Wie met architect Warmolt Lameris door Lima rijdt krijgt een vol hoofd van de informatie die uit hem stroomt. ‘Kijk daar, zie je dat sportcomplex’, als we de slordig bebouwde heuvel afrijden en neerkijken op een soort Papendal, middenin Lima. Daar prijken ruime, strakke, maar lege accommodaties: een leeg voetbalstadion, een leeg volleybalstadion, verlaten trapveldjes, lege atletiekbanen en een zwembad, met water maar zonder zwemmers.
Ooit bedachten de Peruaanse autoriteiten dat precies hier de Panamerican games van 2019 zouden plaatsvinden, legt Warmolt uit. Dat ging ten koste van trapveldjes, parkjes en een zwembad, allemaal zelf aangelegd door deze volkswijk zelf: Villa Maria del Triunfa. In plaats van balletje trappen en parkje slenteren kijken ze sindsdien uit op onneembare hekken. Soms loopt er aan de andere kant een schaduw langs. ‘Ja, veiligheidsmensen, die hebben er nu een baantje.’
Weeffouten genoeg in Lima. Overal sporen van drugsgeld, corruptie. ‘Kijk dat schooltje, dat kan hier helemaal niet. In een woonhuis middenin de wijk. Daar moeten de autoriteiten wat toegeschoven hebben gekregen.’ Informatie gaat gepaard met grappen, bijvoorbeeld over alle vorige Peruaanse presidenten, die zonder uitzondering in de gevangenis zitten. Of over de corruptie, het witte poeder en jeugdbendes die hele wijken afpersen. Zure grappen, die maar eventjes opvrolijken. ‘Doe dat maar niet’, als ik mijn telefoon buiten het raam steek voor wat straatbeelden. En als er een motor achter ons rijdt. ‘En doe je deur even op slot.’
Lima heeft elf miljoen inwoners, voor het leeuwendeel migranten die uit de rurale regio’s elders in het gigantische Peru – voeg VK, Frankrijk en Duitsland maar even samen- verdrongen zijn. Met name in de tijd dat Sendero Luminoso (Lichtend Pad) en Alberto Fujimori het eind vorige eeuw jarenlang tegen elkaar opnamen, tierde het geweld welig en trokken miljoenen Peruanen naar de relatieve veiligheid van Lima. Om er te blijven. Nu zijn ze er met elf, miljoen.
Zo zijn grote delen van Lima ontstaan, zonder plan. ’s Lands planologen lopen constant achter de overweldigende feiten aan, kunnen er weinig aan kunnen doen dat de meeste ‘Limeño’ dagelijks urenlang in files staan. ‘Twee uur heen en s middags weer twee uur terug,’ aldus Warmolt over sommige van zijn collega’s.
Het verkeer mag dikwijls haperen, de informatiestroom vanuit Warmolt hapert niet. We rijden door San Juan de Miraflores, een wijk die Ciudad de Dios is gaan heten: de stad van God, gesticht in 1954 maar overlopen in de jaren van terreur. Warmolt: ‘In een en dezelfde nacht streken vijftigduizend mensen hier neer.’
De decennia erna liepen de onbewoonbaar geachte heuvels achter de door Lima opgeslokte dorpjes toch ook gestaag vol. Elke dag nieuwe huisjes: wat rieten matten, een paar planken als muur, golfplaten erop. Later een stenen muur, iets beter dak erop. Straatje ertussen, op een dag bereikt stroom stroom de nieuwe wijk en uiteindelijk komt er riolering. Warmolt gidst ons door deze heuvelachtige urban jungle: ‘Dit gaat nog kilometers door.’
De mensen die bovenop de rotsige heuvels wonen doen dat negen maanden van het jaar in de mist. Lima mag dichtbij de evenaar liggen, driekwart van het jaar heerst oceaanmist over Lima. Mist die de dagtemperatuur rond de twintig graden laat schommelen, in de winter zelfs naar vijftien duwt. Mist waarin de luchtvervuiling gevangen blijft. Hoewel de klimaatverandering daar de laatste jaren een positieve verandering in brengt, vertelt Warmolt. ‘Meer zon, eigenlijk wel lekkerder nu.’
Bovenop de kale heuvels is het dan onbarmhartig heet en stoffig. ‘Want als de mist oplost is er geen boom, niks.’ Wat meer zorgen baart: alle huizen tegen die heuvels missen fundering, weet de architect, ook al zijn ze intussen geevolueerd tot paleisjes. ‘Voelde je ‘m vanochtend,’ vraagt Warmolt die ochtend aan zijn bezoek, maar dat had niets gevoeld. ‘Dat was een 4.5.’
Vaak schommelt de aarde onder Lima, gebouwd bovenop op een forse continentale breuk. Aardbevingen zijn niet zeldzaam in Lima, tot de 8.9 aan toe die in 1749 de hele stad vergruisde. Vele kleintjes en grotere volgden, de allesverwoestende staat nog steeds op de agenda. ‘Soms,’ zegt Warmolt, ‘lig ik er wakker van. Al die huisjes op de heuvels: ik weet inmiddels wie er wonen en ik weet wat er onder hun huis ligt aan fundering: niets. Hele wijken, alles rolt naar beneden, als het zover is.´
De mensen kent architect Warmolt omdat hij in deze wijkjes lokalen helpt bouwen; als de wijkbewoners van hem horen, de heuvel afdalen en de stichting Aynimundo weten te vinden. Dan zoekt Warmolt in zijn ‘vrije schenkgeld’ en bouwt samen met die bewoners ‘een lokaaltje’, voor kleuterschool, kinderopvang, wat cursussen.
Dat vrije schenkgeld komt van famile, vrienden, kennissen. Zo is er een oom die maandelijks tweehonderd euro aan zijn neefje stuurt. ‘Dat neefje ben ik.’ Een speciale rol bij de projecten op de heuvels is er voor Wings of Support, een organisatie van KLM-personeel dat op de vrije dag tussen twee intercontinentale vluchten door wel eens wat nuttigs wil doen. ‘Er zitten piloten tussen die goeie vrienden zijn geworden.’
En zo scharrelt Warmolt zijn fondsen bij elkaar. Dat ‘vrije schenkgeld’ is uiterst effectief. ‘Omdat het niet gebonden is aan projecten, er geen criteria gelden en er dus ook geen lange, dure trajecten aan vooraf hoeven gaan. De donateurs kennen en vertrouwen me’, aldus Warmolt bij op een heuvel boven Villa El Salvador, waar hij in 2015 een van de eerste lokaaltjes bouwde: een plat gebouw met Wamoltse hoekjes en spitsvondigheden: een rijtje steeds lagere kranen, opdat kindertjes op volgorde van lengte hun handen kunnen wassen en het waswater in een spiraal speels naar beneden zien lopen en voorts bergaf, eindigend waar bomen en zeldzaam groen groeit. ‘2015! Dan is het precies zeven jaar! Het is hier dus zo groen dankzij de wc!´
Waarna een anekdote volgt over minder effectieve hulp: wat jaren geleden liet de EU honderden bomen planten in de wijken op de heuvels. ‘Maar die waren meteen dood. Ze waren vergeten dat er iemand voor moet zorgen , want als hier niemand voor de boom zorgt gaat ‘ie dood.’ Ook voor Warmolts lokaaltjes blijft gevaar dreigen. ‘De grond onder de lokaaltjes is en blijft van het Peruaanse ministerie van onderwijs. Dus moet je blijven opletten. Een van onze lokalen, daar zat laatst ineens een kliniekje in.’
Warmolt bouwde vijftien van zulke lokalen, die hij zelf ‘refugio (schuilplaats) voor kinderen’ noemt. Af en toe gaat hij nog wel ns kijken. ‘Maar verder moet de wijk het zelf maar uitzoeken. En dat doen ze dus ook.’ Kinderen die meer hulp nodig hebben gaan met busjes de heuvel af, naar waar Aynimundo -de stichting waarin alles is ondergebracht- dagelijks kinderen opvangt die wat meer begeleiding nodig hebben.
En vrij logisch: daar beneden groeit het ruimtegebrek. Gevolg: Warmolt weer plannen maken, bij sponsors aankloppen. ‘Ze zeiden: doe maar. Maak maar een plan.’ Dat plan kwam er, kort erna een live televisieinzamelingsactie op de Duitse RTL. Opbrengst: 600.000 euro. Grond kwam van een Duitse Peruaan die waterpompen bouwt waar vissen doorheen kunnen zwemmen en daarmee een fortuin vergaarde. Op diens grond in Chorillos, een visserswijk die ook al is opgegeten door Lima mocht Aynimundo nieuwbouwen, ofschoon de grond intussen miljoenen waard is.
Timmermannen leggen nu de laatste hand aan het gebouw, dat in de verte lijkt op de Driebergse Vrije School die Warmolt op 25 jarige leeftijd mede ontwierp. Ook hier weer met Warmoltse eigenwijsheden: hele bovenverdieping van Huayruro, Peruaans gecertificeerd hardhout, gevel van pino, gecertificeerd hardhout uit Chili. Een vloer van Europees eiken, ‘omdat het kon’. Raamuitzetters van de Praxis -‘een vriend kwam met een koffer vol’- want Peru kent geen raamuitzetters. Een gebogen plafond, onmogelijk volgens Peruaansen bouwvoorschriften. Een brandtrap die op een heuveltje eindigt, te kort volgens de richtlijnen. ‘Het kost soms moeite om iedereen te overuigen dat het kan.’
Het gebouw is net in de verf gezet, Belgische verf, geregeld door Warmolt bij weer een andere sponsor. In het nieuwe jaar kunnen de vijftien medewerkers van Aynimundo -(ortho) pedagogen, psychologen, fysiotherapeuten, logopedisten en ondersteund personeel- in de diverse nieuwe praktijkruimtes de honderdvijftig kinderen opvangen en begeleiden naar opleiding, verdere scholing en hopelijk een passende baan. Kinderen die voorheen werden opgesloten, omdat hun ouders geen raad met hun weten. ‘Ouders moeten altijd meekomen. Want die doen de belangrijkste begeleiding. En die ouders hebben soms een nog wel groter trauma opgelopen dan de kinderen zelf.’
Warmolt bouwde de eerste zorgboerderij in Nederland, terwijl daar eigenlijk nog geen regels en fondsen voor waren. Die rode lijn trekt hij nu door in Peru, door opnieuw onmogelijk geachte projecten te realiseren. Dat hij in Peru terecht kwam is eigenlijk ook vrij logisch: geboren in buurland Colombia, als zoon van een Philipsingenieur. Liep als aankomend architect stage in Peru. En sinds 2007 weer, mede vanwege de liefde, maar vooral vanwege de logica: ‘Omdat je hier zoveel meer verschil kan maken dan in NL. Nee, mijn levenswerk is dit niet. Ik heb heel mijn leven met speciale groepen gewerkt.’
Warmolt is intussen Peruaan geworden en behalve af en toe cynisch vooral verknocht aan het land, de bevolking en de roerige, zeg maar gerust treurige geschiedenis. ‘Negentig procent van de oorspronkelijke bevolking stierf, door kolonialisme en ziektes die de kolonisten meebrachten. Een vooruitstrevende maatschappelijke ordening en organisatie -gebaseerd op andere, doorgaans wat ethischere en deugdzamer principe- is daardoor verdwenen.’ We rijden langs een rij garages, aan de achterkant van middenklasse huizen. ‘Maar de veerkacht van dit volk is enorm. Tijdens covid zag je al die garages winkeltjes worden.’
Meer over Aynimundo, wie ze zijn en wat ze doen lees je op hun website