In eerste instantie legt Timo Bergen (23) uit Leiden uit dat bellen ‘minder nodig is’, omdat je berichtjes kunt sturen. “Contact leggen via WhatsApp, Messenger en chats is veel makkelijker. Je ziet het bericht binnenkomen.” Maar eigenlijk vindt deze student geschiedenis bellen gewoon lastig, het roept een bepaalde weerstand en drempel op. “Als ik een afspraak bij de kapper of tandarts moet maken, dat stel ik dat uit. Dan merk ik dat ik bellen niet leuk vind. Heel irrationeel.”
“Vroeger ging ik ijsberen, nu zoek ik een rustige plek om te zitten op en zorg dat er geen mensen om me heen zijn. En ik bereid me voor op de vraag: wanneer kan je?” Gebeld worden ervaart hij ook als niet prettig. “Dan word ik verrast en moet ik meteen een gesprek beginnen of een antwoord geven zonder dat ik daarover heb kunnen nadenken. En dat wil ik een ander ook niet aandoen.” En dus, zo legt hij uit, sturen mensen elkaar eerst een appje of ze kunnen bellen voordat ze bellen. “Dan ben je erop ingesteld.”
Niet geleerd, niet hun voorkeur
Jongeren zijn weliswaar met een smartphone in de hand opgegroeid, maar niet met bellen. “Het liefst appen, mailen of chatten ze. Met elkaar, maar ook met hun ouders en met hun docenten”, legt loopbaancoach Manou van Eerten uit Amsterdam uit. Ze is gespecialiseerd in deze generatie Y, de millennials. “Als ze gaan werken, komen ze erachter dat bellen erbij hoort en gebruikelijker is als communicatiemiddel dan even een berichtje sturen.” Ze wijst erop dat oudere generaties, met wie jongeren op de werkvloer samenwerken, aan die manier van communiceren de voorkeur geven.
Dat blijkt ook uit onderzoek van onderzoeksbureau Telecompaper, dat in januari dit jaar verschillende leeftijdsgroepen bevroeg naar hun gebruik van communicatiediensten, waaronder bellen en berichten sturen. Gevraagd naar hun voorkeur voor zakelijk gebruik kiezen jongeren (van 16 tot 35 jaar) minder vaak voor mobiel bellen in vergelijking met de oudere leeftijdsgroepen. Vooral de groep van 16- tot 25-jarigen geeft aan liever een berichtje of app voor het werk te sturen dan dat ze mobiel bellen of mailen. Vanaf 35 jaar heeft mobiel bellen de voorkeur.
Millennialcoach Van Eerten ondervond het verschil in voorkeur van communiceren van de jongere generatie ook zelf via de website van haar bedrijf, The ME Company: “We hebben op de contactpagina twee manieren van kennismaken getest: klik hier en je wordt door een coach teruggebeld of klik hier als je liever wordt gemaild door een coach. Bij die laatste optie is de conversie, het aantal mensen dat reageert, groter. Mijn doelgroep wil liever niet onverwachts teruggebeld worden, dus daarop heb ik me als ondernemer aangepast.”
Belervaring ontbreekt
In haar praktijk ziet ze vooral hoogopgeleide twintigers, begin dertigers met loopbaanvragen. Ze komen niet bij Van Eerten om van hun belangst af te komen. Maar het ongemak en gebrek aan ervaring met telefonisch contact is wel een thema wat gaande het traject naar voren komt en waarover Van Eerten hun adviseert. “Ook al is je cv nog zo goed op orde, die nieuwe baan vind je niet door vacaturesites af te struinen. Tachtig procent van de banen worden gevonden door te netwerken. En dan heeft bellen meer impact. Als ik dat voorstel, kijken ze me soms verschrikt aan: ‘Ik wilde eigenlijk een mail sturen’.”
Uit de reacties van deze generatie merkt Van Eerten dat bellen regelmatig een dingetje is: “Wat moet ik dan zeggen? Wat als ze iets vragen? Ze hebben dit niet altijd geleerd, niet van hun ouders, niet op school, dus daar lopen ze in hun werk tegenaan. Bij werkgevers zijn het toch vaak de oudere generaties die op leidinggevende posities zitten en banen hebben te vergeven. Bij deze groep trek je met bellen eerder de aandacht dan het zoveelste mailtje in iemands inbox”, legt ze uit. Overigens regelen generatiegenoten onderling wel klussen en opdrachten via whatsapp.
Op mijn bureau stond dus een telefoon. Dat ik ook moest bellen, had ik me minder gerealiseerd.
Bellen voor werk
Hoewel Timo nog studeert, realiseerde hij zich dat zo opzien tegen bellen ‘niet handig is’. “Eigenlijk wel handig om daar wat aan te doen”, wist hij, maar de druk ontbrak om actie te ondernemen.” Totdat hij ervoor koos om een jaar bestuurswerk te doen voor zijn studentenvereniging. “Op mijn bureau stond dus een telefoon. Dat ik ook moest bellen, had ik me minder gerealiseerd”, lacht hij. “Maar ja, als secretaris ben ik de spil in alle contacten. Het meeste gaat trouwens via mail, maar ik word dagelijks wel een of twee keer gebeld. En dan blijkt het gevoel van verantwoordelijkheid groter dan de afkeer van bellen, dan neem ik op.”
Een soortgelijke eerste werkervaring had Ikram el Messaoudi (30), student Social Work. Ze vindt bellen spannend, doet het ook privé niet graag. Ze loopt stage bij het Maatjesproject in Hilversum en werd ook gevraagd te bellen. “Door corona gingen veel ontmoetingen tussen deelnemers en maatjes niet door. Daarom zouden we vanuit kantoor een belronde met deelnemers doen om contact te houden. Maar wat moest ik zeggen, weten ze wie ik ben, hoe reageert die persoon en wordt het dan wel een goed gesprek?” verwoordt ze de vrees vooraf.
Voorbereiden en oefenen
Ikram vond -ook letterlijk- gehoor bij haar stagebegeleider: “Ik luisterde eerst mee hoe zij zo’n telefoontje deed. Ze gaf tips hoe ik zo’n gesprek kon aangaan.” Ook al oefende ze op haar opleiding gesprekken in rollenspellen, in het echt met onbekenden bellen is toch anders, ontdekte ze op haar stage. Ook loopbaancoach Van Eerten ondersteunt haar klanten bij de voorbereiding op zo’n live netwerkgesprek. “Schrijf je verhaal woordelijk uit als je het spannend vindt: wat je wilt zeggen, welke vragen je wilt stellen, welke antwoorden je wilt geven”, geeft ze tips. “Probeer het uit. Ga droog oefenen. Bijvoorbeeld voor de spiegel of neem het op. Zorg dat het jouw zinnen worden, zinnen waar jij je prettig bij voelt.”
Het volgende stapje is om te oefenen: “Probeer dat eerst binnen je warme netwerk”, adviseert Van Eerten, “en pas daarna erbuiten.” En dan nog merkt ze dat sommigen er niet aan beginnen en toch voor een berichtje sturen kiezen. Jammer, want als ze over hun angst hun durven te stappen, zijn ze meer dan blij, weet Van Eerten uit de reacties die ze terugkrijgt. “Omdat het vaak meevalt, omdat ze handvatten hebben om een gesprek voor te bereiden en omdat ze merken dat het handiger is als ze makkelijk bellen. Bovendien volgt negen van de tien keer een ‘ja’ en dat is een directe beloning voor hun moeite!”
Nu Ikram voor haar werk vaker gebeld heeft en de deelnemers haar kennen, vindt ze het makkelijker. En dat komt goed uit: “Voor mijn opleiding doe ik hier een onderzoek en daarvoor moet ik ook organisaties bellen. Ik ga vooraf goed bedenken welke vragen ik ga stellen en het moment plannen, zodat ik niet word afgeleid. Dan gaat de spanning er wat van af en zakt de angst vanzelf, weet ik nu.” Dat is ook Timo’s ervaring: “Door het te doen, ben ik er makkelijker in geworden. Het is dus te trainen. En bellen heeft voordelen: je kunt direct iets met iemand regelen, je zit niet op berichtjes terug te wachten.”
Belangst? Deze tips helpen:
Luister mee met een collega die belt
Bereid het gesprek voor
Schrijf je openingszinnen uit
Oefen je zinnen van tevoren hardop, neem het op en luister terug
Noem je achternaam (de ander kent wellicht meer Lottes)
Oefen met bekenden
Plan het belmoment
Zorg voor rust, geen afleiding
Doe het! Bel vaker en het wordt makkelijker