Daaruit blijkt dat hij geen voorstander was van een vaderland op papier, maar een van ijzer, bloed, werk en leven, waarmee een historisch doel voor ogen wordt gehouden door de opwekkingsbeweging van het Hebreeuwse volk.
Het woord ‘volk’ was ook voor de eerste vrouwelijke premier Golda Meir van wezenlijk belang. Een volk dat een eigen plek verdiende. Zij zegt: ‘Wij zijn Joden. Ieder volk heeft zijn eigen land. Wij willen gaan naar het land van mijn mensen. Ik wil dit land helpen opbouwen. Ik wil samen zijn met mijn mensen in de Joodse staat. We hebben iets bereikt waarvoor generaties Joden zijn gestorven.’
Zij ondertekende als Golda Meyerson met 23 anderen de oprichtingsakte van de staat Israël. Ben Gurion vroeg haar haar naam te veranderen in Meir. Meir werd geboren in Oekraïne dat toen nog tot het Russische Rijk behoorde. Vanwege het antisemitisme in Rusland vertrok zij naar de Verenigde Staten om daarna aan de wieg te staan van Israël.
Ben-Gurion was gedreven. In zijn dagboek noteerde hij: ‘We willen dit thuisland zelf creëren door ons werk en onze vrije ontwikkeling te bevorderen. Tweeduizend jaar geleden werd ons land vernietigd en ons volk ging in ballingschap. Nu is de ballingschap vernietigd (doelend op de Holocaust, red) en is het tijd voor ons om terug te keren naar ons land om het te herbouwen. Wat we op dit moment willen en moeten doen, is de wettelijke garanties eisen die dit mogelijk maken.’
Hoewel Ben-Gurion zich fel uitsprak tegen zijn tegenstanders, was hij zich ervan bewust dat dit project alleen kon slagen als het in gezamenlijkheid werd uitgevoerd. ‘We moeten samengaan’, was zijn lijfspreuk.
Hij stelde zichzelf veel vragen over de rechten van minderheden en de rechten van de Joden in de wereld. Wanneer het Jodendom van de staat op een meerderheid zal worden gebaseerd hoe staat het dan met de rechten van de minderheid en kunnen die effectief worden gegarandeerd? En als elke Jood het recht heeft om te immigreren, dan heeft de Jood in Amerika of Engeland rechten die de Engelsen of Amerikanen niet hebben.
Hoe zal er een Joodse meerderheid zijn als de Arabieren zich meer vermenigvuldigen? Staan we Arabische immigratie toe? Volgens onderzoekers Eitan Donyets van de Ben-Gurion Archieven en Adi Portughies van de Ben-Gurion Universiteit verfraaide Ben-Gurion de werkelijkheid daarmee niet, maar lette hij op data en feiten.
Hij ervoer het ook zelf om te worden gedeporteerd. Hij verbleef vijf jaar in Alexandrië. Hij zegt daarover: ‘We werden uit het land Israël verdreven als tegenstanders van de Ottomaanse belangen. We werden uiteindelijk na twee maanden gevangenisstraf en politietoezicht vrijgelaten.’ Wat betreft de beleving van het Jodendom in de diaspora wilde hij ‘over de grond lopen’ en niet dansen op een koord, totdat hij zou vallen en zijn armen en benen zou breken.
Een pagina in de dagboeken gaat in op de dramatische datum 29 november. De dag waarop de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bijeenkwam. ‘Er is een beslissing genomen’, schrijft Ben-Gurion, en direct daarna maakt hij een boodschappenlijst van zaken die nodig zijn om een staat te stichten: regering, hoofdstad, leger, wet, vlag, volkslied, valuta, havens, politie, griffiers en luchthavens.
Op de lijst staat ook een kwestie die het land vandaag, 75 jaar later, nog bezighoudt: een grondwet. Hoewel hij daar aanvankelijk voor was, stapte hij daar later van af en koos voor basiswetten. Volgens Ben Gurion zou een grondwet met alle verschillen die er in het land waren alleen maar tot een nog grotere puinhoop leiden.
Donyets: ‘ik denk dat er uiteindelijk twee leiders waren die ons van stamdivisies in een volk veranderden: Mozes en Ben-Gurion. Mozes veranderde ons in Israëlieten, in een volk, en Ben-Gurion veranderde ons van verscheurde stammen in ballingschap tot één natie. We zijn één volk.’
Het Palestijns-Israëlisch conflict woekert ondertussen in alle hevigheid nog voort. Golda Meir had voor 1967 nog nooit van een Palestijns volk gehoord. ‘Het was niet zo dat er in Palestina een volk bestond dat zich als een Palestijns volk beschouwde en toen kwamen wij en gooiden hen eruit en namen hen hun land af.’ (Bron: Wikipedia).
Vanaf 2006 zijn er geen verkiezingen meer geweest in de vermeende bezette gebieden. Dr. Mustafa Barghouti van het Palestijnse Nationaal Initiatief legt de schuld daarvoor bij Israël en de Palestijnse Autoriteit. Hij meent dat de Oslo-akkoorden die overigens geen onafhankelijke Palestijnse staat beloofde dan wel Palestijns zelfbestuur op de Westelijke Jordaanoever en de Gaza strook niet meer worden nageleefd. De vurige wens van de Palestijnen een eigen staat op te richten met Oost-Jeruzalem als hoofdstad lijkt verder weg dan ooit.
Oppositieleider Barghouti deed in het Britse-televisieprogramma ‘Hardtalk’ een oproep nieuwe verkiezingen te houden als een ‘daad van geweldloos verzet’. Hij meent dat de Palestijnse Autoriteit onder leiding van Mahmoud Abbas geen legitimiteit heeft. Het parlement waarvoor Barghouti is gekozen, is volgens hem door Abbas op illegale wijze ontbonden. Israël doet er naar zijn mening alles aan om dat zo te houden.
Hij beschreef de nieuwe regering Netanyahu als ‘de meest extreme in de geschiedenis van deze regio.’ Hij beschuldigde premier Benjamin Netanyahu ervan ‘elke mogelijkheid’ voor vrede te blokkeren. Hij voegde eraan toe, dat ‘fascistische elementen’ binnen de Israëlische coalitie ‘de Westelijke Jordaanoever willen overspoelen met kolonisten.’
Er is volgens hem de afgelopen maanden veel geweld geweest, waarbij Israëlische troepen vaak slaags raakten met jonge Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever. Hij verklaarde dat de ‘jonge generatie niet zal accepteren om als slaven te worden behandeld’ en velen van hen ‘in die richting’ van strijdbaarheid gaan om ‘dit systeem van bezetting en apartheid te trotseren.’ Beschuldigingen van apartheid heeft Israël overigens verworpen.
Het is speculeren wat Ben Gurion vandaag de dag zou zeggen over de politieke onrust in het huidige Israël, dat gekenmerkt wordt door corruptie, politieke macht te vergroten door die van het Hooggerechtshof als enige controle op de uitvoerende en wetgevende macht af te zwakken en de teloorgang van een tweestaten oplossing met de Palestijnen.
Onderzoekers Donyets en Portughies zijn er zeker van dat Ben-Gurion optimistisch zou zijn geweest. En een verbindende rol zou hebben gespeeld. ‘Hij begreep, aldus het tweetal, dat er altijd verschillen zijn geweest, maar uiteindelijk gemeenschappelijk een toekomst moet worden gecreëerd.’
Ben Gurion schreef zelf: ‘Vandaag zijn we op een plek die er donker en zwart uitziet, maar ik ben optimistisch. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en die zal ons naar goede plekken brengen.’
Voorlopig zullen er toch weer wat stuurmanskunsten moeten worden uitgehaald om Israël – bejubeld, verguisd en vervloekt – en omringd door vijandige Arabische landen die de staat zouden willen wegvagen in rustig vaarwater te krijgen. De geschiedenis heeft geleerd dat het Joodse volk tot veel in staat is door zich in de loop van de eeuwen te ontworstelen aan de greep van machtige wereldheersers en culturen zoals Egypte, het Assyrisch-Babylonische rijk, de Perzen, Griekenland, Rome, Arabische-islamitische wereld en christelijk Europa.
Wie de lijst van gelukkige landen van de Verenigde Naties voor wat het waard is erbij haalt, ziet dat de gemiddelde Israëliër ondanks de dagelijkse zorgen het jubileumjaar met een geluksgevoel zal ingaan. Het geluksgevoel steeg van de zesde plaats in 2021 naar de vierde plaats in 2022.