Via een WOB-verzoek legde ik de hand op gemeentelijke interne documenten en kreeg een ontluisterende blik op hoe Alphen aan den Rijn de doelstellingen van het Klimaatakkoord wil halen. De gemeente haalde onder het mom van burgerparticipatie het gewenste resultaat uit een inwonersenquête en zette doelbewust tegenstanders buiten spel.
Wie wind zaait, zal storm oogsten
Nederland staat voor de grote uitdaging om de afspraken uit het Klimaatakkoord na te komen. In 2030 wil Nederland de CO2-uitstoot met 55% verminderd hebben. Eén van de afspraken uit dit akkoord is dat 30 energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden en dit te verwerken in een Regionale Energie Strategie (RES). Holland Rijnland is een van die 30 samenwerkingsverbanden, bestaande uit 14 gemeenten in de provincie Zuid-Holland. Het omvat de Leidse regio, regio Alphen aan den Rijn en de Duin- en Bollenstreek. Elke gemeente is binnen zo’n Regionale Energie Strategie verantwoordelijk voor het nemen van eigen maatregelen.
In het Groene Hart tussen de grote steden Amsterdam, Utrecht en Leiden ligt Alphen aan den Rijn. Na een aantal fusies heeft de gemeente een oppervlakte van 132,50 km² en telt het gebied meer dan 112.000 inwoners, waarmee ze tot de dertig grootste gemeenten van Nederland behoort. De gemeente bestaat uit de stad Alphen aan de Rijn, de dorpen Aarlanderveen, Benthuizen, Boskoop, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Koudekerk aan den Rijn, Zwammerdam en het buurtschap Groenendijk. Nagenoeg elk dorp heeft een eigen dorpsoverleg dat fungeert als brug tussen inwoners en gemeente.
Tijd van knopen hakken en in actie komen
‘Een hele forse opgave’, zo noemde begin 2019 burgemeester Liesbeth Spies van Alphen aan den Rijn en tevens portefeuillehouder Energie en Economie van Holland Rijnland, de energieopgave. ‘Investeren in duurzame energie, betekent dat we windmolens en zonnevelden krijgen. We kunnen niet wegkijken van deze grote opgaven.’ In mei van het vorig jaar stemde een meerderheid van de Alphense gemeenteraad voor het concept van de RES die Holland Rijnland heeft voorgesteld. De Alphense wethouder van Zuylen met duurzaamheid en natuurbeleid in zijn portefeuille was blij dat de gemeente ambities toonde: ‘Het is nu tijd om knopen door te hakken en in actie te komen. Dat betekent meer windmolens en zonneweides’, zo liet hij in de media weten.
Haastige spoed
In de mailbox bij wethouder Van Zuylen valt in oktober 2020 de mededeling dat Alphen aan den Rijn voor 7 december 2020 input moet aanleveren bij RES-portefeuillehouder Holland Rijnland. Vanuit Holland Rijnland worden er twee kant en klare enquêtes ter beschikking gesteld, waarmee de gemeente draagvlak voor de concept energiestrategie kan toetsen. De gemeente kiest er voor om hier geen gebruik van te maken en zelf een enquête op te gaan zetten.
Enkele dagen later wordt onderzoeksbureau Citisens ingeschakeld om de enquête op te zetten en uit te voeren, binnen de gemeente wordt een werkgroep geformeerd. De belangrijkste doelen van de enquête zijn volgens de werkgroep het ophalen van meningen, houdingen en standpunten van inwoners, het in kaart brengen van betrokkenheid en het informeren over de RES. De gewenste uitkomst is dat er ‘een conversatie over lokale gevolgen van de RES’ op gang komt. Hierbij wordt gemeld dat de enquête ‘een eerste inventarisatie is van wensen van inwoners in de breedte’. Tegelijkertijd wordt er door de werkgroep een brief opgesteld voor alle dorpsoverleggen waarin ‘het belang van partners zijn’ en het ‘betrekken in het proces’ wordt benadrukt.
Emeritus hoogleraar Jelke Bethlehem, verbonden aan het Instituut voor Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden zet vraagtekens bij deze aanpak. Bethlehem: “Het is erg vreemd dat de gemeente een enquête gebruikt om de inwoners te informeren. Het zou moeten gaan om het verzamelen van informatie bij de inwoners.”
Sturen op verwachtingsmanagement
Begin november 2020 levert onderzoeksbureau Citisens een eerste concept van de enquête aan. Omdat de resultaten van de enquête begin januari 2021 moeten worden aangeleverd, zit er grote tijdsdruk op het uitzetten van de enquête. De werkgroep moet binnen drie werkdagen feedback op de conceptvragen aanleveren. Na een eerste blik op de conceptvragen wordt er geconcludeerd dat er in de enquête sterk gestuurd moet worden op verwachtingsmanagement, niets doen is geen optie, aldus de werkgroep. Vragen en antwoorden in de enquête moeten meer ingekleed worden, zodat er een groter gevoel van urgentie bij de inwoners zou ontstaan.
De werkgroep wil voorkomen dat tegenstanders antwoordvelden gaan gebruiken om kritiek te uiten, er wordt zorgvuldig nagedacht over de vraagstellingen en antwoordmogelijkheden. De term ‘windturbine’ komt intern ter discussie te staan. De voorkeur van de werkgroep gaat uit naar ‘windmolens’, want ‘daar houdt iedereen nu zo van’. De term ‘windturbine’ zou negatieve associaties kunnen oproepen. Er wordt nog dagen gewerkt aan de eerste versie van de enquête. Bij elke vraag sleutelt de werkgroep aan de mogelijke vragen en antwoorden. Zo wordt als extra verkoopargument om een zonneweide in de buurt ‘te nemen’, geopperd om dan te benoemen dat een zonneweide wordt gecombineerd met extra natuur.
De vraag over waar windturbines komen te staan, wordt aangepast zodat het niet overkomt alsof ze heel dichtbij huizen komen, maar ‘in de omgeving’. Dit zou verder weg klinken. De optie van het niet willen van windturbines wordt dusdanig aangepast dan men moet gaan kiezen uit óf windturbines óf zonneweides. Allebei niet willen, wordt als optie uit de enquête gehaald. Dat tegenstanders van zonneweides en windturbines niet bepaald welkom zijn in de enquête, blijkt ook uit de inschatting van de werkgroep dat bij vraag 10 waarschijnlijk de echte tegenstanders al zijn afgehaakt. Open invulvelden waar voorspeld wordt dat tegenstanders kritiek zullen invullen, verschijnen alleen bij de optie ‘geen mening’.
In de uitnodigingsbrief voor de enquête naar de inwoners wordt besloten om geen aandacht te schenken aan de weerstand op windturbines en zonneweides. De inschatting van de werkgroep is dat de groep tegenstanders slechts 1% van de inwoners bedraagt, dit neemt de gemeente wel op de koop toe. Als laatst wordt er geconcludeerd dat er geen reactie vanuit de dorpsoverleggen is binnengekomen op de concept enquête. De brief aan de dorpsoverleggen blijkt echter nooit te zijn verstuurd. Geen enkel dorpsoverleg weet nog iets over de naderende enquête, noch hebben zij input kunnen leveren.
Harry Körmeling en Jan Wesselingh van de dorpsoverleggen Hazerswoude-Rijndijk Oost en Hazerswoude-Rijndijk West (Groenendijk): “Het is uitermate schrijnend dat onze dorpsoverleggen in het gehele RES-proces op geen enkele manier zijn betrokken en zelfs heel bewust zijn genegeerd. Wij zijn als dorpsoverleggen pas in januari 2021 tot onze grote verbazing over de inhoud van de RES-plannen door de gemeente geïnformeerd. Daarna is niets meer vernomen van de gemeente en onze schriftelijke bezwaren en kanttekeningen over de enquête zijn nog steeds onbeantwoord.”
Dr. Ank Michels, universitair hoofddocent aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht is kritisch over de houding en werkwijze van de gemeente. Michels: “Bewoners wordt gevraagd om mee te denken. Maar de vraag is waarover. Participatie lijkt vooral instrumenteel te worden ingezet, het organiseren van steun. Immers, veel ligt al vast. Regelmatig wordt gerefereerd aan verwachtingenmanagement, niets doen is geen optie. Het instrumentele doel om mensen vooral mee te krijgen in een al vastgelegd traject blijkt ook uit het gebruik van windmolens in plaats van windturbines. Voor de deelnemers aan de enquête is het daarnaast onduidelijk wat er met de resultaten gebeurt en wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen nog keuzes gemaakt kunnen worden.”
Ook Bethlehem vindt het dubieus dat de nadruk van de enquête zoveel op ‘verwachtingsmanagement’ ligt. “Het lijkt erop dat de enquête is gebruikt om de mening van de inwoners een bepaalde kant op te sturen. Dit is een fout gebruik van enquêtes. Enquêtes horen neutraal en objectief te zijn. Dit is een tendentieuze enquête. Kennelijk vinden de onderzoekers het niet prettig dat er tegenstanders zijn. Die werken ze in de vraagstellingen dan ook zoveel mogelijk weg. Dit is een dubieuze gang van zaken. Het diskwalificeert de enquête.”
Actief benaderen en sleutelen
Het uitzetten van de enquête komt half november 2020 in zicht. De werkgroep kiest er voor om elk huishouden van Alphen aan den Rijn uit te nodigen voor het meedenken over het opwekken van duurzame energie in de regio via de enquête.
Opvallend genoeg wordt er besloten om een inwonerspanel van 1.060 mensen en een groep ‘meedenkers’ van 250 mensen actief te benaderen om mee te doen aan de enquête. Deze beide groepen hebben eerder samengewerkt met de gemeente aan duurzaamheidsonderwerpen. Via mail en een speciale brief wordt de groep van in totaal meer dan 1.300 uitgekozen inwoners gevraagd om de enquête in te vullen.
Op 16 november 2020 is de enquête dan eindelijk online gegaan. Nadat de enquête al vier dagen open staat voor de inwoners, wordt er plots nog gesleuteld aan de enquête. De antwoordmogelijkheid om aan te geven geen zonneweides of windturbines te willen wordt binnen één dag aangepast. Het antwoord zou te kort door de bocht gaan en ‘niets willen’ mocht nu eenmaal niet als optie worden ingevuld door inwoners. De vraag wordt aangepast zodat er vanaf dat moment niet meer tegen de komst van windturbines en zonneweides gestemd kan worden.
Voor Bethlehem gaat de gemeente hiermee een duidelijke grens over. “Een vragenlijst tijdens het veldwerk veranderen kan echt niet. Het is zoiets als het verbouwen van een rijdende trein. De desbetreffende vragen zijn hiermee waardeloos geworden. Je moet het buiten de analyse houden.”
Michels vindt het daarnaast problematisch dat de enquête is gestuurd naar een inwonerspanel van meer dan 1.300 mensen. “Deze groep bestaat volledig uit mensen die eerder hebben ‘meegedacht’ en hebben aangegeven hier verder over mee te willen denken. Dit zijn dus mensen die een zekere affiniteit hebben met het onderwerp duurzaamheid en energie. Niet bepaald de doorsnee inwoner.”
De provincie als tegenstander
De sturende vraag- en antwoordmogelijkheden en de latere aanpassing in de enquête lijken bewuste keuzes, zodat de werkgroep kan aantonen dat er weldegelijk draagvlak is onder inwoners voor zonneweides en windturbines. In onderling mailverkeer tussen de leden van de werkgroep en de wethouder worden de risico’s besproken. Zij vinden dat zonneweides en windturbines in de regio noodzakelijk zijn, maar dat besluitvorming nog niet heeft plaatsgevonden. De gemeenteraad moet de definitieve RES-strategie nog goedkeuren. Ook de provincie Zuid-Holland wordt als risico bestempeld, want de provincie zou van mening zijn dat windturbines en zonneweides in de Alphense regio niet passend zijn. Duurzaamheidswethouder Van Zuylen was daar al eerder in de media kritisch over: “De provincie bedoelt het goed en wil het Groene Hart beschermen. Daar staan we helemaal achter. Maar we moeten de vraag stellen: ‘Wat is het Groene Hart?’ Ook in onze regio zijn veel plekken die een meer industrieel karakter hebben, met een lage natuurwaarde.”
“Wat betekent dit?”, vraagt Michels zich af. “Wil de Alphense politiek de zonneweides en windturbines liever niet en de wethouder en werkgroep wel? Hebben de ambtenaren die dit participatietraject organiseerden een verkeerd beeld van de politieke agenda? Of hebben ze een eigen agenda?”
Optimistisch gevoel
Begin december 2020 sluit de enquête en wordt de balans opgemaakt. Resultaat: 3.331 inwoners van Alphen aan den Rijn hebben de enquête ingevuld, 2,8% van het totaal aantal inwoners. Bijna de helft van de actief benaderde ‘meedenkers’ heeft de enquête ingevuld, zonder deze groep zou het responspercentage onder de 2% liggen. Daarnaast blijkt het overgrote deel van de respons uit de stad Alphen te komen. De dorpen blijven ver achter in respons, het aantal schommelt per dorp rond de 100 mensen die daadwerkelijk de enquête hebben ingevuld. Dit terwijl de gevolgen van windturbines en zonneweides daar juist het grootst zullen zijn.
Ondanks de lage respons zijn wethouder Van Zuylen en de werkgroep blij met de enquêteresultaten. Uit de enquête zou blijken dat de positieve basishouding tòch de boventoon voert en zijn er waardevolle resultaten opgehaald. Uit de enquêteresultaten zou blijken dat ruim 72% van de inwoners positief staat tegenover het opwekken van duurzame energie in de regio. Slechts 17% van de inwoners zou hier tegen zijn. De resultaten worden door burgemeester Spies en de wethouder enthousiast gedeeld in de media.
Wesselingh van dorpsoverleg Hazerswoude-Rijndijk West (Groenendijk) is verbaasd over de uitslagen: “Wij hebben in het najaar van 2020 aan de hand van een eigen dorpsenquête vastgesteld dat er geen draagvlak is voor windturbines op de voorgestelde zoeklocaties rondom Hazerswoude-Rijndijk. Deze resultaten zijn in ontvangst genomen en besproken met de gemeente. Het verbaast ons dat de gemeente er nu vanuit gaat dat er wél voldoende draagvlak in Hazerswoude-Rijndijk zou zijn.”
Ook Bethlehem zet kanttekeningen bij het optimistische gevoel bij de gemeente: “Er wordt geconcludeerd dat veel inwoners hebben meegedaan aan de enquête. Daarbij zien ze over het hoofd dat een grote enquête niet per se een goede enquête is. Het gaat vooral om de samenstelling en representativiteit van de enquête en veel minder om de omvang ervan. De uitkomsten van deze enquête zijn niet van toepassing op de inwoners als geheel. Je kunt niet generaliseren, hierdoor is de enquête nu niet representatief.”
Kritiek
Om het beeld van het positieve sentiment te versterken maakt de werkgroep een afbeelding (infographic) van de belangrijkste enquêteresultaten. Deze afbeelding leidt tot zorgen bij een lid van de werkgroep, hij vraagt zich hardop waarom de werkgroep alleen de positieve uitkomsten benadrukt in de afbeelding. De medewerker signaleert verder dat er meer dan 500 mensen in de enquête kritiek hebben geuit, maar hier niets van terug te zien is in de afbeelding. Er wordt besloten om een kort lijstje ‘voorwaarden en zorgen’ toe te voegen in de afbeelding. Ook in de rapportage wordt geen aandacht besteed aan de tientallen pagina’s zorgen geuit door inwoners in de enquête.
Naar aanleiding van het delen van de positieve enquête-uitkomsten in de media, melden inwoners zich bij de gemeente met kritiek of zorgen. De reactie binnen de gemeente is dat dit allemaal meningen zijn van inwoners die niet om een specifieke reactie vragen. Er wordt besloten om niet op de kritiek of zorgen in te gaan en een algemene reactie terug te sturen.
Van concept naar …
Voor 1 juli 2021 moet de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn het concept van de RES definitief goedkeuren. De gebieden waar mogelijk windturbines en/of zonneweides kunnen komen worden hierdoor definitief. Binnen enkele jaren zullen in die gebieden zonneweides en/of windturbines gaan verschijnen. De Alphense inwoners zijn op papier meegenomen in de totstandkoming van de RES. In de praktijk blijken de conclusies uit de enquête over het positieve sentiment en het grote draagvlak onder inwoners zeer discutabel en broos te zijn.
Het is aan de Alphense gemeenteraad om te bepalen op welke basis zij verder met deze RES willen gaan. Verder met een rammelende onderbouwing of wil zij eerst uitgezocht hebben hoe groot het draagvlak voor de RES onder de inwoners daadwerkelijk is? De klok tikt…
Reactie gemeente Alphen aan den Rijn:
“Wij hebben alle inwoners een kans willen geven om hun mening te geven over de opwek van duurzame elektriciteit in onze regio. Wij hebben daarom breed over deze enquête gecommuniceerd. Wij zijn zeer tevreden over de respons van 3.331 inwoners. Met het nationale Klimaatakkoord hebben partijen zich verbonden aan het realiseren van de ambities van het internationale klimaatakkoord van Parijs. Daartoe is het noodzakelijk dat naast inzet op energiebesparing ook ingezet wordt op duurzame opwek. Daarom is niets doen geen optie en dat willen we eerlijk communiceren naar onze inwoners.
Via sociale media kregen we berichten dat inwoners een bepaalde vraag te sturend vonden. Dit hebben we daarom laten aanpassen. Deze enquête is uitgevoerd door het gerenommeerd onderzoeksbureau Citisens. Wij hebben vertrouwen in de totstandkoming en uitvoering van de enquête en zijn van mening dat dit proces zorgvuldig doorlopen is. Daardoor hebben wij vertrouwen in de uitkomsten van dit onderzoek en zien geen noodzaak een nieuwe enquête uit te zetten.”
Reactie wethouder Van Zuylen over verschil van inzicht met Provincie Zuid-Holland:
“De RES 1.0 is opgesteld in nauwe samenwerking met de Provincie Zuid-Holland. Gedurende dit proces is gebleken dat binnen het vigerende ruimtelijke beleid de gezamenlijk afgesproken ambitie en de opgave voor de energietransitie niet gehaald kan worden. Op basis daarvan is afgesproken om ook te zoeken naar mogelijkheden die niet binnen het vigerende beleid passen, maar waarvoor verruiming van het beleid nodig is. In haar zienswijze op de Omgevingsvisie voor Alphen aan den Rijn heeft de Provincie Zuid-Holland aangegeven dat de RES Holland Rijnland een bouwsteen is bij de aanpassing van de standpunten over energie. Ook het PARK’s advies biedt aanknopingspunten voor uitbreiding van mogelijkheden voor de energietransitie in het Groene Hart.
Windmolens en zonneweides hebben landschappelijke impact en kunnen voor overlast zorgen. Uitgangspunt is daarom dat de lusten en de lasten eerlijk over de regio worden verdeeld. Door te kiezen voor opwek langs grootschalige infrastructuur wordt zo goed mogelijk rekening gehouden met het landschap. Daarnaast zorgt een goede balans tussen wind en zon voor haalbaarheid voor het energienet en betaalbaarheid voor de netbeheerder, en daarmee voor de belastingbetaler.
Wij roepen de Staten daarom op niet het hele grondgebied van het Groene Hart uit te sluiten, maar juist samen te zoeken naar mogelijkheden waarbij de ruimtelijke kwaliteit zo goed mogelijk wordt gewaarborgd. De Provinciale Adviseurs Ruimtelijke Kwaliteit hebben daarvoor met hun advies over grootschalige opwek in het Groene Hart al een goede aanzet gedaan.”
Reactie onderzoeksbureau Citisens:
Ondanks meerdere verzoeken wilde Citisens niet reageren.