De Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) kan weer gerust zijn. Een dreigende opstand – met name onder vrouwen – in haar eigen christen-democratische CDU, over de invoering van een vrouwenquotum in de top van beursgenoteerde ondernemingen, wist zij te smoren.
Na dagen van felle debatten in de media, verwierp een meerderheid in de Bondsdag gisteren (donderdag) een voorstel van de oppositie, bestaande uit SPD, Groenen en Die Linke, dat vanaf 2018 een op de vijf leden van de Raden van Toezicht (‘Aufsichtsrat’) in beursgenoteerde bedrijven vrouw moeten zijn. In 2023 zou dit aantal moeten zijn gestegen naar veertig procent.
Enige tijd leek het erop dat dit voorstel een parlementaire meerderheid zou behalen, dankzij dissidenten uit de regeringspartijen CDU en FDP. Onder hen bevond zich ook minister van Arbeid, Ursula von der Leyen, een van de vrouwelijke zwaargewichten in Merkels kabinet.
Laf
Maar afgelopen maandag kwam Merkel met een compromis. De coalitiepartijen kwamen overeen in hun programma’s voor de Bondsdagverkiezingen, op 22 september, op te nemen dat in 2020 dertig procent van de leden van de toezichtsraden vrouw moet zijn. Critici hoonden dit compromis als ‘laf’. Maar de potentiële dissidenten in de regeringsfracties konden ermee leven en stemden tegen het voorstel van de oppositie.
Op de achtergrond van het debat over het vrouwenquotum speelt in Duitsland een discussie over de moeizame positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Zo verdienen vrouwen in Duitsland gemiddeld 22 procent minder dan mannen in dezelfde positie: in geen ander Europees land is dit verschil zo groot. Topfuncties zijn voor Duitse vrouwen zeldzaam. Op dit moment is slechts twaalf procent van de leden van de toezichtsraden een vrouw. In de Raden van Bestuur in Duitsland is dit aantal nog geringer: slechts een op de twintig is een vrouw.
Moeders
Deze situatie stuit op steeds meer kritiek. Veel vrouwen vinden de verhoudingen op de Duitse werkvloer onaanvaardbaar ouderwets in vergelijking met, bijvoorbeeld, landen als de Verenigde Staten, de Scandinavische landen of Frankrijk. Met name de situatie van moeders, die na de geboorte van hun kind nauwelijks weer aan de slag komen, is veel vrouwen een doorn in het oog. ‘In plaats van voor de bühne en met het oog op de verkiezingen over een vrouwenquotum te debatteren zouden de vrouwen in de CDU zich beter kunnen inzetten voor meer en betere kinderopvang en voor een mentaliteitsverandering in de bedrijven, waardoor vrouwen met kinderen carriere kunnen maken,’ schreef Sina Rosenkranz, commentator bij SWR Info.
