Analyse: De vredesduiven vliegen moeizame rondjes over Jemen

Jemen gaat zondag het negende jaar van de burgeroorlog in, onder begeleiding van hoop en vrede. Toch zijn die vredesberichten broos en prematuur.
Wie vecht ook alweer tegen wie in Jemen?

Enerzijds hebben we in Jemen de DFA (De facto Authority), het Noordjemenitische bewind van de theocratische Houthi’s, aan het hoofd van een beweging die zich Ansarallah noemt en die even hardnekkig als abusievelijk als ‘rebellen’ door het leven gaat.

De DFA beheerst het kleinere Noordwestelijke, ruige, bergachtige, maar volkrijkste deel van Jemen en heeft zich ondanks -of juist dankzij– een economische blokkade onverslaanbaar getoond, door een onuitputtelijk reservoir kanonnenvlees en een arsenaal steeds betere wapens, in onderdelen gesmokkeld vanuit Iran.

Kaart verdeling Jemen, met groen DFA/Houthi, alle andere kleuren hun tegenstanders, incl zuidelijke separatisten (schuin gearceerd)

Anderszijds is daar een waaier van tegenstanders verzameld onder paraplu IRG (International recognised government). Dominant in de IRG is de in 2015 door de Houthi’s uit hoofdstad Sana’a verjaagde regering, haar over de wereld verspreide bureacratie, militair ondersteund door zwervende legers van eveneens uit het noorden verjaagde generaals.

Net iets minder dominant binnen de IRG zijn zuidelijke strijdheren, die elk hun koninkrijkjes bestieren in Zuid- en dunbevolkt Oost Jemen. De IRG heeft zich de afgelopen acht jaar door onderlinge strijd en corruptie incompetent getoond, maar de verschillende strijdgroepen tesamen beheersen nog altijd het grootste deel van Jemen, inclusief de lucratieve olie- en gasvelden.

Zeven jaar lang streden IRG en DFA tegen elkaar op meerdere, minimaal verschuivende fronten. Vorig jaar april dwong Saoedi-Arabie een bestand af, sindsdien leeft de burgeroorlog slechts sporadisch en hoogstens lokaal op. Het deel van de IRG dat vroeger Zuid-Jemen vormde streeft in meerderheid naar de vroegere onafhankelijke staat.

Wat is dan het nieuws uit Jemen?

In Geneve waren strijdende partijen DFA en IRG afgelopen week in gesprek over een gevangenruil. Dat is nieuws, want de partijen praten sinds 2019 amper nog. Het gesprek kreeg een valse start, nadat de DFA/Houthi-delegatie in het vliegtuig naar Zwitserland op hun bosjes qat begon te kauwen, wat in Jemen niet ongebruikelijk is voordat men een lange reis, uitputtend gesprek of lange dienst aanvangt.

De piloot van het chartervliegtuig verbood eerst de qatsessie en weigerde in Amman verder te vliegen toen de DFA-Jemenieten onverstoorbaar doorkauwden. De delegatie stapte over in een toestel van Qatar airways. Het schijnt dat de VN-die het toestel had gechartered- voor de overtreding een fikse boete kan verwachten. Dat zal de VN het ongetwijfeld waard vinden: na zeven dagen overleg kwamen de delegaties definitief overeen veertienhonderd gevangen te ruilen, elkaar te overhandigen over drie weken, onder auspiciën van het Rode Kruis.

Dat is feitelijk de voortzetting van een overeenkomst uit december 2018 -de Stockholmakkoorden- die ten dele uitgevoerd werden voordat de partijen in het voorjaar van 2019 de strijdbijlen om Jemen weer opgroeven. Pas vorig voorjaar luwde die strijd, na een korte maar hevige escalatie, waarbij de Houthi’s zich na een gevoelig verlies revancheerden door twee rake raketten af te vuren over de landsgrenzen heen, een voor de vijand in Abu Dhabi en een voor de vijand in Jeddah.

Het narratief der anti-imperialisten

De DFA/Houthi’s positioneert zich met toenemend succes als enige vertegenwoordiger van het Jemenitsiche volk, dat in dat narratief nu al acht jaar vecht tegen een buitenlandse bezetting en economische blokkade, met voorop vijand Saoedi-Arabië en in het kielzog vijand de Emiraten, kort daarachter vijanden VS, VK en de rest van Het Westen.

Door zich luid en veelvuldig te afficheren als anti-imperialisten verzekeren de Houthi’s zich van de sympathie van anti-imperialisten wereldwijd, die Jemen scharen in het standvastige rijtje Rusland, China, Iran, Hezbollah en zelfs Assad’s Syrië: allemaal in de winnende voorhoede, tegenover het volgens hen imploderende Westen.

In dat anti-imperialistisch narratief bestaat niet de burgeroorlog waarin het Jemenitische conflict toch echt wortelt, als je alle buitenlandse sponsoren en bemoeials weghaalt. De binnenlandse tegenstanders zijn in dat narratief slechts huurlingen van de Saoedies, Emiraties en de rest van de imperialitische coalitie.  Dat IRG en de daaraan verbonden legers al jaren overeind gehouden worden met Saoedisch geld en materieel is daarbij een welkom argument.

Sinds de rake raket op de Jeddah vorig voorjaar onderhandelen de geschrokken Saoedies rechstreeks maar achter de schermen met de DFA in Sana’a, wat het narratief van een David-Goliath oorlog tussen Jemen en Saoedi-Arabie nogmaals bevestigt. Tot grote ergenis van Jemenieten wereldwijd -de diaspora is na acht jaar enorm- wordt de IRG bij deze onderhandelingen weggehouden, hoewel het in Geneve nu wel de details mag uitonderhandelen. Dit Geneefse overleg voor de schermen kun je misschien wel zien als een lakmoesproef van de gerapporteerde detente rond Jemen.

We horen alsmaar over vrede

In de vernieuwde gevangenenruil laat de IRG veertienhonderd Houthi’s vrij. Dat zijn voornamelijk krijgsgevangenen die in de acht jaren oorlog in het territorium van de IRG terecht zijn gekomen, maar ook mensen die elders, tot in Saoedi-Arabie, zijn opgepakt wegens hun banden met de DFA. Zij worden geruild tegen een kleine zevenhonderd krijgsgevangenen van IRG, drie Soedanezen en vijftien Saoedies.

De DFA heeft verder beloofd honderdzestig mensen vrij te laten die in hoofdstad Sana’a de afgelopen acht jaar door de DFA van hun bed zijn gelicht, spoorloos verdwenen en in geheime detentie zitten.  Onder hen zonen en verwanten van een aantal generaals, zoals generaal Tariq Saleh, neef van voormalig president Ali Abdallah Saleh en daardoor voormalig handlanger, maar nu een van de prominentste tegenstanders van de Houthi’s.

Op de lijst ook zonen van de in 2015 verjaagde Mohsen al-Ahmar, een andere voormalig generaal onder Saleh en leider van Islah, de partij van de Moslimbroeders van Jemen. Dat machthebbers zonen van tegenstanders opsluiten om loyaliteit af te dwingen kent in Jemen overigens een lange traditie. Ook de Imams die duizend jaar over (grote delen van) van Jemen regeerden en de feitelijke voorvaderen zijn van de Houthi’s, sloten zonen van lastige tribale leiders doorgaans decennialang op.

Verder laten de Houthi’s een aantal activisten vrij, zoals Mohammed Qahtan, professor en moslimbroeder, van wie  onduidelijk is of hij nog leeft. En vier ter dood veroordeelde journalisten, waarover ik tweeënhalf jaar geleden nog schreef in NRC Handelsblad. Opmerkelijk of niet, min of meer tegelijkertijd verdwenen in DFA-hoofdstad Sana’a vier brutale youtubers juist weer achter de tralies en min of meer gelijktijdig overleed een activist in Ibb, een stad in het zuiden van het DFA-territorium.

De akkoorden werden de afgelopen weken veelvuldig gedeeld door Jemenitische activisten en diplomaten rond Jemen, die zich positief tonen over veel meer vrede in Jemen. Vooruitlopend op die eventuele vrede zijn de Houthis al aan het rekenen geslagen met hoeveel geld de Saoedies over de brug moeten komen aan herstelbetalingen. Dat zal een fors bedrag zijn.  Zo wist alleen de toerismeminister al uit te komen op een inkomstenderving van ruim acht miljard dollar over de laatste acht jaar.

Het goddelijk leiderschap duldt geen medebestuurders

Herstelbetalingen zullen nog het makkelijkste onderdeel van een eventuele vrede zijn. Een stuk moeilijker wordt het feitelijk delen van de macht, waartoe de Houthi’s zich op enig moment bereid zullen moeten tonen en nog moeilijker: zich op vast zullen moeten leggen.

Moeilijk vanwege de onverenigbaarheid van personen, die elkaar acht jaar lang te vuur en te zwaard hebben bestreden en elkaar het recht op regeren ontzeggen op grond van afkomst; Houthi’s zijn in het hevig gestratificeerde Jemen onderdeel van een Hashemitische elite die zichzelf Goddelijke bestuursrechten toedicht.

Dan hebben we het nog niet over de woede die heerst over gruwelijkheden die over en weer zijn begaan, familieleden die zijn vermoord en vooral: de economie in de nieuwe DFA/Houthistaat gestaag getransformeerd is in het voordeel van de Houthi’s en hun netwerk, die  van die voordelen geen afscheid zal willen nemen.

Lees vooral even deze analyse over hoe de Saoedies in Jemen altijd op het verkeerde paard wedden, en dat jongste Saoedische gok hierop misschien geen uitzondering is.

Hoewel tijdens Ramadan wapens plegen te zwijgen om vredesboodschappen te laten prevaleren, gaf het Noord-Jemenitische regime afgelopen week blijk van een andere stemming. Hassan Bukhaiti -een Engelstalige spreekbuis van DFA- zond een niet mis te verstane boodschap uit: als de UAE niet snel ophoudt Jemen te bezetten zal de volgende ‘strike’ raak zijn.

Er volgden ook nieuwe dreigementen richting de Saoedies, die sowieso al een stevige  verdedegingsring langs de grens met Jemen willen aanleggen. En gisteren werd nog een konvooi met generaals en onderminsters gebombardeerd, in Jemens derde stad Taiz, waarvan de bewoners al acht jaar in de sandwich zitten, net als de Berliners in de vorige eeuw en de Aleppijnen nog maar vijf jaar geleden.

De harde werkelijkheid

En ook aan het zuidoostelijke front -bij Marib,waar DFA en de IRG al acht jaar recht tegenover elkaar staan- is de DFA de afgelopen week ondanks de gerapporteerde detente toch weer in het offensief gegaan. Achter Marib liggen lucratieve olie- en gasvelden, plus essentiele exporthavens, waarmee DFA zich van een economisch draagvlak kan voorzien in de gewenste alleenheerschappij over geheel Jemen.

Maar vlak daarvoor wonen tribale groeperingen die al eeuwen oorlog voeren tegen noordelijke Imams, en nu hun opvolgers: de Houthi’s. Op hun hardnekkige manschappen liepen zelfs de kindsoldaten van de DFA zich stuk, voordat de strijd zodanig escaleerde dat strijdheren gesteund door Saoedi-Arabie en de Emiraten (UAE) de DFA begin 2022 terugjoegen naar de hooglanden.

Een van de volgende testcases voor de gerapporteerde ontspanning wordt de berging van de FSO Safer. Over vijf weken vaart rederij Euronav de door de VN aangekochte VLCV (Very Large Crude Vessel) vanuit China naar Ras Isa, opdat de Hollandse bergers van Smit salvage er de hondervijftig miljoen liter ruwe olie uit de roestende, zinkende of barstende tanker Safer in over kunnen pompen.

VN en diplomaten blijven positief nieuws uitzenden over de berging, maar een contract voor de klus heeft de bergingsmaatschappij naar verluidt nog niet gezien. Noch is er vastgelegd wat er met de olie en de oude tanker gebeurt, meerdere partijen claimen de opbrengst en de Houthi’s hebben zich ook in dit dossier al eerder notoir onbetrouwbaar getoond. Maar daarover en al die andere hete hangijzers in Jemen een volgende keer meer.


Lees altijd meer actueels over Jemen op het Yemenblog van abumelle.org

Mijn gekozen waardering € -

Een actualiteit staat zelden op zichzelf, die komt voort uit context. Daarom reist Anthon Keuchenius (1964) graag rond, ongeveer tussen Heuvelrug en Jemen, om die context in tekst en beeld te brengen. Liefst ruim voor- of nadat die actualiteit zich voordoet. Of waar anderen hem laten liggen.