Het verschijnsel heet ‘flashbulb memory’, een flitslichtherinnering. Het woord werd geënterd in 1977, toen onderzoekers Roger Brown & James Kulik aan mensen vroegen waar ze waren toen ze hoorden dat John F. Kennedy werd vermoord. (22-11-1963) Het bleek dat het waar, wanneer van die gebeurtenis, in hun geheugen was gegrift. Dit soort herinneringen zijn bovengemiddeld gedetailleerd, helder, levendig en bestendig. Alsof er een ouderwetse flitslamp even alles oplicht en vastlegt. Details zijn daardoor opeens zichtbaar, terwijl alles wat zich voor of na de flits afspeelt niet geregistreerd is.
Persoonlijk relevant
Op basis hiervan concludeerden wetenschappers dat aan het vormen, bewaren en ophalen van herinneringen die tot stand kwamen als gevolg van een grote mate van emotie en verrassing, een specifiek geheugenmechanisme ten grondslag ligt. Daarbij speelt ook mee, in hoeverre de gebeurtenis persoonlijk relevant was. Brown & James Kulik ontdekten bijvoorbeeld dat 75% van de zwarte Amerikanen zich de dag van de moord op Martin Luther King (4 april 1968) nog zo levendig kon herinneren. Van de blanke Amerikanen was dat met 33% beduidend minder.
De dag dat m’n vader overleed
Ook niet publieke of onverwachte persoonlijke gebeurtenissen van groot gewicht, zoals zoals iemands trouwdag of het overlijden van een naast familielid kunnen in het brein opgeslagen worden als een flitslichtherinnering. Zo weet ik zelf alle details nog exact van de vroege decemberochtend dat mijn vader overleed. Wat ik aan had, wie mij koffie aanreikte en hoe ik aan de telefoon zat om de uitvaartleidster te bellen. Geuren, woorden of situaties van alledag kunnen je zodoende ook ineens ’terugbrengen’ naar de dag dat Pim Fortuyn (6 mei 2002) werd vermoord of juist naar de dag dat je kind werd geboren. “Zo rook het toen ook” of “Ja toen zaten we ook zo met z’n allen voor de TV.”
Wereldorde
Dat komt omdat zulk nieuws groot is en consequenties heeft, vertelt Ineke Wessel, psycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen bij RTL Nieuws. “Neem 9/11. Als zoiets gebeurt, dan voel je meteen aan: dit heeft gevolgen. Voor families in de eerste plaats, voor een land, maar ook voor de wereldorde. Er werd een supermacht aangevallen.” Bij sommige gebeurtenissen, de dood van Joh F. Kennedy (1963), het verongelukken van prinses Diana (1997) werkt de flitslichtherinnering mondiaal. Soms gaat het om een nationale schok: de moorden op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004) en nu ook Peter R. de Vries (2021) zijn in ons land wat de dood van Franco was in Spanje, Olof Palme in Zweden en François Mitterand in Frankrijk.
Wat je persoonlijk raakt
Als het nieuws je persoonlijk raakt, of de groep raakt waar je je in bevindt, dan heeft zo’n gebeurtenis meer impact. Dat ontdekte Ineke Wessel toen ze onderzoek deed naar de herinneringen aan de Fukushima-ramp (11 maart 2011). Ondergetekende is daar zelf het beste voorbeeld van. Ik weet namelijk alleen nog dat ik tijdens de Japanse kernramp doodziek was en niet in staat was tot het bekijken van media, laat staan erover praten met mijn naasten. Voor mij persoonlijk geen flitslicht-herinnering dus, maar voor veel anderen wel. Ineke en haar team ondervroegen Denen, Duitsers en Nederlanders over deze dag en daar waren al verschillen. “Denen zijn in hun land niet bezig met kernenergie, Nederlanders staan er een beetje positief tegenover en Duitsers zijn zeer fel tegen kernenergie.” Het bleek daarom dat de Duitsers, veel meer dan Denen en Nederlanders flitslichtherinneringen aan het nieuws over de ramp overgehouden hadden.
Kwestie van overleven
Stressvolle momenten maken stresshormonen (cortisol en adrenaline) aan en die zetten je zowel mentaal als fysiek op scherp. Evolutionair natuurlijk overgehouden aan het feit dat er in gevaarlijke of nijpende situaties snel gehandeld moest worden en dat je deze omstandigheden moet onthouden teneinde je overlevingskans te vergroten. Het overdonderende verrassingseffect, zoals recent de aanslag op Peter R. de Vries, maakt dat we het beter onthouden. En wij mensen delen het graag, voor onze eigen verwerking, maar ook omdat we het fijn vinden het gevoel te hebben dat we ‘erbij waren’. Het zorgt voor verbinding tussen mensen. Als je samen was in de namiddag en avond (op de plek des onheils was het ’s ochtends) van de aanslag op de Twin Towers deel je samen een heftige herinnering en dat verstevigt vriendschap.
Het vervormt wel
Dat met elkaar zijn op zulke cruciale momenten is tevens belangrijk voor het juist onthouden ervan. Want zelfs flitslichtherinneringen vervagen op den duur. Je kunt elkaar dan corrigeren. Er zijn verschillende studies gedaan waarbij aan mensen herhaaldelijk, over een langere periode, naar dezelfde herinneringen werd gevraagd. En die bleken te veranderen. “Er zijn mensen die op een gegeven moment beweerden dat ze op TV het vliegtuig in de Bijlmer hebben zien neerstorten, in 1992”, vertelt Ineke Wessel. Dat kan helemaal niet, want toen dat gebeurde stonden er geen camera’s bij. “En er zijn mensen die ervan overtuigd zijn dat ze beelden hebben gezien van de moord op Pim Fortuyn.” Ook dat laatste is onmogelijk, want, ondanks dat het drama zich op het Hilversumse Mediapark voltrok, kwamen er pas camera’s bij toen Fortuyn al op de grond lag en was toegedekt.
Brein breit aan elkaar
Prof. dr. Marcel van Hout, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht, legt uit hoe dat ons brein soms met ons op de loop gaat. “Zo’n flitslichtherinnering wordt aangevuld met dingen die we in de media zien” legt Marcel van Hout, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht uit. Daardoor gaan we nadenken over de gebeurtenis en hoe het er wellicht moet hebben uitgezien. “Dan zijn er in je geheugen twee sporen: de dingen die je hebt bedacht en de dingen die je écht hebt gezien.” Op den duur kunnen die twee sporen in elkaar overlopen en weet je niet meer wat echt is gebeurd en wat niet. “Daardoor krijg je een herinnering die niet helemaal klopt.
Hoe jonger, hoe heftiger
De afgelopen kwart eeuw is zo goed als iedere gebeurtenis met flitslicht-potentie onderzocht: denk aan de val van de Muur, het zinken van de veerboot Estonia, de terreuraanslagen in Londen en Madrid, het begin van de oorlog tegen Irak en de dood van Rabin. Als iconische flitslichtherinnering is Kennedy in 2001 afgelost door ‘9/11’. Wat ook blijkt uit de vele onderzoeken op dit gebied is dat leeftijd een rol speelt, schrijft ‘geheugenprofessor’ Douwe Draaisma. De ontvankelijkheid voor flitslichtherinneringen is groter, naarmate je jonger bent. Een Nederlandse vrouw van 79 vertelde hem dat ze zich de moord op Fortuyn goed kon herinneren, maar die op Kennedy (1963) en de inval in Hongarije (1956) nog veel scherper. In 1956 was ze 23 jaar; dat de moord op Fortuyn haast een halve eeuw dichterbij in de tijd ligt doet blijkbaar niets af aan de subjectieve levendigheid van wat ze zich uit 1956 herinnert.
Een brok van de Muur als souvenir
Voor mij klopt dat ook. De val van de Berlijnse Muur was natuurlijk een (voor bijna iedereen) heugelijke flitslichtmoment, ik was jong en daarom staat dat in mijn herinnering gegrift. Ik woonde vlak bij de Duitse grens en toen zijn we met een stel avonturiers en journalisten erheen gereden. Ik heb nog steeds ‘een brok van de muur’ in mijn rariteitenkabinet liggen. De dood van prinses Diana schokte mijzelf niet zozeer, maar als journalist was ik verbijsterd door het effect wat het had op de Britten, maar ook op de mensen hier in Nederland. Ik werkte toen bij een dagelijks TV-programma, dus er was vooral veel werk aan de winkel. Midden in de nacht reed ik naar ons redactielokaal in Hilversum. 9/11 zal ik ook nooit vergeten. Ik was een paar maanden ervoor nog in New York geweest en kreeg ergens in de middag (ik zat in mijn eigen atelier te werken en ondertussen mijn nieuwe pup zindelijkheidstraining te geven) een sms’je van een collega met alleen CNN!!! De rest van de avond bracht ik door met mijn van origine New Yorkse buurman die letterlijk en figuurlijk in alle staten was. En dan de moord op Pim Fortuyn op die mooie meidag. Ik was net terug van het mediapark en had de TV achteloos aangedaan (zoals nu mijn laptop), terwijl ik zelf nog even een rondje met de hond deed. Eenmaal terug hoorde ik aan de toon en het volume die uit mijn toestel kwamen dat er iets ergs was gebeurd. Afijn, ’the rest is history’. De moord op Theo van Gogh kwam harder binnen, omdat Theo een collega van me was. Het was ’s ochtends nog heel vroeg en ik zat zelf in videomontage op alweer het Mediapark. Dat mes in die aardige vent (ja, hij had een bek als een scheermes, maar was in persoonlijke contacten zo OK) en die grote witte tent die erover gezet werd. Een echt zwarte dag, waar ik me inderdaad nog veel details van kan herinneren.
Volle ladenkast
Zelfs nu ik erover schrijf, schiet me meer ‘flitsmateriaal’ te binnen. En zo zal het ook gaan met de aanslag en het trieste overlijden van Peter R. de Vries. Niet alleen alle beelden en lange gesprekken ’s avonds in alle talkshows, maar ook persoonlijke herinneringen aan deze ‘reus’. Hij was één van de weinigen die bij John de Mol Producties (later Endemol) een eigen parkeerplaats had. ik was een keer zo onbenullig om daar mijn eigen auto op te parkeren, omdat ik dacht met 5 minuten weer weg te zijn. Het duurde iets langer. Opeens hoorde ik die barse, nasale, licht spottende stem achter me: “Annedieke, zelfs jij mag niet op mijn plek gaan staan. En zeker niet met dat gammele geval van je.” Voor de zekerheid had Peter zijn bolide haaks gezet op mijn brik (haha). Dat het maar duidelijk was, hoe de hazen liepen. Lachend gingen we ieder ons eigen weegs weer. Zo werkt het brein als een ladenkast die flink vol zit. Je trekt een laadje met herinneringen open en er komen er direct een paar mee. Zaken waarvan je niet meer wist dat je ze wist.
Illustratie: Pxfuel