Renze de Vries, de man die FC Groningen groot maakte én aan de rand van de afgrond bracht

Varkenshandelaar Renze de Vries (1930-2012) maakte van FC Groningen een gevreesde subtopper, die de strijd met de traditionele top drie Ajax, PSV en Feyenoord aan wilde gaan. Maar doordat de geboren Marumer zijn blinde ambitie met behulp van zwart geld gestalte gaf, draaide hij de club óók bijna de nek om.

23 januari 1989. ‘Het ging heel rustig’, zegt één van de mannen die die maandagochtend bezig is met het repareren van de toegangspoort van FC Groningen-stadion Oosterpark. De man is ongewild getuige van de inval die de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) die ochtend bij de eredivisieclub uitvoert.

Gewoon een bussie met vier man erin
‘Gewoon een bussie met vier man erin’, zegt de ooggetuige tegen de plaatselijke krant. ‘Ze hebben de administratie ingeladen en zijn weer weggereden. De Officier van Justitie was erbij. En twee journalisten van Voetbal International, ene Derksen, was er ook bij, geloof ik.’

Die ene Derksen, Johan Derksen van Voetbal International (VI), is er inderdaad bij. Hij is het die de zaak aan het rollen brengt, nadat Ton van Dalen, ex-manager van de club, hem wat zaken over het zwart geld-circuit bij de FC had ingefluisterd. Derksen seint, op zijn beurt, zijn collega Matty Verkamman (Trouw) in, omdat die over goede contacten bij de FIOD beschikt.

Verkamman vindt het allemaal best spannend, die inval, bekent hij in de documentaire Het Zwaard van Damascus. ‘Johan en ik zijn op zondagavond al naar Groningen gegaan. Hebben we in hotel De Doelen overnacht. Op maandagochtend kwamen daar de wagentjes van de FIOD aan. Best spannend allemaal natuurlijk.’

‘Van een zwart geld-circuit geen sprake’

De lokale pers heeft de eerste slag gemist. Die komen die maandag pas buurten als de kruitdampen zijn opgetrokken, en de FIOD-mensen al weer lang uit het zicht verdwenen. Maar wie niet sterk is moet slim zijn. Een verslaggever van het Nieuwsblad rijdt daarom op dinsdag naar Doetinchem, waar bij drukkerij Senefelder Misset de Voetbal International wordt gedrukt. Daar grist hij een kakelvers magazine van de drukpersen. De lezers in Groningen en Drenthe hoeven dus niks te missen van de FIOD-inval bij hun FC.

Renze de Vries, de voorzitter van de club, zegt op de maandag van de inval in datzelfde Nieuwsblad van het Noorden met een stalen gezicht dat hij zich niet zo veel zorgen maakt. Van een zwart geld-circuit is in ieder geval geen sprake, beweert hij.

Het gaat volgens mij om een routinecontrole, zegt Renze de Vries op de dag van de inval

‘Het gaat volgens mij om een routinecontrole’, laat hij weten. Een paar dagen later weet hij wel beter. Op live televisie bij Barend & van Dorp zegt hij dat het Zwaard van Damascus boven zijn FC Groningen hangt. Een pracht van een verspreking die de rest van zijn leven aan hem zal blijven kleven.

Dik twee jaar later slaat de rechter spijkers met koppen. Renze de Vries krijgt acht maanden onvoorwaardelijke celstraf opgelegd. Penningmeester Siebe van der Pruik moet zes maanden brommen en vice-voorzitter Wubbo de Boer vier. Twee leidinggevenden valt volgens de rechter niets te verwijten. Secretaris Piet Ritsema en manager (en klokkenluider) Ton van Dalen komen met de schrik vrij.

Renze de Vries wordt op 5 oktober 1930 geboren in Marum, als zoon van een veehouder. Zijn grootvader is veehandelaar, en sleept hem al op veertienjarige leeftijd mee naar veemarkten. ‘Op die manier kwam ik automatisch in de handel terecht.’ Ook als commissionair bij vleesfabriek Udema in Gieten stroopt hij wekelijks meerdere markten af, tot hij op 24-jarige leeftijd in Roden voor zichzelf begint.

De Vries is altijd sport-minded geweest, al is hij vooral passief liefhebber. Toch trapt hij zelf ook nog een blauwe maandag tegen een bal. Eerst bij Nieuw Roden, later bij Roden, in het vierde elftal. Maar eigenlijk ontbreekt hem vaak de tijd. ‘Ik zat toen al dik in de handel. Zondag was mijn enige vrije dag, als ik ook dan niet met de beesten op weg naar Frankrijk was.’

Renze zit regelmatig bij GVAV op de tribune
Niettemin vindt De Vries nog wel wat tijd om VV Roden te besturen. Maar als deze club uit bij Oosterparkers moet spelen, dan is De Vries daar op het hoofdveld te vinden, waar de hoofdmacht van GVAV speelt. Daar, bij de profs, zit hij later ook regelmatig op de tribune. Die club blijft maar aan hem trekken om bestuurslid te worden, zegt De Vries. GVAV heeft iemand nodig die over handelsgeest beschikt, zo wordt hem steeds verteld. Of hij dat niet kan doen?

De Vries houdt de boot verscheidene keren af, maar hij kan midden jaren zeventig, nadat GVAV intussen FC Groningen is gaan heten, niet langer nee zeggen. ‘Er was er geen houden meer aan’, vertelt hij tegen Johan Kamphuis: ‘Het ging niet goed met FC Groningen en ze zetten me flink onder druk. Je mag niet langer nee zeggen, probeer het nou maar.’

In de voetballerij wordt De Vries af en toe smalend ‘die varkensboer’ of ‘Knor’ genoemd. Het interesseert hem weinig

Hij begint daarop voorzichtig met het uitvoeren van wat managerstaken, maar dat bevalt kennelijk goed, want al in 1980 wordt hij voorzitter. De Vries heeft op dat moment in Roden nog een veebedrijf met 240 koeien, dat wordt gerund door zijn beide zoons. In Assen heeft hij een eigen slachthuis, met vier werknemers. En zelf geld in de club steken? Nee, dat zal hij niet doen, belooft hij. ‘De club is dan teveel afhankelijk van één man. Dat is ongezond en zou ik niet willen’, zegt hij.

‘We moeten de top 3 bestormen, een topclub worden’

In de voetballerij wordt De Vries af en toe smalend ‘die varkensboer’ of ‘Knor’ genoemd. Het interesseert hem weinig. Hij zal ze wel een poepie laten ruiken. Zeker nadat FC Groningen in 1983 aan de poorten van Europees succes rammelt en met Atlético Madrid en Internazionale heroïsche gevechten levert. Dat smaakt naar meer. Vooral bij De Vries zelf gaat het kriebelen als hij met de excentrieke Atlético-preses Jesus Gil-y-Gil toast en proost. De Vries vindt deze Madrileense patjepeeër, die ook nog burgemeester speelt van Marbella, namelijk best een mooie keerl.

FC Groningen moet óók die kant op, vindt De Vries. ‘We moeten de top 3 bestormen. Een topclub worden. Burgemeester Buiter zei na dat eerste Europese avontuur dat we Groningen op de kaart hadden gezet. Nou, dat zijn mooie dingen om te horen.’

Maar hoe? Volgens De Vries zijn goede voetballers uit het westen nauwelijks te vermurwen om ‘naar het hoge noorden’ te komen. ‘Dat weet iedereen.’ Daar moet dus wat tegenover staan. De voorzitter heeft het ei van Columbus snel gevonden: netto tekengelden. Handgeld onder de tafel. Toppers krijgen 50.000 gulden zwart in het handje, de iets mindere goden 25.000.

‘Dat geld kwam van derden’, bekent De Vries later. ‘Als ik bijvoorbeeld 25.000 gulden tekengeld tekort kwam, dan ging ik naar iemand toe van wie ik wist dat hij het had, en die toch al bij de club betrokken was. Wij vroegen het en we kregen het. En de speler stak het in z’n zak. Daar kraaide geen haan naar.’

Legio subtoppers komen nu wél
De aanpak werkt. Legio (sub)toppers, die voor de absolute top nét tekort komen, zijn nu wel bereid om naar ‘het hoge noorden’ af te reizen. René Eijkelkamp, Henny Meijer, Adrie van Tiggelen, Mark Verkuijl, John de Wolf, Gary Brooke, Sjaak Storm, Harry Schellekens, Fandi Ahmed… Zelfs Johan Neeskens is bereid om nog wat voetbaldagen (lees: zeven hele wedstrijden) in Groningen te slijten.

KNVB-bestuurder, hij? Zijn eeuwige sigaar gaat er alleen maar beter van smaken

‘Johan was transfervrij, daar konden we ons geen buil aan vallen. Hij had nog een behoorlijke naam, en qua verkoop van seizoenkaarten en merchandise heeft-ie ons best het één en ander opgeleverd.’ Beer van de Meer Piet Schrijvers wordt ook nog bijna keeper van FC Groningen. De Bolle van Zwolle wordt echter geen Hark van het Oosterpark, omdat hij wil dat de FC de hypotheek van zijn huis overneemt. Dat gaat zelfs Renze de Vries wat te ver.

De vaart der volkeren waarin Renze de Vries zijn FC Groningen heeft gebracht, blijft ook in Zeist niet onopgemerkt. Of hij geen zin heeft om plaats te nemen in het sectiebestuur van de KNVB? Daar kunnen ze zijn knowhow goed gebruiken. Nou, dat laat de varkensboer uit Roden zich geen twee keer zeggen. KNVB-bestuurder, hij? Zijn eeuwige sigaar gaat er alleen maar beter van smaken en zijn glimlach wordt twee keer zo groot.

In West-Berlijn kukelt hij van een vliegtuigtrap
Dat wordt het januari 1989. Het zal voor Renze de Vries uitdraaien op een absolute rampmaand. Eerst kukelt hij in West-Berlijn tijdens een zakenreisje van een vliegtuigtrap. Tenminste, dat is de officiële lezing. Boze tongen beweren dat hij hardhandig uit een nachtclub is verwijderd en dat hij daarbij lelijk gewond raakt. Hoe dan ook: De Vries verbrijzelt z’n arm, en ontkomt nog maar net aan amputatie.

Koud uit het ziekenhuis is het de FIOD die bij zijn club komt binnenvallen. Twee weken later beseft De Vries dat het spel uit is. Hij stapt op als FC-voorzitter (‘Vanwege de stroom aan negatieve publiciteit’) en bekent tegen de FIOD dat hij spelers zwart tekengelden betaalt. ‘Maar de namen van de mensen van wie dat geld kwam heb ik ze niet gegeven’, houdt hij vol.

De opsporingsambtenaren komen tot de conclusie dat er voor minsten vijf miljoen gulden moet zijn gefraudeerd. Onder meer doordat De Vries transfersommen eerst naar zijn privérekening laat overmaken. De voorzitter boekt vervolgens slechts een gedeelte over naar de rekening van de club, en gebruikt de rest om spelers zwart te betalen.

De FIOD stuit in z’n onderzoek bovendien op de transfer van de Bulgaar Jontsjev, die nooit voor de FC uitkomt. Niettemin vertrekt vice-voorzitter Wubbo de Boer in 1986 met 335.000 gulden naar Bulgarije, om zonder geld of voetballer terug te keren. Ook betaalt de club een jaar later een ton voor een onderzoek naar verbetering van de grasmat van het Oosterpark. Je voelt ‘m al: dat onderzoek wordt nooit uitgevoerd.

De club balanceert op de rand van een bankroet
Een jaar na de FIOD-inval worden bij FC Groningen de gevolgen van het wanbeleid meer en meer zichtbaar. In januari van 1990 blijkt de club, ook door naheffingen en boetes van de FIOD en de uitbouw van het stadion, te kampen met een schuld van maar liefst 9 miljoen gulden.

De club balanceert op de rand van een bankroet en heeft nog maar een klein duwtje nodig om compleet de afgrond in te donderen. Rondom de wedstrijd tegen RKC Waalwijk worden vervolgens tal van coryfeeën opgetrommeld, van bondscoach Rinus Michels tot zoon van de club Erwin Koeman, om allerlei reddingsacties kracht bij te zetten.

Moet je niet een geweldig bord voor je kop hebben om hier te gaan zitten?, vraagt Annette van Trigt van Studio Sport

De Vries vindt van niet. Wie er ook is, en pontificaal op de eretribune nog wel: Renze de Vries. Niet echt gepast, vinden vele fans, maar De Vries haalt er de schouders over op. Annette van Trigt van Studio Sport is er ook. ‘Ik ga ‘m toch stellen’, zegt ze, ‘maar moet je niet een geweldig bord voor je kop hebben om hier te gaan zitten?’

‘Ik heb alleen spijt van die netto tekengelden’
In VI zegt hij zich een paar dagen later nog steeds van geen kwaad bewust te zijn. Schuldig voelt hij zich niet. ‘Ik voel me alleen medeverantwoordelijk voor het feit dat we een risico hebben genomen.’ Of hij ergens spijt van heeft? ‘Alleen van het feit dat we netto tekengelden hebben betaald.’ Maar verder dus nergens van? ‘Nee, ook omdat ik nooit een cent in eigen zak heb gestoken. Het was allemaal voor de club.’

Voor de club of niet en allerlei acties en gratieverzoeken om hem uit het gevang te houden ten spijt: in 1994 moet hij zich dan toch écht melden bij de gevangenis in Heerhugowaard. In het Nieuwsblad van het Noorden kunnen we lezen wat er op zijn eerste avond achter slot en grendel op het menu staat: macaroni met bolognese-saus en geraspte kaas, rauwkostsalade en een dame blanche.

Dat klinkt zo slecht nog niet, maar niettemin houdt De Vries het in zijn cel maar vijf dagen vol. Al op de zesde dag krijgt hij te horen dat hij zijn straf vanwege zijn slechte gezondheid thuis mag uitzitten, mits hij nog wel even tien mille aftikt. Later verleent koningin Beatrix hem zelfs gratie.

‘Sociale ramp niet in verhouding tot journalistieke belang’
In zijn biografie Derksen, van de hand van Michel van Egmond en Antoinnette Scheulderman, bekent Johan Derksen dat hij best spijt heeft van het verhaal.

‘Journalistiek is het natuurlijk top. Nu denk ik: de sociale ramp die het met zich meebracht voor de betrokkenen stond niet in verhouding tot het journalistieke belang. Drie bestuursleden hebben een gevangenisstraf gekregen. De een had een grote scheepswerf die failliet ging, de ander had een vrouw die het niet aankon en zelfmoord pleegde. En Renze zelf is gebroken en totaal berooid gestorven.’

In 1994 hebben Derksen en Renze de Vries elkaar nog eens ontmoet. Derksen: ‘Hij was uit de gevangenis en wilde met me afspreken. Toen hebben we elkaar ontmoet bij Van der Valk in Assen. Mentaal was hij een wrak. We hebben een tijdje zitten praten. Hij nam me verder niets kwalijk.’ De Vries, in 1998: ‘Ik heb tegen niemand rancune. Ook niet tegen Derksen. We hebben het vier jaar geleden uitgesproken. Het was een fijn gesprek.’

Renze de Vries overlijdt dit weekend precies tien jaar geleden, op 7 mei 2012, in een verzorgingstehuis in Assen. Hij lijdt op dat moment al jaren aan de ziekte alzheimer.

Eerder verschenen in deze serie: Johan van Veen | Dick Nanninga | Wayne Huizenga | Etta Palm | Willem Vroom | Lou Ottens | Jannes van der Wal | W.A. Scholten | Aletta Jacobs | Jan Uitham | Fré Meis | Jan Pelleboer

Bronnen: Voetbal International | NvhN | Johan Kamphuis | SportinStad | Digibron | Het Zwaard van Damascus | NvhN | Derksen | NvhN

Mijn gekozen waardering € -

De interesses van Geert Jan Darwinkel zijn legio. Van (Amerikaanse) sport, tot film, human interest, lifestyle, muziek en reizen. GJ is old skool, maar toch reuze bij de tijd.