Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren

Sommige mensen bezoeken jarenlang geregeld het graf van een overleden dierbare. Ik behoor niet tot die categorie mensen. Afgelopen weekend bezocht ik het graf van mijn vader voor de tweede keer in 15 jaar tijd. Net op tijd, want in september wordt zijn graf geruimd. Bij het ruimen zal alleen het skelet over zijn. Het duurt nog even totdat er enkel stof van hem rest.

Dat ik heel weinig aan zijn graf heb gestaan, heeft verschillende oorzaken. De afstand tussen mijn woonplaats Antwerpen en zijn graf in Rotterdam-Crooswijk is de belangrijkste. Weliswaar was ik in die 15 jaar vaak genoeg in Rotterdam. Om tijdens een eendaags bezoek aan je moeder er een uur of twee tussenuit te gaan voor grafbezoek aan je vader is dan echter ook weer zoiets. Zeker gezien het feit dat hij haar bij overlijden niet in de meest gunstige financiële omstandigheden had achtergelaten waardoor zij geen enkele animo had om zelf zijn laatste rustplaats op te zoeken.

Maar toch, het blijft je vader. Sinds 2019 speelde ik met de gedachte dat het hoog tijd was het graf een keer te bezoeken. Desnoods tijdens een wat langer verblijf in Rotterdam. Door corona, de beginnende dementie van mijn moeder die ongeveer tegelijkertijd aan het licht kwam en haar ziekteverloop sindsdien kwam van het voornemen niets terecht. Op de dag dat mijn moeder vorig jaar begraven werd, stond ik dan eindelijk voor het eerst sinds 2008 ook opnieuw aan het graf van mijn vader. Een jaar en één maand later dus gevolgd door de laatste keer.

Het vergaan van lichaam tot skelet

‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’ Deze regel komt uit Genesis 3:19: ‘In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’ Ik heb geen religieuze opvoeding gehad, alhoewel mijn vader van huis uit katholiek was. Tijdens zijn leven liet hij daar niets van blijken. Zijn favoriete religieus getinte woordspeling was Jezus uitspreken als je zus. Hij zat dus niet te wachten op veel poespas bij een begrafenis. Verkondigde hij jarenlang luid en duidelijk voordat begin 2008 bleek dat hij een hersentumor had. ‘Als ik dood ben, gooien ze me maar in een kuil en klaar.’ Aldus geschiedde, ongeveer.

Je denkt er niet iedere dag over na, maar voordat ik naar de begraafplaats ging afgelopen zondag heb ik mij eens verdiept in de fysieke en chemische processen na een overlijden via Uitvaart.nl In zijn algemeen geldt dat een lichaam na ongeveer tien jaar compleet is vergaan. Dan hebben bacteriën en andere organismen hun werk afgerond. Wat tegen die tijd resteert, is het skelet. Een skelet vergaat niet zo snel. Dat kan na die tien jaar gerust nog tussen de 20 en 100 jaar in beslag nemen. De kist waarin iemand ligt begraven, is na die tien jaar eveneens helemaal vermolmd. Waar ik zondag concreet dus bij stond, en met de kennis van nu eigenlijk vorig jaar mei al, is niet meer dan het skelet van wie ooit mijn vader was geweest.

Met dat inzicht is het voor mij geruststellend dat  ik vorig jaar al besloot de grafrechten niet met 15 jaar te verlengen. Al had die beslissing een praktische reden. Over 15 jaar leven we in 2038 en ben ik bijna 68. Wie zegt dat ik dan nog fysiek in staat ben zijn graf te bezoeken? Of praktisch. Ik weet momenteel niet wat ik volgende week doe. Laat staan waar ik de komende 15 jaar ga uithangen. Mijn leven verloopt nu eenmaal verre van lineair en totaal niet met een grote mate van voorspelbaarheid. Het is dus maar de vraag hoe vaak ik in die volgende 15 jaar aan zijn graf zou kunnen staan. Om van het te willen maar te zwijgen.

Eenvoud troef

Mijn ouders hadden beiden een gedegen begrafenisverzekering. Gedegen om de kosten te dekken die komen kijken bij een begrafenis. Maar voor extra’s zat er geen budgettaire ruimte in. Zo komt het dat zij beiden praktisch anoniem op begraafplaats Crooswijk liggen. Het is dat ik het vak en het grafnummer wist, anders zou ik ze nooit terug hebben gevonden. Dit is het graf van mijn vader. Voor even nog. Hij zou er vast mee in hebben gestemd. Zo eenvoudig mogelijk. In feite niet meer dan een kuil in de grond met een steen erbovenop. Verder niets. Meer dan 95% van de graven op begraafplaats Crooswijk heeft overigens wel een grafzerk.

Het was zoeken, zoeken, zoeken. Binnen een uur stond ik dan toch aan beider graven. Wat doe je dan? Er is niets dat onderhoud nodig heeft. Ja, het groen ligt in de weg. Laat maar liggen. Bij zowel mijn vader als mijn moeder heb ik een kort verhaaltje afgestoken. Mijn vader vertelde ik dat dit de laatste keer was dat ik hem opzocht. En dat zijn overblijfselen vast wel ergens anders te ruste gelegd zouden worden. Ik wenste hem het beste. Bij mijn moeder was ik spraakzamer. Ik bracht haar op de hoogte van mijn wederwaardigheden sinds haar heengaan. Gek? Toen ik het bekenden na afloop vertelde, zeiden ze mij dat zij het ook doen of alleszins mensen kennen die precies zo handelen. Kennelijk willen we de doden op die manier toch nog in ons leven blijven betrekken.

Het is goed dat ik de trip heb gemaakt. Dit zal het voorlopig ook wel weer voor lange tijd zijn. Mijn moeder ligt er de komende 14 jaar nog. Ik zal daar nog wel eens langsgaan. Al zie ik het mij niet te vaak doen. Hoe spiritueel het ook moge zijn om de overledenen bij je leven te blijven betrekken: ik ben daar veel te nuchter voor. Dood is dood en dan rest er niets meer. Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. Al gaat dus niet zo snel.

Ik heb altijd het idee gehad dat ook ik zou wensen te worden begraven. Nu twijfel ik er echter aan. Ik heb geen ouders meer. Geen broers of zussen. Nog maar weinig familie met wie ik enigszins in contact sta en die zijn ook op hoge leeftijd. Wie gaat er straks mijn graf bezoeken? Het zal er heel rustig zijn. Om 15 jaar een graf bezet te houden. Misschien is crematie verstandiger. Op die manier verword je van zelf snel tot stof. Maar wat te doen met mijn as?

Copyright foto’s: Johan Peters

Mijn gekozen waardering € -

Johan Peters is een freelance journalist/redacteur die tijdelijk vanuit Houten werkt. Zijn interesses zijn breed. Op Reporters Online zal hij voornamelijk publiceren over actuele zaken. Nationaal en Europees, met daarbij bijzondere belangstelling voor de landen in Oost-Europa. Verder zullen de stad Antwerpen en het land België geregeld de revue passeren, aangezien hij 18 jaar in Antwerpen heeft gewoond en de stad/het land dus zeer goed kent. Een van de overige hoofdonderwerpen die hij behandelt, is leven met een beperking. Rond dat thema heeft hij een aparte website gecreëerd: https://mensenmeteenbeperkingaanhetwoord.nl/