Wat ik mis had over Donald Trump

De afgelopen maanden schreef en sprak ik regelmatig over de Amerikaanse presidentsverkiezingen: over de rol van de media, de nieuwe methoden van peilingen, project 2025, het onderbelichte belang van de race om het Congres, de positie van de vicepresidentskandidaten, het vertrek van Joe Biden en de rol van de economie. Ook schreef ik een stuk over de vraag waarom Donald Trump populair blijft bij Republikeinen kwam aan bod. Nog steeds actueel.

Maar eind augustus schreef ik een stuk dat inmiddels achterhaald is. Ik stelde dat de Republikeinen alleen het presidentschap nog konden winnen als ze Trump zouden vervangen, zoals de Democraten dat met Biden hadden gedaan. De reden dat ik dat toen schreef was dat Biden weg was, Harris zijn plek had ingenomen, en in een aantal swing states was de nipte achterstand van Biden op Trump omgezet in een significante voorsprong. Nog belangrijker dan de peilingen waren de kiezerregistraties: in meerdere swingstates bleken vooral mensen met Democratische achtergrond zich nu te registreren als kiezer. Kortom: Harris had het momentum, eind augustus. Mijn stelling toen was dus zo gek nog niet.

Maar nu wel. Ik heb nagedacht waarom ik toen zo’n vergaande stelling durfde in te nemen, terwijl ik een maand eerder nog over de aantrekkingskracht van Trump had geschreven. Mensen stemmen op Trump vanwege een complex mengsel van frustratie, verlangen naar verandering en afkeer van het gevestigde systeem. Zijn aanhangers voelen zich genegeerd door de elites en bedreigd door globalisme; ze zien het systeem als gebrekkig en steunen Trump als disruptieve kracht. Ze zien hem als degene die het politieke establishment kan omverwerpen en het land kan herstellen, met radicale maatregelen. Eerst de economische problemen aanpakken, omdat de gestegen kosten voor levensonderhoud veel kiezers motiveerden om voor Trump en tegen Biden ((en daarmee ook Harris, want die zei het bestaande beleid voort te zullen zetten) te stemmen. Ook het bestrijden van illegale immigratie staat hoog op de lijst, met de belofte om de grenzen dicht te doen en de massadeportatie van miljoenen ongedocumenteerde immigranten op dag één van zijn presidentschap. Daarnaast willen ze lagere belastingen. En je moet kunnen zeggen wat je wilt, dus geen restricties op vrijheid van meningsuiting.

Zijn retoriek, waarbij Trump zijn tegenstanders altijd als de ‘vijand’ afschildert en de ‘elites’ beschuldigt van corruptie en obstructie, wordt versterkt door zijn anti-woke standpunten. Het opkomen voor LHBTI-rechten en minderheidsgroeperingen wordt niet gezien als een strijd voor gelijke rechten, zoals de Democraten dat definiëren, maar als een luxe voor rijke elites die de echte problemen in Amerika niet zouden begrijpen. Zijn achterban ziet hem bovendien als een sterke, autoritaire leider die snel en daadkrachtig kan handelen in tijden van crisis, ondanks zijn controversiële uitspraken, leugens en juridische problemen. Zijn kiezers negeren deze tekortkomingen omdat ze geloven dat hij voor hun belangen vecht, waarbij de echte vijanden bijvoorbeeld de Democraten, de mainstream media en illegale migranten zijn.

Dit soort standpunten zien we niet alleen in Amerika, maar wereldwijd – ironisch genoeg, als je het hebt over antiglobalisme: in Argentinië met Milei, in Hongarije met Orbán en in Nederland met Wilders. Er is een sterke, rechtse, conservatieve en populistische beweging die wereldwijd in opmars is. Natúúrlijk kon die stroming ook in Amerika winnen.

Progressieve kiezers wereldwijd delen een vergelijkbare zorg: ze vrezen dat de democratie, en daarmee gelijke rechten en kansen voor iedereen, onder druk komen te staan door autocraten die de macht naar zich en -hoe cynisch- een kleine elite toetrekken. Ze maken zich ook zorgen dat belangrijke thema’s zoals de gevolgen van klimaatverandering naar de achtergrond verdwijnen. Daarnaast vrezen ze dat de kiezers die op ‘rechts’ hebben gestemd, vanwege de belofte van rechtspopulistische leiders van simpele oplossingen voor complexe problemen, teleurgesteld zullen worden: je lost geen complexe problemen op met de druk op één knop, anders was dat allang gebeurd. Maar Trump beweert letterlijk dat hij oorlogen kan stoppen met één telefoontje en dat de economie zal floreren als je strenge importtarieven invoert (zelfs tot 2000 procent) – en volgens hem kun je dan zelfs de landelijke inkomstenbelasting schrappen. De realiteit zal echter weerbarstiger zijn, en sommige van zijn besluiten zullen averechts uitwerken. Ongetwijfeld de schuld van ‘de vijand’.

Ik weet waar het ‘m in zit, waarom ik in september dacht dat Trump echt niet gekozen zou worden als president. Zoals gezegd: natuurlijk wist ik dat de slinger wereldwijd naar rechts aan het gaan is. Natuurlijk wist ik dat in Amerika rechts dus ook kon winnen. Ik dacht alleen oprecht dat ze dat niet met Trúmp wilden doen; de man die bevolkingsgroepen zo schoffeert en liegt en scheldt en beledigt en intimideert en bedreigt. Zelfs bij zijn laatste speech vond hij het nog nodig om Nancy Pelosi een ‘crazy, sleazy bitch’ te noemen. Is dat het goede voorbeeld wat je wil geven?

Ik dacht dat kiezers in ieder geval integriteit en fatsoen zouden eisen van hun leider. Van de wéreldleider van de grootste democratie op de planeet. Maar zijn achterban, waaronder opvallend veel jonge mannen, die de laatste jaren -een belangrijke sidenote in dit verhaal- zijn meegesleurd door social mediaplatforms die een enorme berg desinformatie en misinformatie toestaan en die geen rem meer zetten op haat (zoals vrouwenhaat, racisme, xenofobie), deed dat niet.

Dát was naïef van mij. Want fatsoen en integriteit zijn out of fashion.

Mijn gekozen waardering € -