Nobelprijs voor de Vrede: ‘Nucleair taboe’ staat onder druk

‘s Nachts oog in oog staan met de Atoombomkoepel, voorheen de industriële promotiehal, in Hiroshima doet ijzingwekkend aan, maar is ook bijzonder indrukwekkend. Het is het enige wat in de oude staat is gebleven en behouden nadat een uraniumbom, ‘Little Boy’, op 6 augustus 1945 ’s morgens om 8:15 uur dood en verderf zaaide. Drie dagen later werd Nagasaki geraakt door plutoniumbom ‘Fat Man’. Wat is het verhaal daar achter?

Ondanks protesten de kernwapens de wereld uit te gooien en een vermindering van het aantal, is de dreiging om kernwapens in te zetten weer toegenomen door de stoere taal van Poetin van Rusland die Oekraïne daarmee op de knieën probeert te krijgen. Maar ook landen als Noord-Korea en Iran vormen een voortdurende bron van zorg als het om de ontwikkeling van kernwapens gaat.  In het kielzog hiervan ziet de NAVO nucleaire wapens dan ook als een fundamenteel onderdeel van de algemene afschrikkings- en verdedigingscapaciteit. Het ‘nucleaire taboe’ is daardoor onder druk komen te staan.

Terwijl Nederland zich opmaakt om voor de tachtigste keer de slachtoffers en het einde van de Tweede Wereldoorlog te herdenken en te vieren, wordt in Japan onvermoeibaar gewerkt om de nucleaire ontwapening wereldwijd te bevorderen.

Een van die organisaties is de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN), die in 2017 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. De Noorse parlementaire Nobelcommissie heeft voor 2024 ook het vizier op Japan gericht en besloten de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen aan Nihon Hidankyo, een organisatie van overlevenden van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, die zich sterk maakt voor een kernwapenvrije wereld. Die wordt op 10 december uitgereikt in het raadhuis van Oslo, de verjaardag van naamgever Alfred Nobel en ook de Dag van de Mensenrechten.

.
De Vredesmedaille. Op de voorkant verschilt de houding van Alfred nobel enigszins van de andere medailles. De inscriptie is hetzelfde. De andere kant laat drie mannen zien die ‘een broederlijke band’ vormen.
De inscriptie luidt: Pro tempo en broederschap gentium (‘Voor de vrede en broederschap der mensen’. Op de rand van de medaille zijn ‘Prix Nobel de la Paix’, het betreffende jaar, en de naam van de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede gegraveerd.

Mensen of organisaties die, in de woorden wijlen industrieel en uitvinder van het dynamiet, Alfred Nobel, een bijdrage hebben geleverd aan de ‘verbroedering van naties’ en het tot stand brengen van vrede krijgen de prijs toegekend. Er is een geldbedrag aan verbonden van omgerekend 950.000 euro.

Volgens de Nobelcommissie doen we er goed aan onszelf te herinneren aan de ‘meest destructieve wapens’ die de wereld ooit heeft gekend. Het Nobelcomité meent dat Nihon Hidankyo en andere vertegenwoordigers van de ‘hibakusha’ in grote mate hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het ‘nucleaire taboe’, maar dat het ‘nucleaire taboe’ nu onder druk is komen te staan.

‘Kernwapenstaten investeren de jongste jaren zwaar in de modernisering van hun kernwapenarsenalen en breiden die zelfs uit. Dat is verontrustend omdat de spanningen tussen verschillende van deze staten zijn toegenomen terwijl het ontwapeningsregime dat aan het eind van de Koude Oorlog tot stand kwam deels is ontmanteld.

Er wordt ook opnieuw gedreigd met het inzetten van kernwapens en er zijn staten die kernwapens willen verwerven. Dat is een alarmerende situatie die vooralsnog op te weinig politieke en publieke aandacht kan rekenen. Daarom is deze Nobelprijs aan een organisatie die ijvert voor de totale eliminatie van kernwapens meer dan welkom.’ Aldus de Nobelcommissie. Aangevoerd wordt dat er nog steeds meer dan twaalfduizend kernwapens staan opgesteld in negen kernwapenstaten, die een veel grotere vernietigende kracht hebben. ‘Ze kunnen miljoenen mensen doden en zouden het klimaat catastrofaal beïnvloeden. Een kernoorlog zou onze beschaving kunnen vernietigen.’

Wie in Hiroshima het Vredespark inloopt, wordt bevangen door de diepe sporen die de atoombom die om 8:15 uur afgeworpen op 6 augustus 1945 door de Amerikaanse luchtmacht werd afgeworpen, heeft nagelaten in de geschiedenis van Japan en de wereld. De ontploffing doodde direct tienduizenden mensen, en velen stierven later aan de gevolgen van stralingsziekte. De schattingen lopen uiteen maar tegen het eind van 1945 zouden ongeveer honderdveertigduizend de ‘apocalyps’ niet hebben overleefd. Andere cijfers spreken van ruim tweehonderdduizend.

Geschat wordt dat er vandaag de dag nog zo’n honderdduizend slachtoffers, bekend als ‘hibakusha’, van de explosie leven. Het heeft jaren geduurd voordat zij erkenning kregen. Het lot van de overlevenden werd lange tijd verzwegen en verwaarloosd. Verslagen over de impact van de atoomaanvallen door de Verenigde Staten werden jarenlang gecensureerd.

Journalisten werden geweerd. Ook toen aan het eind van de officiële Amerikaanse bezetting in 1951 de eerste foto’s werden gepubliceerd van zwaar verminkte en verbrande slachtoffers in de Japanse pers duurde het nog jaren voordat hun lot officieel werd erkend. In 1957 ging het Japanse parlement pas akkoord met een wet voor vrije medische verzorging van ‘hibakusha’.

De verhalen van de ‘hibakusha’ geven een gezicht aan de catastrofe. Hun ervaringen zijn gedocumenteerd in boeken, interviews en musea, zoals het Vredesmuseum. Veel van deze overlevenden hebben zich ingezet voor vrede en het afschaffen van kernwapens. Jaarlijks vindt op 6 augustus een herdenking plaats in Hiroshima, waar mensen uit de hele wereld samenkomen om de slachtoffers te herdenken en een wereld zonder kernwapens te bepleiten.

Het museum, de eeuwige vlam, monumenten, de klokken, bloemstukken, kleurrijke strengen met gevouwen kraanvogels zijn symbolen geworden voor de wens voor vrede. Het park en vooral het beeld van Sadako Sasaki is een bedevaartsoord voor onder meer grote groepen schoolkinderen die hier massaal op geschiedenisles komen. Het is traditie geworden dat elke schoolklas die het Vredespark bezoekt duizend kraanvogels van papier vouwt en daar achterlaat. Zo ontstaan grote kluwen papier in allerlei bonte kleuren.

De kraanvogels als symbool van lang leven en voorspoed van papier verwijzen naar het levensverhaal van Sadako Sasaki, die op tweejarige leeftijd niet ver van het hypocentrum van de atoombom woonde en de explosie op zeshonderd meter hoogte boven het Shima-ziekenhuis overleefde.

– Op de foto staat Tom Ferebee – artillerist, 6 augustus 1945 – Enola Gay. Inzet: Sadako Sasaki.

Zij hoorde dat iedereen die duizend kraanvogels vouwt een wens in vervulling zou kunnen laten gaan. Sadako begon te vouwen in de hoop van haar ziekte te herstellen. Maar dat was haar niet gegund. Zij stierf op twaalfjarige leeftijd op 25 oktober 1955 aan leukemie wat een gevolg was van de atoombom.

Een standbeeld waarbij zij een gouden kraanvogel vasthoudt, herinnert aan haar leven en die van alle andere kinderen die onschuldig slachtoffer zijn geworden van dit drama, onder wie ook de veertienjarige Nobuko Shoda, die vier dagen na de ontploffing het leven liet. Op een plaquette staat in het Japans: ‘Dit is onze Schreeuw. Dit is ons Gebed. Vrede op Aarde’. Geschat wordt dat 38000 kinderen zijn gedood.

Na de verwoesting begon Hiroshima aan een indrukwekkende wederopbouw, waarbij de stad transformeerde van een ruïne naar een moderne stad. In plaats van de locatie te vermijden, werd Hiroshima het centrum van de mondiale vredesbeweging, en werd zelfs erkend als ‘Stad van de Vrede’.

Dankzij internationale steun en hard werken van de inwoners is Hiroshima nu een bloeiende stad, maar de geschiedenis blijft een integraal deel van haar identiteit en roept op tot blijvende herdenking en wereldwijde samenwerking om kernwapens uit te bannen, met als ultiem doel een vreedzame toekomst voor alle volken

De beslissing van de Verenigde Staten om atoombommen op Japan te gebruiken was een van de meest controversiële beslissingen van de Tweede Wereldoorlog. Dit besluit was gebaseerd op een combinatie van militaire, politieke en wetenschappelijke redenen.

De ontwikkeling van de atoombom werd ingeleid door Albert Einstein. Die waarschuwde de Amerikaanse president Roosevelt in 1939 voor de mogelijkheid dat Duitsland kernwapens zou kunnen ontwikkelen. Roosevelt vatte dat serieus op en zette het licht op groen voor het Manhattan Project, een geheim wetenschappelijk programma onder leiding van fysicus J. Robert Oppenheimer.

De Amerikanen wilden Hitler-Duitsland voor zijn, maar toen Duitsland zich al had overgeven, verplaatste de aandacht zich naar Japan. Oppenheimer was zich bewust van de enorme vernietigingskracht van de bom. De bommen werden gelabeld voor militair gebruik zonder dat er sprake was van een politieke overeenstemming binnen de wetenschappelijke gemeenschap.

– Albert Einstein en Robert Oppenheimer spreken elkaar op het Instituut voor geavanceerde studie, jaren vijftig.

Einstein heeft een belangrijke bijdrage geleverd door zijn formule E=mc, die de verhouding tussen massa en energie beschrijft, maar was tegen het gebruik van kernwapens.  Hij zag daarin een grote bedreiging voor de mensheid. Hij was dan ook enorm aangedaan toen hij als pacifist in een publicatie werd afgebeeld bij een foto van de explosie.

Toen de oorlog in Europa al voorbij was, bleef Japan doorgaan. De atoombom werd door sommige strategen gezien als een manier om Japan snel en effectief tot overgave te dwingen, waarmee een invasie en verdere bloedvergieten voorkomen konden worden.

Amerikaanse leiders, waaronder president Franklin D. Roosevelt, zagen de atoombom als een potentiële manier om hun militaire en technologische superioriteit aan de Sovjetunie te tonen, vooral gezien de toenemende spanningen tegen het einde van de oorlog, die later zouden leiden tot de Koude Oorlog. Het gebruik van de atoombom op Japan zou de wereld laten zien wat Amerika’s nucleaire capaciteiten waren, wat mogelijk een afschrikkende werking zou hebben op toekomstige conflicten met de Sovjetunie.

De Verenigde Staten legden samen met hun bondgenoten in juli 1945 de Potsdamverklaring voor aan Japan waarin een onvoorwaardelijke overgave werd geëist. Japanse leiders weigerden echter, gedeeltelijk omdat zij hun keizer wilden behouden en vreesden dat een overgave het einde van het Japanse keizerrijk zou betekenen. Deze weigering versterkte de overtuiging van de Amerikaanse leiders dat de atoombom noodzakelijk was om Japan te dwingen zich over te geven.

Op 6 augustus 1945 werd de eerste atoombom op Hiroshima afgeworpen, en drie dagen later volgde Nagasaki. Dat gebeurde onder het toeziend oog van president Harry S. Truman. De vernietiging was ongekend: tienduizenden mensen stierven onmiddellijk, en veel meer stierven later door stralingsziekte en verwondingen. Kort na de bom op Nagasaki capituleerde Japan, en op 15 augustus gaf Japan zich over wat het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende.

Na de oorlog heeft Japan zijn constitutionele pacifisme behouden. Artikel 9 van de Japanse grondwet verbiedt het gebruik van oorlog als een middel om conflicten op te lossen en beperkt het aantal militaire troepen dat Japan mag hebben. Deels door steun van de Verenigde Staten bereikte Japan na de VS en China de derde plek in de wereldeconomie en is een wereldleider op het gebied van technologie, productie en innovatie geworden.

De beslissing om de bommen te gebruiken is tot op de dag van vandaag onderwerp van discussie. Sommige historici en morele denkers geloven dat de bommen onnodig waren, gezien de reeds verzwakte positie van Japan. Anderen beweren dat de bommen daadwerkelijk levens hebben gered door een invasie te vermijden en de oorlog te beëindigen. Oppenheimer zelf voelde zich schuldig over de uitvinding van de atoombom.

Hoewel de bommen de Tweede Wereldoorlog beëindigden, lieten ze een litteken achter op de wereld en op de geschiedenis van Japan en hebben ze een krachtige herinnering nagelaten aan de verwoesting ervan waar de wereld nog steeds aan moet worden herinnerd, opdat de duivelse gevolgen niet worden vergeten. De Nobelprijs voor de Vrede doet daar een schepje bovenop.

Vervolg:

 

Mijn gekozen waardering € -