Begin maart reisde de Nederlandse ambassadeur voor Jemen -Peter Derrek Hof- af naar Jemen om de Houthi’s aan te sporen een overeenkomst met de VN te ondertekenen. Met succes. In een tweet afgelopen week vanaf Ras Isa -de kaap waar de olietanker ligt- toont Hof zich optimistisch. ‘We hebben vooruitgang geboekt, nu komt het aan op concrete actie om het momentum gaande te houden.’
Al vanaf 2018 luidt de VN de noodklok over de tikkende tijdbom voor de kust van Jemen: als het roestige schip breekt, in brand vliegt of ontploft zou dat rampzalig zijn voor de kwetsbare ecologie in en rond de Rode zee. ‘De Rode Zee is een bijzonder stuk water, omdat het nauw en geïsoleerd is. Dat kun je eigenlijk alleen vergelijken met extreem geïsoleerde plaatsen als Hawaii,’ aldus mariene bioloog Nanne van Hoytema.
Behalve de kwetsbare ecologie zouden vele miljoenen mensen -de VN becijferde het eerder op 30 miljoen- aan beide oevers van de Rode zee -Jemen, Saoedi Arabië, Djibouti, Eritrea, Somalië en zelfs Soedan- door de olieramp in hun bestaan worden bedreigd. Stremmingen van het scheepvaartverkeer zouden de wereldhandel op zijn minst vertragen, net als de in het Suezkanaal gestrande containerschip dat vorig jaar deed. Noodhulpverlening aan Jemen zou niet langer mogelijk zijn. Alles opruimen zou uiteindelijk 26 miljard dollar kosten, aldus de VN.
Honderdvijftig miljoen liter ruwe olie snel overpompen
In de vorige week gesloten deal tussen VN en Houthi’s – sinds 2015 de feitelijke machthebbers in Noord-Jemen, dus ook over de tanker- wordt de ruim honderdvijftig miljoen liter ruwe olie uit de verroeste tanker overgepompt in een tijdelijke tanker, die ernaast wordt afgemeerd. Dat zou deze zomer moeten gebeuren. In elk geval voor oktober, wanneer de Rode zee notoir lastig wordt.
De VN neemt de organisatie en alle kosten op zich. De Houthi’s hoeven nadrukkelijk niks te betalen, maar beloven in de overeenkomst wel ‘alle medewerking te verlenen die nodig is om het proces succesvol te laten verlopen’. Binnen achttien maanden krijgen de Sana’a authorities -een politiek neutrale term voor Houthi’s- bovendien een nieuwe opslagtanks, die de verroeste Safer in de toekomst als exportfaciliteit moet vervangen.
Het Rotterdamse bedrijf Smit salvage is ingeschakeld om in elk geval het eerste deel van de werkzaamheden uit te voeren: het overpompen van de olie in een tijdelijke tanker. ‘Maar dat moet wel veilig kunnen,’ aldus een woordvoerder van moederbedrijf Boskalis eind vorig jaar, toen het bedrijf al was benaderd door ambassadeur Hof en de VN. ‘Dus dat is inclusief politieke garanties van het bewind in Sana’a.’ Met de ondertekening door de Houthi’s lijkt aan die voorwaarde voldaan.
Sponsors gezocht
Twee eerdere pogingen -Nederland en Smit salvage waren daar niet direct bij betrokken- om de tanker rudimentair te repareren leden in zowel 2019 als 2021 schipbreuk, te elfder ure. ‘Letterlijk de avond voor de dag dat we zouden afvaren vanuit Djibouti bliezen de Houthi’s het af,’ aldus VN-onderhandelaar Ratcliffe in 2020. ‘De VN had het lijstje werkzaamheden op het laatste moment veranderd,’ aldus Ibrahim al Seraji, onderhandelaar namens het bewind in Sana’a. ’Ze kwamen telkens met nieuwe mensen, nieuwe visa, andere paspoorten. We moeten natuurlijk wel weten wie we toelaten.’
De kans van slagen is ditmaal vooral afhankelijk van financiering, zegt Russel Geekie van de VN in Sana’a. ‘Een operationeel plan is zo goed als klaar. Daarvoor zijn wel voldoende fondsen nodig, zodat we snel tot actie kunnen overgaan. Als dat niet lukt blijft de tijdbom tikken.’ Over de hoogte van de begroting houden betrokken partijen zich op de vlakte. De begroting voor de twee eerdere pogingen lag op vijftien miljoen dollar, waar Nederland anderhalf miljoen aan bijdroeg.
Volgens ingewijden uit de baggerwereld zouden de kosten voor het nieuwe plan in de huidige, nogal volatiele oliemarkt tussen de vijftig en honderd miljoen dollar liggen. Donaties van tweedehands tankers zouden de prijs behoorlijk kunnen drukken. ‘Nee, dat is niet denkbeeldig’, zegt Fernando Carvajal, Jemen-expert en voormalig lid van het VN-expertpanel voor Jemen. ‘De olie is voor een deel in bezit van westerse oliemaatschappijen. Die zijn daarmee ook gedeeltelijk juridisch verantwoordelijk. Ze hebben vast nog wel een tanker liggen, als dat zou bijdragen aan een oplossing.’
Speerpunt Nederland
Ambassadeur Hof noemde het opruimen van de olietanker bij zijn aantreden vorig jaar een van de speerpunten van zijn ambtsperiode in Jemen. Afgelopen weken reisde Hof al langs de formele Jemenitische regering in Aden, de Jemenitische vice-president Mohsen -in ballingschap in de Saoedische hoofdstad Riyad- en de Saoedische ambassadeur voor Jemen- ook in Riyad, met kennelijke goedkeuring als oogst. Ondanks zijn optimistische tweets wilde ambassadeur Hof de pers hier niet over te woord staan.
Volgens VN-onderhandelaar Geekie zijn de formele regering van Jemen en andere betrokken regeringen -Saoedi-Arabië als directe buur, maar ook het VK en Frankrijk als sponsors- ‘in principe’ akkoord met het plan. Jemen-expert Carvajal hoopt dat de formele regering van Jemen meewerkt, zelfs nu ze niet meer direct betrokken is bij een oplossing. ‘Ze moeten zich niet koppig opstellen, ook al worden ze misschien gepasseerd. Elke deal die die olie uit dat schip krijgt is nu goed genoeg.’
Jemenitische deskundigen hebben minder vertrouwen in het plan. Volgens Abdalqadir al-Kharaz -voormalig hoofd van het Jemenitische milieuagentschap EPA- is de VN door de Houthi’s gemanipuleerd, mede omdat de formele Jemenitische regering ‘zwak en corrupt’ is. Al-Kharaz wil dat de Safer buiten bereik van de Houthi’s wordt ontscheept van zijn lading olie. ’Anders hebben de Houthi’s straks twee schepen als gijzelaar. Dit plan maakt de ramp alleen maar groter.’
Tanker is lek, constructief zwak en vol ontvlambare gassen
Onder de naam Esso Japan is de tanker in 1988 -toen ook al door bagger-en sleepbedrijf Smit- versleept van Zuid-Korea naar Jemen, waar de motor definitief werd stilgezet. De tanker had er toen al twaalf jaar als varende olietanker op zitten. In Jemen werd het schip omgedoopt tot Safer en aangesloten op een 438 kilometer lange pijpleiding naar de Jemenitische olievelden rond Marib. Tot 2015 fungeerde het als offshore olieopslag, tankers voeren er langs om de olie uit Marib op te halen.
De oorlog in Jemen en de daarop volgende zeeblokkade maakten in 2015 een einde aan de Safer als exportlocatie. Onderhoud -jaarlijks ter waarde van 25€ miljoen- is sindsdien niet meer uitgevoerd. Diverse kleine lekkages zijn de laatste jaren al vaker in allerijl gerepareerd. Het toch al bejaarde schip vormt constructief een groot risico. Omdat ontgassingsinstallaties defect zijn groeit ook het ontploffingsgevaar in de enkelwandige tanker, relikwie uit de jaren zeventig.
De gesprekken over de tanker komen op een moment dat ook elders vredesgesprekken lopen tussen Houthi’s en hun vele tegenstanders. De gestage opmars die de Houthi’s de laatste twee jaar maakten naar centraal Jemen en de olievelden van Marib werd begin dit jaar opmerkelijk snel tot staan gebracht en zelfs teruggedraaid, door troepen gesteund door de Verenigde Arabische Emiraten.
Steeds minder animo voor hulp
De status quo sindsdien lijkt daarmee -niet voor het eerst- te wijzen op een definitieve deling van Jemen in een noordelijk deel onder Houthi bewind en een onafhankelijk zuidelijk deel, gelieerd aan de Emiraten. Hoewel erkenning nog ver weg is beschouwen steeds meer landen het Houthibewind in Sana’a als voldongen feit. Volgens persbureau Reuters opperde de Gulf Cooperation Council -de EU van de golfstaten- afgelopen week nog de Houthi’s formeel uit te nodigen voor een nieuwe ronde vredesbesprekingen in riyad. Die de uitnodging verwelkomden maar ook meteen lieten weten niet in het hol van de leeuw te willen vergaderen
Ondertussen dreigt een nieuwe hongersnood in Jemen, althans volgens de hulporganisaties. Afgelopen woensdag vond vanuit Zweden en Zwitserland een nieuwe virtuele donorconferentie plaats om geld in te zamelen voor wat de VN al enige jaren de grootste humanitaire ramp ter wereld noemt. Deze conferenties brachten vijf jaar geleden nog bijna vijf miljard dollar op. Vorig jaar bleef de meter steken op 1.7 miljard dollar. Speciaal gezant van de VN Angelina Jolie bezocht vorige week Aden om de inzameling kracht bij te zetten, maar veel baten mocht het niet: opbrengst was 1,3 miljard, waarvan grofweg de helft uit de Vs en de andere helft uit Europa. Volgens de VN was er 4,3 miljard nodig.
Uit de Arabische wereld kwam ditmaal slechts 10 miljoen, van Koeweit. Eerdere jaren waren Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten juist hoofdsponsors, maar die kiezen steeds vaker hun hulp via eigen kanalen naar Jemen te brengen. Dat heeft deels te maken met de grote hoeveelheid hulp en geld die er aan strijkstokken blijft hangen. Met name voor de Houthi’s is hulp een voorname inkomstenbron, afgelopen november verscheen daar nog een alarmerend rapport over. Daarin stond ook geschreven dat op de effectiviteit van de Saoedische hulp al helemaal geen zicht is.