Op Dagen H, de dag dat Zweden overschakelde van links naar rechts, ontstond een absolute chaos – en de kosten van de verandering waren duizelingwekkend.
In 1955 bleek uit een referendum dat 83 procent van de Zweedse bevolking tegen de verandering was, maar toch ging de Zweedse regering door met haar besluit.
Dit was zeker geen gemakkelijke overstap, maar als je op iemand kunt rekenen als het gaat om organisatie en planning, dan is het wel het land dat de wereld Ikea heeft gegeven. De regering huurde psychiaters in om met burgers te praten over hun angsten en zorgen. Een massale PR-campagne zorgde voor bewustwording.
Het land voorbereiden op de verandering was een kostbare en ingewikkelde onderneming. Verkeerslichten moesten worden omgedraaid, verkeersborden veranderd, kruispunten opnieuw ontworpen, lijnen op de weg opnieuw geschilderd, bussen aangepast, en bushaltes verplaatst. Er werd een grootscheepse PR-campagne gevoerd om het publiek met de verandering vertrouwd te maken en het voor te lichten over de wijze waarop deze zou worden doorgevoerd.
Speciaal in opdracht gemaakte liedjes, kleding en billboards werden gebruikt om de boodschap te verspreiden. Mannen liepen over straat in korte broeken met een grote “H” op de kont (voor “Dagen H”), en borden met de datum van de wissel sierden openbare ruimtes.
De kosten voor de regering voor dit alles? Maar liefst 1,2 biljoen Zweedse kronen, wat in euro’s van vandaag neerkomt op zo’n 600 miljoen dollar.
Niet zo’n slim idee
Het is niet helemaal duidelijk waarom de Zweden er eerder voor kozen links te rijden. Eén theorie gaat helemaal terug op het gangbare gebruik van rechtshandige zwaarden (die beter bruikbaar zouden zijn als je links reed). Maar wat de reden ook moge zijn, in de praktijk werd in Zweden al sinds ten minste 1734 links gereden met paard en buggy. In 1916 werd links de wet.
Maar al in 1920 begon het Zweedse parlement te betogen dat het misschien niet de slimste zet was om de wet op de linkerrijstrook toe te passen – het grootste deel van Europa reed al op de rechterrijstrook. De regering bleef debatteren over een overstap tot 1939, toen een Oostenrijker met dromen over wereldheerschappij de Zweedse leiders dringender zorgen baarde.
Nadat het leven in Europa langzaam weer normaal werd, werd links of rechts rijden weer een heet hangijzer. In 1955 bleek uit een volksreferendum dat 83 procent van de Zweedse bevolking tegen de verandering was. In mei 1963 stemde het Zweedse parlement echter met een overweldigende meerderheid voor het invoeren van de overschakeling naar de rechterkant van het stuur.
Aangezien alle buurlanden van Zweden rechts rijden, was het logisch dat Zweden hetzelfde zou doen. Ondanks de regel om links te rijden, hadden auto’s in Zweden meestal het stuur aan de linkerkant, wat tot veel ongevallen leidde, vooral op smalle wegen.
Een succes?
Eindelijk was alles klaar. Om 4.50 uur op 3 september 1967, terwijl massa’s mensen bijeenkwamen om toe te kijken, kregen alle voertuigen op de weg de opdracht tot stilstand te komen. Daarna moesten ze voorzichtig van de linkerkant van de weg naar de rechterkant rijden en wachten. Om klokslag vijf uur, na een aftelling op de radio, werd aangekondigd: “Zweden rijdt nu rechts”, en mocht het verkeer weer doorgaan. Time Magazine noemde de gebeurtenis “een korte maar monumentale verkeersopstopping”.
De Zweedse minister van Communicatie (en later premier), Olof Palme, zei op de radio op de ochtend van Dagen H:
Dit is een zeer grote verandering in ons dagelijks bestaan, ons dagelijks leven. De twijfels zijn natuurlijk groot geweest. Maar onze aangeboren aarzeling ten aanzien van een fundamentele verandering van onze dagelijkse verkeersomgeving heeft plaatsgemaakt voor een rationeel internationalisme, voor een hervorming waarvan wij overtuigd zijn dat zij de verkeersveiligheid ten goede zal komen. Ik durf te beweren dat nooit eerder een land zoveel persoonlijke arbeid en geld heeft geïnvesteerd om tot uniforme internationale verkeersregels te komen.
Het meest opvallende van dit hele verhaal is misschien wel dat, ondanks de foto hierboven, Dagen H grotendeels een succes was. Dankzij een rijverbod voor niet-essentieel verkeer tot 5 uur ’s morgens en het weren van civiele automobilisten tot de avond, waren er op de Dagen H in feite minder auto-ongelukken dan normaal.
Zes weken na Dagen H steeg het aantal auto-ongelukken weer tot het normale niveau en bleef daarna gelijk aan het niveau van voor de wissel. De omschakeling mag dan een wassen neus zijn geweest wat de veiligheid betreft, de massale PR-campagne blijft een verbluffend bewijs van wat er werkelijk voor nodig is om het feit te bestrijden dat niemand van verandering houdt.
Waarom reed men eigenlijk links?
Archeologisch bewijs suggereert dat de oude Romeinen hun karren en strijdwagens aan de linkerkant reden, en het lijkt erop dat deze praktijk is overgewaaid naar delen van middeleeuws Europa. De redenen hiervoor zijn niet helemaal zeker, maar sommigen geloven dat het een kwestie van veiligheid was.
De meerderheid van de mensen is rechtshandig, zo luidt een theorie, dus als zij links reden of reden, konden zij een wapen hanteren met hun dominante hand als zij een vijand tegenkwamen.
Naarmate sneller rijdende paardenwagens en later auto’s populairder werden, verplaatste het verkeer zich op natuurlijke wijze naar rechts, zodat de bestuurders dichter bij het midden van de weg konden zitten en botsingen met elkaar konden vermijden.
Slechts een paar koppige landen – zoals Groot-Brittannië – zijn nooit naar rechts opgeschoven.