De muziek in de muziek van jazzpionier Ornette Coleman

Zijn platen uit het begin van de jaren zestig worden baanbrekend genoemd. Pioniersmuziek die zou leiden tot de term free jazz. Hijzelf bedacht er een andere term voor: harmolodics. De gebruiksaanwijzing is niet altijd even begrijpelijk maar het komt er op neer dat bij Ornette Coleman alle instrumenten gelijkwaardig zijn. Een wonderlijke opvatting van jazz, van klank, van alles eigenlijk.

Bestaat de meeste jazz uit thema’s en ensemblespel, soleren en begeleiden, bij Coleman is het lekker met zijn vieren knallen; iedere muzikant hengelend met een eigen melodielijn. Altsax, bas, drums, trompetje erbij, eventueel afgewisseld met een of twee gitaristen. Typerend voor zijn afwijkende opvattingen is dat hij de piano een instrument met een beperking vond. Piansten hielden volgens hem teveel vast aan traditionele akkoorden: “in feite beschouw ik de bas en de drums nooit als ‘ritme’. Voor mij hebben ze dezelfde functie als ik wanneer ik saxofoon, viool of trompet speel. De anderen in de band reproduceren de effecten en geluiden van hun instrumenten en hebben dezelfde autoriteit als ik. Hun eigen expressies hebben een gelijk aandeel in de totale expressie.”

Het was zijn moeder die Ornette zijn eerste saxofoon gaf. Vanaf dat moment ging het niet bepaald van een leien dakje. Zijn middelbare schoolband berispte hem omdat hij begon te improviseren midden in een traditionele Sousa-mars. Tijdens een optreden in 1948 kreeg hij zomaar patsboem een bijzonder idee. Zal ik nu eens niet de melodie spelen maar putten uit de hoeveelheid aan andere noten die ik hoor in de wisseling van akkoorden? Aldus geschiedde. Maar zijn ingeving riep vooral irritatie op. De dansers in de club keken elkaar verbaasd aan. De zaaleigenaar moest er niets van hebben en stuurde hem weg. Gelukkig had hij nog een baantje als hotelbediende.

Geweld

Het baanbrekende is er misschien een beetje van af. Toch klinken de platen die Ornette Coleman tussen 1958 en 1962 maakte voor Atlantic Records nog altijd urgent, uitbundig en uitdagend. Wie ze anno nu beluistert hoort hoe meer dan aangenaam ze uit de toon vallen. En dat maakt de albums stiekem wel weer baanbrekend. Eerst denk je nog hé wat gebeurt hier, waar gaat dit naartoe? Simpele vragen die je je niet stelt bij de meeste jazz van 2024. Toch?

Want wat is veel ervan toch ontzettend braaf, bedachtzaam gecomponeerd, cultureel correct. Om er nog wat van te maken wordt er vaak een spiritueel tintje aan gehangen. En waarom klinken de drummers bijna allemaal hetzelfde? Bij Coleman draait alles om het avontuur van het ontdekken. Zijn solo’s zijn vragen waarop hijzelf antwoorden geeft. Een voortdurend gevecht tegen het cliché. “Stuiterend op het ritme, alsof hij een trampoline is”, aldus jazzcriticus Gary Giddins.

Volgens Miles Davis echter was de altsaxofonist niet goed snik. Toen hij in 1959 in New York in de Five Spot optrad, kwam drummer Max Roach eens luisteren, liep op gegeven moment naar het podium en gaf Coleman zomaar een klap voor zijn kop. Maar de jonge muzikant liet zich niet van de wijs brengen. Hij was wel wat gewend: “ik groeide op in een Afro-Amerikaanse buurt waar je bepaalde privileges niet mocht hebben als je Afro-Amerikaans was, privileges die je wel zou hebben als je blank was.”

Geweld was er in zijn geboorteplaats Fort Worth aan de orde van de dag. Zo probeerden de eigenaren van een vleesverwerkingsfabriek een staking van vakbondsarbeiders te voorkomen door de inzet van Afro-Amerikaanse stakingsbrekers. Dat viel verkeerd. Tijdens protesten werd een van hen gelyncht. De Texaanse stad kende echter ook een levendige muziekscene. De in 1930 geboren Coleman was regelmatig te vinden in clubs en bars bij optredens van bluesgitaristen en bigbands. Het zou een blijvende bron inspiratie van worden.

Menselijke trekjes

Hij had zelf ook wel in de gaten dat zijn muziek buiten de lijntjes kleurde. Ondanks dat hijzelf een bescheiden, bedachtzame man was, was het hem menens. Nu of nooit. De platen die aan het begin van zijn carrière verschenen kregen titels die aan duidelijkheid niets te wensen overlieten: Something Else!!!! (met niet één maar vier uitroeptekens), The Shape Of Jazz To Come, Free Jazz, This Is Our Music, Change Of The Century. Melodie, improvisatie, hoofdthema’s, onnavolgbare zijwegen. Vooruit, niet iedereen zal gecharmeerd zijn van de hoge tonen in het spel van zijn altsax.

Je moet er even in komen, even aan wennen. Wanneer het muntje eenmaal valt ga je er anders naar luisteren. De waardering komt vanzelf. Het is muziek die overal buiten wil staan maar op de een of andere manier er volledig in wil opgaan. Ondanks de voor het ongeoefende oor hoge ‘moeilijksheidgraad’, reflecteren zijn composities volgens hemzelf een karakter en temperament dat aansluit bij gewone menselijke gevoelens. “Je zou muziek nooit moeten aanpassen aan een sociale klasse. Alleen omdat ze niet bij een bank werken of zoiets, betekent niet dat ze geen muziek kunnen waarderen. Je bent een mens, je projecteert menselijke emoties.”

Op The Shape Of Jazz To Come staat het veelgrepezen prachtnummer Lonely Woman. Uit het leven gegrepen. “Op een avond was ik ergens aan het spelen en ik zag een man ruzie maken met een vrouw. Ze leek zo hulpeloos over hoe het gesprek verliep. Ik probeerde niet tussenbeide te komen of zo, ik zag gewoon dat ze erg verdrietig was. Mijn zoon en zijn moeder waren ook naar New York gekomen. Ze had me verteld dat ik Denardo hier niet kon opvoeden. Toen zag ik een verband tussen wat die kerel aan het doen was en waar ik bij betrokken was, dus ging ik zitten en schreef dit lied.” Gaandeweg nam het ontzag voor wat Ornette Coleman aan het doen was op al die platen toe. John Coltrane bleek een groot bewonderaar. Toen hij wist dat hij stervende was, vroeg hij hem om op zijn begrafenis te spelen. Miles Davis zou later terugkomen op zijn eerdere mening door alsnog zijn waardering uit te spreken.

Love Call

Altijd onder de radar gebleven in het oeuvre van de muzikale vrijbuiter is Love Call. Verschenen op het legendarische jazzlabel Blue Note. Bij het opsommen van zijn beste albums wordt deze lp jammer genoeg nooit genoemd. Maar dit is wel degelijk een aanrader, zelfs eentje om mee kennis te maken voor wie niet wil beginnen met het moeilijkere werk. Love Call is toegankelijk en swingend, met dank aan drummer Elvin Jones en bassist Jimmy Harrison, beide afkomstig uit het befaamde kwartet van John Coltrane. Het is Jones die hier de show steelt; met zijn ritmisch bezwerende maat gooit hij de jazz volledig open, spontaan, dynamisch.

Jazz is dood

Opvallend en beslist uitdagend is de periode met begeleidingsband Prime Time. Hiermee maakte Ornette Coleman in de loop van de jaren zeventig grotestadsfunk in plaats van freejazz. Muziek die elk moment lijkt te ontsporen. Controle en loslaten. Het kan eigenlijk niet maar het gebeurt. Terwijl je zit te luisteren is het net of ze er telkens een schepje bovenop doen. Muziek toevoegen aan iets dat nog volop bezig is. Muziek in de muziek. Prime Time kwam precies op het juiste moment.

Jazz was op sterven na dood. Miles Davis zat in therapie en steeds meer muzikanten begonnen te experimenteren met fusion: een mix van jazz en rock. Coleman pakte de zaken net iets anders aan. Bluesachtige melodieën laten botsen op West-Afrikaanse ritmes. Een drukte van jewelste. Geen freejazz dus maar, achteraf gezien, een vooruit blikken op de zogenaamde no-wave van New York: dwarse structuurtjes in kunstpunk, destijds afkomstig van bands die luisterden naar namen als James Chance & The Contortions, DNA, Teenages Jesus & the Jerks.

Prime Time klonk dus al net zo urgent en levendig als de vrije jazz uit het voorgaande decennium. Alsof het allemaal ter plekke leek te ontstaan. Wat zomaar zou kunnen want menige plaat werd in een dag live in de studio opgenomen. Die vrijheidsdrang in de muziek en uitvoering voelt ook de luisteraar. Je weet niet waar en waarom het één begint en het ander eindigt. Er daar waren ineens die gitaristen. Springerig en swingend tegelijk. Bern Nix en Charlie Ellerbee. De een in de linkerluidspreker, de ander rechts. Apart: in Sleep Talk van de plaat Of Human Feelings hoor je kort een gitaarloopje dat refereert aan het fagotintro van Stravinsky’s Le Sacre Du Printemps.

Song X

In 1986 gebeurde er iets onverwachts. Een samenwerking tussen Ornette Coleman en Pat Metheny. De laatste was en is bekend om zijn omfloerste gitaargeluid op platen voor onder meer het ECM-label. Beide muzikanten werden vijf jaar eerder aan elkaar voorgesteld na afloop van een optreden van de gitarist. Metheny wilde wel eens wat anders. Voor de zekerheid kwamen de heren en andere muzikanten bijelkaar voor oefensessies van enkele weken die zo’n tien uur per dag duurden.

Song X werd vervolgens in drie dagen opgenomen. Het werd de meest radicale en complexe plaat uit de canon van Metheny maar ook van Coleman! Eerst is er niks en opeens is er Song X. Een nieuw begin. Schone lei voor alle betrokkenen. Eenmalig, want wat hier is te horen kun je niet herhalen. Muziek die je uitput. De muzikanten, de luisteraar, de klank, alles eigenlijk. Dit is geen controle, dit is alléén maar loslaten. Een eigenzinnig en fascinerend muzikaal document.

Ondanks het ontbreken van daadwerkelijk avontuur en durf bij nogal wat van de huidige generatie jazzmuzikanten, is er wel degelijk eerbied en ontzag voor de eigenzinnige muziek van Coleman. Al is zijn invloed misschien niet altijd direct hoorbaar, toch wordt in toenemende mate diens tijdloze jazz gewaardeerd. Voor zijn album Sound Grammar ontving hij een belangrijke Amerikaanse muziekprijs. Saxofonist Kamasi Washington: “Hij is een meester in het creëren van muziek die complexe ideeën en gevoelens met geluid kan uitdrukken. Het is alsof de snaren de pijn vertegenwoordigen die we allemaal in het leven ervaren en zijn altsaxofoon de veerkracht van het menselijk hart is.”

Ornette Coleman overleed in 2015 op 85-jarige leeftijd aan een hartstilstand.

Aanbevolen platen:
The Shape Of Jazz To Come (1959)
Change Of The Century (1960)
Free Jazz (1961)
This Is Our Music (1961)
Town Hall 1962 (1965)
New York Is Now (1968)
Ornette At 12 (1969)
Love Call (1971)
Skies Of America (1972)
Science Fiction (1972)
Dancing In Your Head (1977)
Body Meta (1978)
Of Human Feelings (1982)
Song X (1986)

Mijn gekozen waardering € -

Muziek. Film. Boeken. Ooit Opscene, Heaven, Platenblad. Reporters Online. Boek POSTPUNK HEDEN EN VERLEDEN (uitgeverij Koninklijke Van Gorcum, longlist nominatie Pop Media Prijs 2021)