Moederland en Vaderland in het Midden Oosten

Ik vind het verrekte moeilijk: bommen op onschuldigen. Er zijn dagen dat ik me compleet gespleten voel. En dat is ook niet zo raar, omdat ik een kind ben van een pacifistische moeder, die WOII redelijk ongeschonden doorkwam en een zeer realistische vader die oorlog, onrecht en geweld over zich heen kreeg als adolescent. Die machteloos in het gebombardeerde Rotterdam moest toezien hoe zijn boezemvriendjes en het meisje waar hij verliefd op was, tijdens een razzia uit hun huizen werden gesleept.

Verkiezingstijden leverden grappiger taferelen op bij ons thuis vroeger. Ik moest er aan denken toen ik naar de documentaireserie over Theo van Gogh keek. Net als in zijn gezin hingen ook bij ons de verschillende posters van de politieke partijen voor de ramen. Van PSP tot CDA en D66. Dat was dan wel weer heel democratisch. Dat je kon zeggen wat je vond, maar daar moesten wel goede argumenten bij, anders werd je bij de Kuchlers onder tafel geschuffeld.

Iedereen is pacifist

Nu ben ik op een leeftijd dat ik weet dat elk weldenkend mens diep in zijn hart een pacifist is. Een vredezoeker. Maar tegelijk weet ik dat geweldloosheid mooi gezegd en gedacht is, maar dat de bommen op Hiroshima en Nagasaki mijn generatie nipt in vrijheid geboren lieten worden. Oorlog knaagde niet meer aan onze bedjes hier in Nederland. Oorlog was altijd ergens anders. En we vonden dat het moest stoppen. ‘Alle Menschen werden Brüder’ zong mijn moeder. “Nou dat hebben we gezien!” spotte mijn vader er achteraan.

En die dubbelheid ervoer ik vorige week toen ik naar Bar Laat keek. Waar Raoul Heertje en Ramsey Nasr begrip vroegen voor de slachtoffers aan beide kanten van de afschuwelijke Midden Oosten-oorlog. De zoveelste. “Het moet stoppen!” Vuist in de lucht. Jazeker, dat vind ik ook. Maar ten koste van wie of wat? En er woeden nog zoveel andere oorlogen, waar we een soort van blind voor zijn. Alleen al op het Afrikaanse continent een stuk of 14.

Bellen met Bibi

Die nacht droomde ik dat ik Bibi Netanyahu belde. Ik kreeg zijn voicemail en sprak in 3 verschillende talen in dat de oorlog moest stoppen. ’s Ochtends keek ik in de krant. Er was nog steeds geen wapenstilstand. En Yahya Sinwar was dood. Een dankzij vele pacifistische westerlingen multimiljonair geworden terrorist, die het tot ‘leider’ van hamas had geschopt. Zijn echtgenote bevond zich op het moment suprème in een door UNWRA bekostigde tunnel onder Gaza. Met haar Hermes Birkin-tasje van een halve ton dollars op schoot. Een rood statussymbool. Toepasselijk.

De wereld zal nooit rechtvaardig worden. Want welke prijs is terecht? Voor de onschuldigen geen enkele. Vanaf midden jaren ’90 is er geen dag voorbij gegaan zonder dat er raketten en bommen op Israel terecht kwamen. De gehele infrastructuur is daarop ingericht. Hekken, muren, schuilkelders, saferooms en een Iron Dôme beperkten de schade. Aan de andere zijde werd de bevolking van Gaza ‘bestuurd’ door hamas. Dat kwam in de praktijk neer op vrouwen die gemiddeld 10 kinderen baarden, waarvan de jongetjes al vroeg geronseld werden om terrorist in opleiding te worden en ook de rest van de mensen werden volgestouwd met haat en een doodscultuur. Het gros van de Gazanen is nooit verder geweest dan die strook land van 40 km bij 9 km.

Koloniale schuldgevoelens

Houd het volk dom en arm. Dat was de truc van vele grootgrondbezitters en koloniale veroveraars uit het verleden. Daar had hamas de ‘kunst’ van afgekeken. En ik herinnerde mij de slogan van War Child: ‘Je kunt een kind wel uit een oorlog halen, maar hoe haal je de oorlog uit een kind?’ En dat geldt voor beide kanten van het slepende conflict. Dat feitelijk ook een oorlog is tussen de doodscultuur van de islam en de overlevingscultuur van de Joodse Staat. Alhoewel veel westerlingen helemaal niets willen weten van dat laatste. Zij worden immers geplaagd door koloniaal schuldgevoel vanwege diepe schaamte over hun eigen voorvaderen.

Voor 1948 bestond het woord Palestijnen niet eens. In het land waar alom om gevochten wordt, wonen al duizenden jaren Arabische, Joodse, christelijke en nog andere volken. De huidige Palestijnen zijn allen kinderen van Arabieren uit die omgeving. De groepen leefden jarenlang met elkaar zoals ex-partners in een relatie, waarin over en weer veel narigheid was. Een hele lange vechtscheiding is het gevolg, waarbij de inzet van kinderen niet geschuwd wordt. In de doodscultuur van de islam worden die kinderen als wapens en als schilden gebruikt. In de overlevingscultuur van de Joden worden kinderen opgevoed met de wetenschap dat ze straks twee jaar van hun leven hun moederland moeten verdedigen in het leger. Jongens en meisjes en reservisten.

De vredesduiven zijn dood

Niemand van buitenaf komt Gaza in. Alleen de door hamas (en in Libanon geldt iets soortgelijks met hezbollah) gecontroleerden en geterroriseerden. Dat betekent dat er geen onpartijdige UN-mensen zijn en geen journalisten die geen banden hebben met hamas. Ook het IDF laat geen pottenkijkers toe en alleen door henzelf gefilmde beelden zien we soms. Dat betekent dat wij westerse schreeuwers gewoonweg geen idee hebben van wat daar werkelijk gebeurt. Zelfs de aantallen doden moeten we maar gewoonweg geloven.

De Israelische pacifisten die decennialang de vrede bepleitten en de kinderen van Gaza van eten en gezondheidszorg voorzagen, zijn bijna allemaal vermoord. Vredesduiven werden door hamas als eerste uit de lucht geschoten. En ook feestende, jonge, half bloot lopende jongeren op een haram muziekfestival. De kinderen van de kinderen van de holocaustoverlevers vechten nu met ondemocratische middelen om de enige democratie in het Midden Oosten overeind te houden. Tegen de doodscultuur, de jihad en de sharia en voor de enige staat waar mannen en vrouwen dezelfde rechten en plichten hebben.

We doen het zonder wapens

Het is een dilemma uit de hel voor mij. Het leven van Libanese en Gazaanse onschuldigen is voor mij net zoveel waard als die van de Israeliërs. Maar in Iran kloppen de ayatollahs elkaar lachend op de schouders, zeker wanneer zij op de TV de vele westerlingen zien die hun jodenhaat hebben overgenomen. Die zij ‘nuttige idioten’ noemen. Want de islamitische inktvlek op de wereldkaart vloeit en groeit steeds verder Azië en Afrika in. En Europa gaat straks ook op de knieën voor Allah. Dat is de gedachte. Onderwerping en dictatuur.

Ik ben in vrijheid groot gegroeid dankzij bommen op onschuldige burgers in Japan en Duitsland. Hun bloed kleeft aan onze levende vingers. Onze generatie zou het beter doen dan die van onze ouders en grootouders. Wapens hadden wij niet meer nodig. Die zouden we heel bijbels omsmelten tot ploegscharen. Om ervoor te zorgen dat niemand op de wereld meer zou sterven aan kogels, honger en dorst. De werkelijkheid is dat er aan twee kanten geknaagd wordt aan de vrijheid van Europa. In Oekraïne en in Israel. Eerstgenoemde strijd is grotendeels aan ons zicht onttrokken door laatstgenoemde.

Democratie of sharia?

Vanochtend heb ik nog even heel hard geschreeuwd: ‘De oorlog moet stoppen!’ Maar het hielp niet. De gegijzelden worden niet vrijgelaten. Het gevecht woekert verder en sijpelt door in ons eigen (nog vrije) leven van alledag. Soms weet ik het helemaal niet meer. Want als de oorlog stopt is er ook nog niks opgelost. Het klinkt alleen maar mooi. Maar als ik moet kiezen tussen democratie of sharia, tussen moederland of vaderland: dan weet ik het wel. De oorlog in het Midden Oosten draait om veel meer dan om die vierkante kilometers ‘from the river to the sea’.

Illustratie: Freepik

Mijn gekozen waardering € -