De hoogste man van de Spaanse supermarktketen Mercadona heeft een pijnlijk onderwerp aangesneden. Juan Roig stelt dat Spanjaarden, in de strijd tegen de crisis, een voorbeeld moeten nemen aan het arbeidsethos van Chinese ondernemers. Die zijn efficiënt, werken hard en hebben met succes een belangrijk deel van het kleinbedrijf in de Spaanse steden en dorpen overgenomen.
“Ik heb grote bewondering voor ze'', aldus de derde rijkste man van Spanje, baas over 70.000 medewerkers en erkend management-goeroe. “Wij hebben veel geleerd van de manier waarop zij werken. Chinezen kennen een cultuur van aanpakken en doorbijten, die wij missen.''
Goedkope troep
Roig raakt met zijn opmerkingen een gevoelige snaar. Want in de publieke opinie wordt de 'Chinese invasie' steeds meer als een bedreiging gezien. Zoals door Salvador Gonzalez. In het dorp Conil de la Frontera bouwde de ondernemer een parkeergarage om tot mega-bazaar. Met maar één doel. “De Chinezen opvreten, die verderop zitten. Met goedkope troep maken ze de markt kapot. En het geld dat ze bij ons weghalen, gaat rechtstreeks naar China'', somt de vijftiger alle vooroordelen op die in Spanje leven.
Dat laatste spreekt econoom José Garcia Montalvo tegen. “De winst wordt juist in Spanje geïnvesteerd.'' Maar de hoogleraar uit Barcelona begrijpt de angst voor de Chinese concurrentie. “Het is ongelooflijk moeilijk voor Spanjaarden om een baan te vinden'', zegt hij, doelend op de werkloosheid van 26 procent. “Chinezen zijn zichtbaar aan het werk. Daar wordt met jaloezie en vrees naar gekeken.''
Monopoliepositie
De Chinese gemeenschap telt slechts 150.000 immigranten. Die krijgen echter in hoog tempo een steeds groter deel van de kleine buurtsupermarkten, van oudsher een belangrijke werkgever en motor van de Spaanse economie, in handen. In Madrid hebben ze op dat gebied al een monopoliepositie veroverd, in Barcelona is die nabij. Daarnaast drukken de goedkope Chinese mega-bazaars (7.000 stuks) de grotere Spaanse ondernemers uit de markt.
Van iedere drie nieuwe buitenlandse zaken die in Spanje worden opgezet, zijn er momenteel twee Chinees. Familiebedrijven, gerund met medewerkers uit eigen land. Want, zo laat een Chinese ondernemer anoniem weten: “Spanjaarden houden niet van hard werken, zoals wij dat gewend zijn.''
Chinese maffia
Maar niet alleen Chinese arbeid adelt. Onder de noemer 'Operación Emperador' (operatie keizer) werd onlangs een groot netwerk opgerold, dat verdacht wordt van banden met de Chinese maffia. De organisatie zou vooral geld hebben verdiend door smokkel en ontduiking van invoerbelasting. Grote hoeveelheden cash, verstopt in containers en bestelwagens, werden illegaal weggesluisd naar China.
Mede daardoor stelt een deel van de Spanjaarden zich steeds grimmiger op tegenover de Chinese coupe. Op social media wordt openlijk opgeroepen tot een kopers-boycot en gegrapt over de in het Spaans zo belangrijke uitspraak van de r. Waar de Chinezen massaal over struikelen. Opmerkelijk in een land dat van oudsher positief staat tegenover migratie en dat zelf – gedwongen door de hoge werkloosheid – ieder jaar tienduizenden arbeidskrachten ´exporteert´.