De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) heeft de Kamer per brief toegezegd zich in te zetten om de overwegveiligheid verder te verbeteren en zo toe te werken naar nul dodelijke slachtoffers en nul verstoringen op overwegen.
Ongelukken
Afgelopen jaren zijn er veel ongelukken gebeurd bij gevaarlijke of onveilige spoorwegovergangen. In het Groningse Winsum ontspoorde in november 2016 het voorste treinstel van een trein door een aanrijding met een tankauto op een onbewaakte spoorwegovergang. Het was het derde ongeluk sinds 2014 bij deze spoorwegovergang. In April 2014 en oktober 2014 komen twee mensen om na een aanrijding met een trein.
Bij een botsing tussen een auto en een trein in het Friese Bozum (Boazum in het Fries), ten noorden van Sneek, zijn in juni 2021 twee mensen om het leven gekomen. Ook hier ging het om een onbewaakte spoorwegovergang.
Maatregelen
Om ongelukken in de toekomst te voorkomen zijn op 33 NABO’s (niet actief beveiligde overwegen) maatregelen nodig, waarvan er 10 al in bestaande overwegprogramma’s zitten. De overige 23 overwegen zijn veelal particuliere, agrarische NABO’s, waarbij overwegen bijvoorbeeld twee landbouwgronden met elkaar verbinden. ProRail gaat maatregelen treffen (bijvoorbeeld door middel van wegverhardingen) om deze overwegen veiliger te maken of ook volledig te saneren. ProRail is begonnen met de aanpak van deze NABO’s en het streven is om deze overwegen waar kan in 2022 aan te pakken.
ProRail werkt daarom aan een verbeterde, adequate risicobeoordeling voor overwegen. Naar verwachting is een eerste versie van het nieuwe risicobeoordelingsmodel in het najaar van 2022 gereed, met een verder uitgewerkte risicobeoordeling aan het einde van 2022. ILT zal beoordelen of de verbeterde risicobeoordeling voldoet aan de vereisten.
Wetsvoorstel
Op 10 december 2021 was aan de Kamer gemeld dat de ministerraad akkoord was gegaan om het wetsvoorstel voor de aanwijzingsbevoegdheid aanhangig te maken bij de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS). De minister heeft de Raad van State gevraagd naar dit wetsvoorstel te kijken en daarbij specifiek aandacht te besteden aan de verhouding met het generieke interbestuurlijk toezichtinstrumentarium.
Met het generiek interbestuurlijk toezichtsinstrumentarium kan het Rijk namelijk ingrijpen als blijkt dat een decentrale overheid een door het Rijk toegekende taak niet of niet goed uitvoert. Bij dit wetsvoorstel wordt die taak het mogelijk maken van het veilig gebruik op een niet actief beveiligde overweg (verder: NABO) en als dat niet kan, om die NABO dan op te heffen. In het uiterste geval kan het Rijk (op kosten van de decentrale overheid die voor deze taak eerder geld van het Rijk heeft gekregen) zelf de taak uitvoeren (dit heet: indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing).
Afdeling advisering RvS niet akkoord met inhoudelijke wijziging wetsvoorstel
De Afdeling advisering van de RvS onderschrijft het grote belang van spoorveiligheid. Zij ondersteunt de wens om de knelpunten die worden ondervonden bij het veilig maken van NABO’s op korte termijn op te lossen. Het huidige wetsvoorstel behelst echter geen effectieve en geschikte manier om dat doel te bereiken, ook niet uit constitutioneel oogpunt.
De RvS heeft ernstige bezwaren tegen de voorgestelde afwijking van het generieke interbestuurlijk toezichtsinstrumentarium om dit doel te kunnen bereiken. De RvS stelt dat het momenteel namelijk aan een normstelling voor overwegveiligheid ontbreekt. Hierdoor kon tot op heden geen gebruik worden gemaakt van het reeds bestaande generieke interbestuurlijk toezichtsinstrumentarium. Het is voor de RvS dan ook niet duidelijk waarom van het generieke interbestuurlijk instrumentarium zou moeten worden afgeweken door middel van een aanwijzingsbevoegdheid.
In het najaar verschijnt het jaarverslag spoorveiligheid van de ILT en zal de Minister de Kamer opnieuw informeren over de staat van de veiligheid op het Nederlandse spoor. Ook zal de Minister de Kamer dan informeren over de voortgang van de beleidsagenda Spoorveiligheid.