Zuid-Koreanen bevinden zich ongewild op digitaal slagveld

Zuid-Korea wordt voortdurend online aangevallen door Noord-Korea. Noord-Korea heeft echter nauwelijks internetaansluitingen, dus een digitale tegenaanval zou weinig uitrichten. “We zijn altijd aan het verdedigen.”

Een willekeurige metrorit in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul is genoeg om de Zuid-Koreaanse liefde voor digitale apparaten te zien. Vrijwel iedere passagier pakt tijdens de rit wel even zijn smartphone of tabletcomputer om nieuws te lezen, een tv-programma te kijken of in te loggen op Facebook. Een bankje vol reizigers wier gezichten gefixeerd zijn op hun beeldschermpjes is geen zeldzaam verschijnsel. Elk van die op internet aangesloten apparaten is echter ook een potentieel veiligheidslek.

Elke paar seconden proberen digitale aanvallers in te breken in een van de grotere Zuid-Koreaanse websites, zegt Kim Hong Sun in een gesprek dat ik eind 2011 met hem had, toen ik Zuid-Korea enkele weken bezocht. Kim leidt de 650 werknemers van het in Zuid-Korea zeer bekende internetbeveiligingsbedrijf AhnLab. Topman Kim vermoedt dat geen ander land ter wereld zoveel cyberaanvallen te verduren krijgt als Zuid-Korea.

Snelste ter wereld

De gemiddelde Zuid-Koreaanse internetverbinding is volgens de OECD de snelste ter wereld. Schattingen van het aantal Zuid-Koreanen dat toegang heeft tot internet, liggen tussen de 80 en 95 procent. Op veel openbare plekken zoals in de metro, kunnen Koreanen inloggen op een draadloze internetverbinding. In metrostation Seolleung bevindt zich een virtuele supermarkt. Wie daar met zijn mobiel een code scant van een van de afgebeelde producten, krijgt het ‘s avonds thuis bezorgd.

“Ons land heeft besloten om een samenleving op te bouwen die zeer nauw geïntegreerd is met internet”, aldus Kim. “Zuid-Korea is daar heel geavanceerd in. We internetbankieren bijvoorbeeld al meer dan tien jaar. Dat betekent dat goede beveiliging cruciaal is.”

Hoewel het motief van een cyberaanval volgens Kim vaak niet duidelijk is – soms om informatie te stelen, soms om een website plat te leggen uit politiek protest – wijzen de Zuid-Koreaanse autoriteiten regelmatig naar het Noord-Koreaanse regime als opdrachtgever.  Noord-Korea zou met hackers via online games geld stelen van Zuid-Koreanen. Richard Clarke, onder de Amerikaanse presidenten Clinton en Bush coördinator van het anti-terrorismebeleid, beschrijft in zijn boek Cyber War de grootschalige cyberaanval op Zuid-Koreaanse sites van juli 2009. Volgens Clarke was die aanval, die enkele dagen duurde, geen werk van een stel tieners, maar beschikte Noord-Korea over tussen de zeshonderd en duizend cyberstrijders.

Maskeren

“Het is moeilijk om met zekerheid te zeggen of de aanvallen uit Noord-Korea komen”, zegt Kim. Meestal maskeren de aanvallers zich door via een ander land – vaak China – toe te slaan. En als het al zeker is, kan Zuid-Korea er weinig tegen doen. Pyongyang ontkent dat het achter de aanvallen zit en een reactie op het virtuele slagveld is lastig. Noord-Korea heeft nauwelijks internetaansluitingen, dus een digitale tegenaanval zou weinig uitrichten. Het is een asymmetrische strijd. Kim: “We zijn altijd aan het verdedigen.”

Wat digitale oorlogsvoering ook lastig maakt, is het feit dat burgers ongewild worden betrokken bij de strijd. Kim vergelijkt cyberoorlog met een moderne terreuraanslag. “Vroeger was een oorlog een gevecht tussen soldaten. Nu zijn burgers vaker betrokken. Bij de aanvallen van 9/11 werden burgers in een commercieel vliegtuig gebruikt als wapen. Hetzelfde gebeurt in cyberspace: de computers van gewone burgers worden gebruikt als wapen.”

Het platleggen van websites, een zogeheten ddos-aanval, gebeurt meestal door het kapen van pc’s van nietsvermoedende burgers. De aanvaller heeft dan de controle over die computers verworven door een stukje kwaadaardige software (“malware”) te laten installeren op die computer. Een cyberaanval op de bank Nonghyup werd eens mogelijk gemaakt omdat een tijdelijke medewerker van de bank per ongeluk malware op zijn laptop had gedownload, waardoor de cyberaanvallers zijn computer konden overnemen. Daarom adviseert AhnLab mensen ook om regelmatig nieuwe, veiliger versies van hun internetbrowsers te downloaden. “Maar veel mensen werken nog met een oude Internet Explorer”, aldus Kim.

Mijn gekozen waardering € -

In de afgelopen jaren zijn superhelden de favoriete hoofdpersonen van veel Hollywood-filmmakers geworden. Maar wie zijn de bedenkers van de helden die iedereen kent en hoe opereren de uitgeverijen die de personages bezitten?Œ Peter Teffer interviewt stripmakers en analyseert de economische en culturele impact van de superheld.

Geef een reactie