De tanker FSO Safer ligt sinds 1988 bij Ras Isa, een kaap aan de noordwestkust van Jemen. FSO staat voor Floating Storage Offloading: het schip functioneert niet als tanker, maar als de olie-exportlocatie die Jemen zelf ontbeert. Nog wel functionerende tankers kwamen er jarenlang hun laadruimtes vullen met olie uit de Jemenitische olievelden bij de stad Marib. ‘Doodsaai en niks bijzonders, voornamelijk duimen draaien. Nu en dan kwam een schip langszij om te laden, dat was het,’ aldus een voormalig werknemer van Smit Tak, die de tanker destijds naar Jemen sleepte en de eerste jaren onderhield.
Sinds de oorlog in Jemen op 25 maart 2015 uitbrak vloeit er geen olie meer door de 438km lange pijplijn, die vanuit de olievelden in centraal Jemen door meerdere oorlogsfronten naar het schip in het westen loopt. Het onderhoud aan de drijvende olietank FSO Safer ligt sindsdien stil, terwijl het schip nog wel halfvol zit met 1.170.000 vaten, ofwel 185 miljoen liter ruwe olie. Dat is ruim viermaal zoveel als ontsnapte uit de Exxon Valdez, die in Alaska in 1989 voor een omvangrijke milieuramp zorgde.
Al sinds 2018 slaan milieubeschermers de trom vanwege het gevaar voor een gigantische ontploffing, omdat gassen zich ophopen in het schip. Door gebrek aan onderhoud en de zwakke constructie van de enkelwandige tanker -relikwie uit de jaren zeventig- loopt het schip bovendien kans in tweeën te breken.Verschillende kleine lekkages hebben al plaatsgevonden, maar zijn gestelpt door een klein onderhoudsteam dat met kunst- en vliegwerk al jaren een ramp weet te voorkomen.
Die ramp zou enorm zijn: ten eerste voor de mariene flora en fauna in de zuidelijke Rode zee en aanliggende kusten. Unieke koraalriffen -vanwege het hoge zoutgehalte van de warme Rode zee zijn deze koraalriffen al voorbereid op klimaatproblemen- zouden het loodje leggen. Afhankelijk van seizoen en stroomrichting zou veel zeeleven vernietigd worden. ‘De Rode Zee kent een hoog aantal endemische soorten. Dat kun je eigenlijk alleen vergelijken met extreem geïsoleerde plaatsen als Hawaii,’ aldus mariene bioloog Nanne van Hoytema vorig jaar.
Animatie van het Britse Risk Aware
Dertig miljoen -in sommige scenario’s zelfs een half miljard- mensen rond de Rode Zee zouden op een of ander manier getroffen worden door de ramp, die begroot wordt op tussen de 20 en 50 miljard dollar aan opruimkosten. Ook de wereldeconomie zou last ondervinden, het dwarsliggende containerschip Evergiven gaf daarvan vorig jaar al een voorproefje. Mede om die reden zit ook de rest van de wereld ongeduldig te wachten op een oplossing, waarvoor in zowel 2019 als 2021 al pogingen zijn ondernomen.
Door het lage vertrouwen tussen de strijdende groeperingen in Jemen en hun sponsors buiten Jemen liepen deze pogingen het schip rudimentair te repareren al in vroeg stadium schipbreuk. De noordelijke houthiregering -in wiens territorium het schip ligt- en de naar het oosten verjaagde legitieme regering van Jemen zijn het erover eens dat schip en olie toebehoren aan het Jemenitische volk. Maar beiden claimen vertegenwoordiger van dat volk te zijn, terwijl de corrupte andere partij slechts zijn eigen zakken vult.
Na diplomatiek wrikwerk van een team rond de Nederlandse ambassadeur voor Jemen Peter Derrek Hof kwam de VN begin maart met een nieuwe oplossing: geen reparatie van het oude schip, maar een ander schip ernaast om de olie in over te pompen. Het plan leunt op technisch advies van ingenieurs van bergingsbedrijf Smit Salvage, die al een paar maal naar Jemen vlogen. Ze mochten van de noordelijke houthi-regering het schip zelf niet op, maar wisten op afstand en uit ervaring de kosten toch te begroten op 80 miljoen dollar.
Een donorconferentie vanmiddag moet dat bedrag op tafel brengen. Het is publiek geheim dat dit een formaliteit is: het geld is al toegezegd, door een twintigtal donoren. Behalve westerse donoren als Nederland, UK en VS zouden Qatar en Kuweit belangrijke donoren zijn, de laatste door het vervangende schip te leveren waarin de olie kan worden overgepompt.
De crowdfund vandaag dient daarom vooral publicitaire doelen: het moet het momentum rond het schip en de broze vrede in Jemen een nieuw duwtje geven. Optimistische analytici en diplomaten wijzen op het zogenaamde ramadanbestand, afgesloten kort na de spectaculaire aanslagen in Jeddah begin april, aan de vooravond van de Formule 1. Sindsdien heerst in Jemen de gewapende vrede. Zowel de noordelijke houthi-regering als naar het zuiden verjaagde legitieme regering tonen beheersing, in woord en daad.
Saoedische vliegtuigen hebben zich de afgelopen anderhalve maand niet in Jemen vertoond, andersom hebben de houthi’s geen drones en raketten naar Saoedi-Arabië of de Verenigde Arabische Emiraten verzonden. Een succesvolle uitvoering van het plan voor de lekke tanker zouden als nieuwe confidence building measures voortbouwen aan die vrede. ‘Als de Saoedies zien dat je toch deals kunt sluiten met de houthi’s liggen er kansen,’ aldus Henry Thompson, een analist dichtbij de VN.
In het anti-houthikamp heerst minder optimisme, zegt Fernando Carvajal, een analist dichterbij de zuidelijke onafhankelijkheidsbeweging, die de verjaagde regering soms steunt in hun strijd tegen tegen de houthi’s. Onder hen geldt de houthi-regering als notoir onbetrouwbaar, na talloze eerdere verdragen te hebben geschonden, zegt Carvajal. ‘Je zult zien dat de houthi’s dit ook weer als melkkoe zullen gebruiken. Na elke fase weer nieuwe toezeggingen afdwingen, of gewoon geld vragen, voor het leveren van veiligheidteams, voor de levering van gepantserde auto’s, overal voor.’
Wat betreft veiligheid voor de teams van VN en Smit Salvage liggen er sowieso nogal wat beren op de weg. De noordelijke houthiregering heeft een bedenkelijke reputatie door het schieten op VN-teams, zelfs houdt hetVN-medewerkers gevangen. ‘De bal ligt bij hen. Ze zullen die VN’ ers nu echt moeten vrijlaten. Als ze nu niet meewerken zal de VN ook de humanitaire hulp niet kunnen hervatten. En dat is precies waar de houthi’s hun geld verdienen, door die hulp af te romen en voor veel geld uit te voeren,’ aldus Carvajal, refererend aan een recent rapport over de perverse prikkels van de oorlogseconomie die Jemen in haar greep heeft.
Grote beer op de weg is ook een vervangende exportfaciltiteit, die de VN de houthi’s beloofd hebben zodra de eerste fase -het opruimen van het lekke schip- is afgerond. Volgens analisten is die exportfaciliteit helemaal geen optie meer, omdat er geen olie meer te exporteren valt. Het olieblok bij Marib raakt leeg en oliemaatschappijen hebben ondanks de oorlog een nieuwe aansluiting weten te maken op een bestaaande pijpleiding naar het zuiden, vanuit nog volle olie- en gasvelden in centraal en Oost-Jemen. Hiermee zouden de houthi’s ‘beroofd’ worden van een belangrijke inkomstenbron en een economische noodzaak voor de duurzame vestiging van hun theocratische staat in het noorden. Dat zou hen op de lange termijn kunnen aanzetten de oorlog te hervatten.
De VN gokt erop dat het lekke schip dan al is opgeruimd en een enorme ramp is voorkomen. De bergers van Smit Salvage kwamen gisteren al met een slicke animatie, om de complexiteit van de operatie te tonen: eerst alle ruimtes vullen met inert gas, om de geladen atmosfeer in het schip stabiel te krijgen. Daarna kan het team voorzichtig beginnen met het overpompen van de olie. Conservatief geschat zou de hele klus vier tot zes maanden duren. De VN schat het op drie maanden, waarmee de klus geklaard is net voordat in oktober de moessonwinden de operatie onmogelijk maken.