Een dag later lig ik op een massagetafel in Varkala, een toeristische kustplaats in India. Het is het beginpunt van onze reis, die ons
langs verschillende tempels zal leiden. Tempels worden niet zomaar ergens gebouwd, vertelt Evelien, maar alleen op plekken waar energie vanuit de aarde of de kosmos voelbaar is en door daarmee contact te maken, kun je meer leren over het leven.
Na een paar jaar les weet ik dat ik er niet te veel over moet nadenken, maar het gewoon over me heen kan laten komen. Dan kom
ik vanzelf van alles tegen. Vandaag doen we het nog rustig aan. We hebben ons ingeschreven voor een Ayurvedische massage. Als het mijn beurt is, zijn de vrouwelijke masseurs volgeboekt. Jammer, want ik had juist behoefte aan de ongecompliceerde zachtheid van een vrouw.
Ik krijg een pezig klein mannetje met een donkere baard. Hij reikt me een lendendoek aan en vraagt me alles uit te trekken en
de doek om te slaan en te gaan liggen op de massagetafel.
Glimlach
Het lukt niet om me te ontspannen. Niks aan de hand, denk ik, laat het over je heen komen. Maar ik blijf alert en volg alles wat hij
doet nauwgezet. Dan zie ik ineens het gezicht van mijn overleden moeder boven me. Ze glimlacht naar me, alsof ze wil zeggen:
waar heb je je nu weer in gemanoeuvreerd? Helemaal naar India gereisd en nu lig je hier gespannen op een tafel.
Het is niet de eerste keer dat ik haar aanwezigheid voel. Vlak nadat ze overleden was dat ook het geval. Ik was toen tien jaar. Ze had
een depressie, maar heeft niet zelf een einde aan haar leven gemaakt, ze kreeg een ongeluk in huis. Later ben ik gaan denken
dat ze misschien ‘gehaald is’, omdat ze het zo moeilijk had. Na dat ene moment is ze nog een paar keer in dromen voorbij gekomen, maar nooit meer zoals nu hier in India. Door haar grijns weet ik dat het goed is. Ik geef me over aan deze man en kom na
de massage rozig en ontspannen naar buiten. Ik voel me weer het kleine meisje van voordat het moeilijker werd in huis en herinner me de zorg van mijn vader, die me vlak voor ik naar India vertrok een warme knuffel gaf, en van mijn moeder, die net nog
boven me zweefde. Bijzonder dat ze met me meegereisd is.
Tempel van de godin
We verlaten Varkala en trekken naar het zuidelijkste puntjevan India, Kanya Kumari. Het gaat nu echt beginnen. Wat zal
er straks allemaal bovenkomen en kan ik het aan? Het is alsof ik op de rem sta, vlak voordat ik een achtbaan af roetsj. Een paar dagen achtereen heb ik knallende hoofdpijn. In Kanya Kumari komen drie zeeën samen en we kijken samen met pelgrims uit heel India naar de zonsopgang. Het is prachtig, maar ik voel me, zoals altijd in nieuwe groepen, wat ontredderd. Een onzeker gevoel overvalt me. Ik weet dat ik dan het best even alleen kan zijn om weer op te laden. Maar dat lukt nu niet goed.
Dus draag ik het zware gevoel maar gewoon mee en zeg tegen mezelf dat het vast weer over zal gaan.
Na zonsopkomst bezoeken we de tempel van de godin Parvati. Zij verschijnt als een adolescent meisje en zou rigiditeit van de
mind verwijderen. We sluiten onze ogen en maken contact met de energie van de tempel. Ik merk dat er een vriendin nog in mijn
hart gehaakt zit die ik eigenlijk wil loslaten omdat we na een conflict geen contact meer hebben. Voorzichtig maak ik het
haakje los en zie haar wegstromen. Ik voel liefde voor haar, en zusterschap, maar zonder er nog iets mee te hoeven. Wonderlijk
genoeg krijg ik een dag later een verzoenend mailtje van haar.
Barensweeën
Als ik vertel over mijn hoofdpijn geeft Theo, een ervaren medereiziger, me een healing. Het is een techniek waarbij energie die
je wilt loslaten met steun van de ander weg kan stromen. Het helpt, de hoofdpijn wordt minder en ik kan me meer overgeven
aan wat er gebeurt. We reizen weer verder, dit keer naar Rameswaram voor een bezoek aan een de Ramenathaswamy-tempel,
een van de heiligste tempels van India, die is gewijd aan Shiva, de god van transformatie. Brahma, Vishnu en Shiva vormen binnen het hindoeïsme een goddelijke drie-eenheid. Brahma is de schepper, Vishnu de verzorger en Shiva de transformeerder. Deze
Shivatempel heeft tweeëntwintig thirta’s, bronnen, met naar verluidt allemaal een andere kwaliteit water. Elke bron wast karma
weg. Als je de hele route loopt, word je dus tweeëntwintig keer overgegoten met ander schoonwassend water. In het begin van
de route zie ik veel van mijn groepsgenoten emotioneel worden, maar zelf voel ik helaas niks. En dat is er ineens weer mijn moeder
boven me die glimlachend naar me kijkt. Ik voel veel liefde van haar. En dan komen alsnog de tranen, die zich vermengen met
de plenzen water die over me worden uitgegoten. Het is grappig om te zien hoe iedereen die plenzen opvangt. De een onverschrokken, de ander schuchter, maar allemaal zijn we weer als kleine kinderen die bibberend en doorweekt langs de
kant van het zwembad staan. Als ik helemaal klaar ben voel ik me leeggehuild, moe en voldaan.
Bij de lunch, zoals gebruikelijk een bananenblad met daarop rijst, verschillende gepeperde groentemengsels en Dahl, vertellen reisgenoten Saskia en Martha dat ze barensweeën voelden in de tempel. Het verwondert me. Wat gebeurt er toch allemaal?
Geen wonder dat ik knallende koppijn kreeg bij mijn pogingen om dit allemaal te begrijpen. Dat lukt gewoon niet. Deze reis
vraagt overgave en vertrouwen. Inmiddels voel ik me gelukkig veilig en ontspannen in de groep, waar steeds meer zachtheid
ontstaat naar elkaar. Ik stuur een mailtje naar mijn vader en zijn vrouw: ‘Mama is met me meegereisd hoor.’ Ik vraag me af hoe ze dit zullen opvatten, maar ik krijg een heel lieve reactie terug. Mijn vader is ontroerd.
Een paar dagen later ruilen we de provincie Tamil Nadu even in voor Kerala, waar we de plaats Moonar bezoeken. Daar zijn op
een hoogvlakte nog enkele dolmens, grafmonumenten uit de steentijd. Het is er zinderend heet. Hier zijn voelt simpel, alsof
alleen ‘zijn’ voldoende is en wij mensen helemaal niet aan zoveel eisen en maatschappelijke verwachtingen hoeven te voldoen.
Mijn moeder is er ook weer en ik krijg het gevoel dat donkere, sombere energie via mijn benen de aarde instroomt. Als we
weer weggaan voelt het alsof zij daar langer wil blijven, misschien omdat simpel ‘er zijn’ voor haar soms moeilijk was.
Reisgenoot Saskia heeft een vergelijkbare wond als die van mij, zij verloor namelijk haar dochter die ook depressief was. We
zoeken elkaar soms op, omdat we iets in elkaar herkennen. Als ik in een tempel een drijvend kaarsje voor mijn moeder aansteek,
doe ik dat ook voor haar dochter. Saskia vertelt dat zij haar dochter ook voelde op de hoogvlakte. Die liet haar weten dat het goed
met haar ging. Het gaf Saskia rust.
Vrouw-zijn
We bezoeken het festival van Shiva in Trichy. Met Berber, mijn kamergenoot, kijk ik urenlang naar Indiase meisjes van de plaatselijke dansschool die zich in sierlijke houdingen op het podium voortbewegen en na afloop naar hun trotse ouders rennen.
Ik denk aan mijn eigen dochters van 14 en 10. Hoe zou het met ze zijn? Morgen weer even bellen.
De Ranganathaswamy-tempel, ook in Trichy, die we de volgende dag bezoeken, is gewijd aan de god Vishnu, de verzorger. Meteen
bij binnenkomst voel ik een verleidelijke sfeer en ook weer de energie van mijn moeder, maar dan van hoe ze was als vrouw.
Wat raar, zo’n sterk gevoel al meteen bij binnenkomst. En verwarrend. Vrouw zijn vind ik soms ingewikkeld. Omdat mijn moeder al zo jong overleed en ik sinds die tijd geen vrouwelijk voorbeeld dichtbij had, weet ik soms niet goed hoe het moet, of wat het betekent. Als ik mijn ogen dicht doe en me concentreer op de energie van de tempel zie ik Indiase vrouwen om me heen die me wassen, me opmaken, sieraden omdoen en mijn haar opsteken. Alsof ik hun zuster ben. Voor hen lijdt het geen twijfel dat ik vrouw ben, voel ik. En dan weet ik: ik hoef niet te zoeken. Alles wat ik hoef te doen om vrouw te zijn, is mezelf zijn. Daar zijn de tranen weer. De anderen staan op om de tempel te verkennen, maar ik ben nog wiebelig. Monique, de andere begeleider, geeft me een healing. Ik sluit opnieuw mijn ogen, terwijl zij, een lieve rots in de branding, zich naast me concentreert op mijn aura en gronding. Er gebeurt weer van alles. Wanneer ik mezelf als baby zie in de
armen van mijn moeder en haar grote liefde voor mij voel, ziet zij iets vergelijkbaars: ze ziet mijn moeder mij omarmen en
voelt behalve liefde een enorme trots van mijn moeder voor mij. We zijn allebei geraakt. Monique geeft woorden aan wat ik voel.
Ik beeld het me niet in, weet ik nu. Wat ik voel is echt en ook voor een gevoelige ander te ervaren.
Wortels
We raken aan het eind van onze reis en iedereen wordt moe. Ik verlang naar aardse zaken, koop me suf aan souvenirs en
schaam me een beetje voor de steeds grotere hoeveelheid spullen die ik bus in, bus uit sjouw. Gelukkig kan iedereen erom
lachen. Ook verlang ik naar grote bakken yoghurt met muesli en naar cappuccino. Soms ben ik duizelig en heb ik het gevoel dat
de aarde beweegt. Dat is best eng. Ook lig ik ’s avonds in bed soms zo te stuiteren van de liefde die ik voel dat ik het bijna te
heftig vind. Het is genoeg geweest. Ik ben blij als we de laatste tempel op onze reis, die van het element ether, achter ons
kunnen laten. Thuis moet ik erg wennen en in de maanden na de reis sneuvelt mijn relatie. Mijn vriend, erg rationeel, begrijpt niet goed wat er gebeurd is in India en zegt dat ik het me heb ingebeeld. Dat geloof ik niet, en ik vind het ook niet van belang. Ik wil vertellen wat het voor me betekend heeft. We groeien uit elkaar en ik zet er een punt achter.
Enkele weken later hebben we een terugkomles. Bij iedereen zijn er nog processen gaande die in India in gang zijn gezet. Ook bij
mij. Er komen steeds meer herinneringen boven en ik weet dat er iets is gebeurd wat me in therapie nooit gelukt is. Mijn moeder
heeft me zelf laten weten hoeveel liefde er nog is. Het is alsof ik weer op mijn eigen wortels geplaatst ben, vertel ik de anderen,
en ik bedenk me ineens dat ik daar door de schok van haar dood náást was gaan leven. Nu ik er weer op sta, voel ik weer beter
contact met al het fijne van vóór mijn moeders depressie en dood. Ze is er niet meer, maar in India kon ik weer even haar kind zijn.