‘Heb je de Tagesspiegel gezien?’ vraag ik Zita.
Dat is een vraag tegen beter weten in want een 15-jarige die een krant leest kom ik zelden tegen. Mijn dochter werpt af en toe een blik op de voorpagina van Bild. En ze leest wel eens iets in Dein Spiegel, de jongerenversie van het weekblad Der Spiegel, waar ik haar op heb geabonneerd. Maar verder dan dat reikt haar belangstelling voor oude media niet. Het is het bekende liedje: deze moderne kinderen – met een aandachtsspanne van hoogstens vijf minuten – zijn opgegroeid met internet en social media, de krant is voor hen iets uit een ander tijdperk.
Dus nee, Zita heeft de Tagesspiegel, een van de Berlijnse kranten, niet gezien.
‘Ze beginnen een nieuw blog,’ zeg ik. ‘Raad eens vanuit welke wijk.’
‘Nou? Kreuzberg? Of nee, vast Friedrichshain, die buurt is tegenwoordig immers zo populair.’
‘Zehlendorf.’
‘Wat, Zehlendorf?! Haha, wat suf. Daar gebeurt nooit wat!’
‘Nou, ze hadden anders een morbide eerste verhaal. Over een dierenbeul, die padden doodmaakt en de lijkjes achter de ruitenwissers van auto’s plakt. Met als kop ‘Der Krötenmörder von Zehlendorf’. Dat klinkt toch behoorlijk onheilspellend en spannend.’
‘Gadver.’
Dorps
Zehlendorf, in het Zuid-Westen van Berlijn, is niet bepaald de hipste wijk van Berlijn. De buurt staat bekend als ‘gutbürgerlich’ – een ander woord voor saai – het is er dorps en zeer groen, er is veel water (schaatsen op de Schlachtensee is een sensatie), er zijn tal van herinneringen aan de Amerikanen, die hier gelegerd waren gedurende de Koude Oorlog, je komt er van die typisch West-Berlijnse mannen tegen met een witte broek, instappers, een groene polo van Lacoste, een jasje uit 1993, een zonnebril en een cabrio, en hoogbejaarde dames die natuurlijk Kaffee met Kuchen bestellen, kortom: een beetje puber wil hier niet wonen.
In deze wijk liggen onze Berlijnse wortels.
‘Wedden om vijf euro dat ik binnen een half uur drie bekenden tegenkom?,’ zegt Zita, als we in het centrum van Zehlendorf uit de auto stappen. Hier vlakbij hebben we vijf jaar gewoond.
‘Ik ken elke winkel hier,’ zegt Zita, ineens nostalgisch. ‘Op dat bankje daar zat ik met Julian toen we ons eerste afspraakje hadden. En kijk, daar heb je de eerste bekenden al. Hey, Julia en Tim!’
Terwijl Zita met haar oude schoolkameraden babbelt en ik vrees dat ik onze weddenschap ga verliezen, verbaas ik mij over het grote verschil met het publiek in Kreuzberg, waar Zita nu woont. Als er ergens ter wereld een enclave bestaat van links-activistische hippies, die zich verbeten proberen te onttrekken aan de wetten van het kapitalisme en hun bestaan vorm willen geven volgens hun eigen regels, dan moet dat Berlijn-Kreuzberg zijn.
Wessi’s
In Zehlendorf daarentegen hangt nog de sfeer van oude, West-Berlijnse chic. Hier leven echte Wessi’s: blank, een beetje koppig ouderwets, vasthoudend aan hun oude gewoontes. Bij verkiezingen heeft deze wijk de hoogste opkomst. En anders dan in de rest van de stad behaalt de christen-democratische CDU er gewoon een meerderheid.
Onder die laag van burgerlijkheid gaan overigens tal van interessante verhalen schuil. Want elke Duitse familie heeft, wegens de oorlog en de Duitse deling en wegens het tijdelijke bestaan van de DDR fascinerende biografieën. En die Duitse levens in Zehlendorf mengden met de geschiedenissen van de duizenden Amerikaanse soldaten, die hier gestationeerd waren en in deze wijk een heel eigen mikrokosmos hadden met eigen woonblokken, bioscopen, winkels, sportterreinen, scholen en kerken.
‘Je hebt de weddenschap verloren,’ onderbreekt Zita mijn overpeinzingen. ‘Anton zit daar bij Starbucks met zijn nieuwe vriendin. Kijk maar.’
Ik zwaai naar Anton en vraag Zita wat haar oude schoolgenoten haar verteld hebben.
‘Gewoon, wat ik al weet. Er is hier niets veranderd. Wat schrijven ze trouwens in dat blog nog meer behalve over die dode kikkers?’
‘Een scholier van het Arndt Gymnasium schrijft ook iets. En wat me opvalt is dat hij net zo ongemotiveerd is als jullie. Terwijl het Arndt een van de beste scholen van Berlijn is.’
‘Dat verbaast me niets. Weet je wel dat er in Zehlendorf meer kinderen blowen dan in andere delen van Berlijn? Dus zo keurig zijn ze hier helemaal niet. Dat lijkt me ook een aardig verhaal voor dat blog.’
‘Oh, nou, maar goed dat je verhuisd bent dan.’
‘Ja, echt wel.’