbalclub. Een cameraploeg bij hun overleden vader? Dat nemen ze niet en gaan erop af. Eerst proberen ze het gesprek nog aan te gaan, maar de journalisten weten van geen wijken. Dan trekken de broers het niet meer en dreigen: “Wegwezen hier, anders gaan er klappen vallen.” Mevrouw Kort ziet later op het filmpje hoe het incident geframed wordt. “Zo van: ‘dit zijn nou de volgers van dominee Kort, die mogen homo’s niet’. Maar dat is niet waar, die mannen wilden niet dat er gefilmd werd omdat hun vader er opgebaard stond.”
Na de uitzending in februari wordt het echtpaar overvallen door een immense hoeveelheid brieven (sommigen met seksspeeltjes), dreigende telefoontjes (“Krijg de tering”, “Val dood”) en bezoek aan huis. Een microfoon wordt over de schutting gehangen, eieren tegen de kerkdeuren gegooid en een vuurwerkbom geplaatst. Ook zijn hun kleinkinderen getuige van pornografisch materiaal wat door de brievenbus wordt gegooid. Daarna maakt het echtpaar de brieven niet meer open. Die zijn eenvoudig te scheiden van ‘gewone post’ omdat ze anders geadresseerd zijn. Tussen deze brieven zit mogelijk ook de brief van Leon, gedateerd op 1 maart. Inmiddels zijn alle ongeopende brieven – tassen vol – weggegooid. Nu het stof is neergedaald, kan het echtpaar de puzzelstukjes neerleggen: zó moest het zijn gegaan.
Zou u alsnog in gesprek willen met Leon Houtzager?
“Natuurlijk, hij is welkom. Laat hem maar aanbellen of opbellen. Maar wij hebben nooit iets van hem gehoord. Ineens stond hij hier voor de deur met Tim en drie anderen. Wij wisten niet dat één van hen Leon was, want we kenden hem niet en wisten het doel van hun komst niet.”
Volgens Leon heeft hij contact gezocht via een mediator. Ook heeft het COC in Krimpen alle predikanten uitgenodigd voor een gesprek, waarbij u niet kwam opdagen.
“Hoezo een mediator? Moeten wij naar elkaar toegebracht worden? Een man die ik niet ken? Hij komt dan wel uit Krimpen aan den IJssel, maar woont nu in Rotterdam. Zijn ouders wonen hier nog, maar ik ken ze niet eens van gezicht. Bovendien was de brief niet aan Leon gericht en heeft iemand anders hem gelekt. Ik denk dat de brief met opzet naar buiten is gekomen en er veel sensatie bijkomt. Ik geloof niet dat het Leon te doen is om een gesprek. Als ik iemand wil spreken, dan ga ik (alleen) langs. Maar hij heeft nooit gebeld en is nooit alleen aan de deur geweest. Dat COC de kerken uitnodigden voor een gesprek, is mij onbekend. Ook van medepredikanten heb ik er niets over gehoord.
U had er ook voor kunnen kiezen om de deur open te doen en de cameraploeg netjes te woord te staan.
“Dat zou ik onder normale omstandigheden ook doen. Maar dit was niet normaal. Eerst was Rijnmond langs geweest, daarna kregen we nare reacties van de Telegraaf. Toen stond er wéér een ploeg voor de deur. Wij zijn helemaal geen mensen van de foto of de film en kregen toen het gevoel: Er wordt een val voor ons opgezet. Iets heel anders dan een redelijk gesprek dus.”
Hoe gaat u om met homo’s in uw kerkelijke gemeente?
“Ik heb ze regelmatig op bezoek. Volgende week heb ik ook een gesprek met één van hen die celibatair leeft. Ik heb helemaal geen problemen met homo’s, ik heb ze juist líef als één van mijn naasten. Ik zoek hoe ik hen bekend kan maken met de liefde van Christus. Ook heb ik gescheiden mannen in mijn gemeente gehad, die een relatie met een man zijn aangegaan. Daar hebben we pastorale gesprekken mee gehad. Ik had ook kunnen zeggen: ‘Ik wil niet met jou praten omdat je homo bent’. Maar dat ligt niet zo bij mij. Ik heb het als een wonder ervaren dat ik na een zondig leven (Kort was manager van een amateur-rockgroep en zat in het uitgaansleven, red.) weer welkom was in de kerk. Een christen is niet haatdragend, maar vriendelijk en bidt juist voor de ander. Maar een christen wijst óók de zonde aan en waarschuwt ervoor. Homofiele gemeenteleden die een seksuele relatie aangaan worden als vanzelf van het Avondmaal geweerd. Maar dat geldt ook voor mensen die in openbare dronkenschap leven. Ik sta op het standpunt dat iemand na zijn bekering breekt met zijn zonden, maar dat betekent niet dat zo iemand geen last meer heeft van zijn zondige geaardheid. Zo was er iemand in mijn vriendenkring die tot bekering kwam, zijn homoseksuele relatie verbrak en tot zijn sterven alleen is gebleven. Verdrietig genoeg is hij vroeg overleden aan aids.”
In een artikel van de Gaykrant schrijft Leon dat u in een preek het volgende zegt : “Als je homo’s liefde toont, dan zul je net als hen branden en stenen om je oren krijgen”. Klopt dat?
“Heb ik dat gezegd? Nee hoor, daar herken ik me niet in. Waar ik me wel in herken is de Bijbelse geschiedenis dat Abraham voor Sodom bad. Heb je het preekfragment voor mij? Want misschien begrijp ik dan hoe ik het bedoelde. Ik ben rechtuit in mijn preken, ik zeg het ook niet altijd even verstandig. Misschien heb ik het gezegd in de context van de Bijbeltekst: “Ieder die de naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid.” (“Als je de Heer dient, mag je geen slechte dingen doen” red.)
Later reageert de predikant alsnog op het fragment (waarvan de strekking is: “Zondig gedrag moet je niet tolereren, want dat loopt verkeerd af”)
“Het is geen liefde om de zondaar niet te waarschuwen als je weet dat hij zijn ondergang tegemoet loopt. Later zal hij dan zeggen: ‘Waarom liet u me gaan? Is dat uw liefde voor mij? Had het mij gezegd, dan had ik nog terug gekund, maar nu is het voor eeuwig te laat.’”
Leon zegt: “Als homo in de biblebelt sta je er helemaal alleen voor.” Herkent u dat?
“Daar wordt veel over geschreven in de pers. Ik herken daar wel iets van, maar toch denk ik dat het iets genuanceerder ligt. Het is een soort mentaliteit onder mannen in bepaalde plaatsen. Toen ik opgroeide in Genemuiden, werd er echt niet vriendelijk gesproken over homo’s. Maar dat waren vooral onkerkelijken. Kortom, in sommige plaatsen is er geen acceptatie. In feite gaan de kerken daar niet het slechtste mee om. Bij ons is er geen agressieve benadering, maar wel een Bijbelse afkeuring.”
Heeft u weleens voor Leon Houtzager gebeden?
“Sterker nog: Ik heb het hem gelijk vergeven. Er staat in de Bijbel: “Zegen hen die u vervolgen” en “Bid voor degenen die u geweld aandoen.” Maar het is niet zo dat ik elke dag op mijn knieën ga voor Leon. Soms bedenk ik me dat ik Leon zou moeten bedanken. Mijn brief aan de gemeenteraad is door Leon’s toedoen door heel Nederland gelezen. Daardoor heb ik nieuwe contacten opgedaan, mensen die geïnteresseerd zijn geraakt door het geloof. Ja, het is zelfs gezegend geworden.”
De aangifte van Leon Houtzager tegen ds. Kort is door het Openbaar Ministerie onderzocht. Die heeft in september besloten ds. Kort niet verder te vervolgen. Het OM erkent dat er sprake is van belediging van een groep mensen, maar geloofsovertuiging en vrijheid van meningsuiting wordt gezien als een sterk grondrecht.
Tegen deze beslissing heeft Houtzager bezwaar ingediend: “Het kan niet zo zijn dat een religieus persoon een bredere vrijheid van meningsuiting heeft dan een niet-religieus persoon. Dat zou oneerlijk zijn. Door gelovige mensen toe te staan de strafwet te overtreden, krijgen zij een privilege ten opzichte van niet-gelovigen. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Mijn doel is om iedereen gelijk te behandelen volgens de wet.” Het gerechtshof in Den Haag zal nu besluiten of ds. Kort alsnog vervolgd moet worden en organiseert daarom een raadkamerzitting op 28 juli. Topadvocaat Spong zal Leon Houtzager bijstaan tijdens deze zitting. Volgens de raadsman zijn er genoeg aanknopingspunten om het besluit van het Openbaar Ministerie aan te vechten. De toetsingsmethode waarmee groepsbelediging een aanzetten tot discriminatie wordt vastgesteld, het zogenaamde driestappenkader, is volgens de heer Spong na 20 jaar toe aan vernieuwing. Het echtpaar Kort kent advocaat Spong niet. Wel hebben ze nu via-via van hem gehoord. “Hij schijnt een topadvocaat te zijn.” De predikant lacht. “Leon mag dan een topadvocaat hebben, maar wij hebben een hémelse Advocaat. En mocht het echt zo ver komen, dan schrijf ik mijn derde boek in de gevangenis.”
Verantwoording
Bij de voorbereiding van het interview heeft er research plaatsgevonden. Ook is er contact gelegd met Leon Houtzager die zijn brief en het geluidsfragment wilde aanleveren. Ook heeft hij het artikel vooraf ingezien en is hij in de gelegenheid gesteld om te reageren. Hij wenste hier geen gebruik van te maken.