‘Met deze tentoonstelling willen we de verwoestende humanitaire gevolgen van de atoombom laten zien, maar tegelijkertijd hoop tonen – en dat een wereld vrij van kernwapens mogelijk is. De vastberadenheid en het harde werk van Nihon Hidnakyo gedurende tachtig jaar is de rode draad.
We moedigen onze bezoekers aan om naar de hibakusha (een persoon getroffen door de bom) te luisteren over de nucleaire dreiging te praten en zo te handelen dat er nooit meer kernwapens zullen worden gebruikt”, zei directeur Kjersti Fløgstad tijdens de opening.
Het eerste wat de bezoekers krijgen te zien, is een foto van de atoombom die tot explosie komt. De tekst is veelzeggend: ‘Onder de wolk. De eerste beelden die de wereld van een atoombom zag, werden uit de lucht genomen door de Amerikaanse observatievliegtuigen die boven Hiroshima cirkelden. Een overlevende uit de stad, Mikoso Iwasa, dacht later na over hoe deze beelden de gruwelijke gevolgen verbergen. Onder de wolk bevonden zich menselijke wezens, kruipend, kronkelend, wanhopig, maar toch niet in staat iets te doen om zichzelf te redden.’
Met de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan Nihon Hidnakyo heeft het Noors Nobelcomité aan de vooravond van 2025 een statement willen maken. Volgens voorzitter Jørgen Watne Frydnes betreedt de wereld wat veel analisten karakteriseren als een nieuw, onstabieler nucleair tijdperk.
De rol van kernwapens in internationale aangelegenheden is volgens hem aan het veranderen. De kernmachten moderniseren en verbeteren hun arsenalen. Nieuwe landen lijken zich voor te bereiden op het verkrijgen van kernwapens. Belangrijke wapenbeheersingsovereenkomsten lopen af zonder dat ze worden vervangen. En bedreigingen om kernwapens te gebruiken in de voortdurende oorlogvoering zijn openlijk en herhaaldelijk geuit.’
Frydness meent dat de schaduw van kernwapens over de wereld is blijven hangen, maar is er een lichtpuntje, dat we moeten herkennen. En dat is het feit dat er sinds 1945 geen kernwapen meer in een oorlog is gebruikt.
Hij stelde dat de prijs van dit jaar voor Nihon Hidankyo gevoegd kan worden bij een vooraanstaande lijst van vredesprijzen die het Noorse Nobelcomité eerder heeft toegekend aan voorvechters van nucleaire ontwapening en wapenbeheersing. Hij opperde dat deze laureaten op verschillende manieren hebben gewerkt om de dreiging van kernwapens te verminderen. Voor dit soort vredesinspanningen zijn dertien Nobelprijzen voor de Vrede geheel of gedeeltelijk toegekend. Bij elke gelegenheid heeft het Noorse Nobelcomité gewaarschuwd voor de dreiging van kernwapens. Dit jaar is die waarschuwing urgenter dan ooit tevoren.’
Het is naar zijn mening onnozel om te geloven dat onze beschaving een wereldorde kan overleven waarin de mondiale veiligheid afhankelijk is van kernwapens. ‘Het is niet de bedoeling dat de wereld een gevangenis is waarin we wachten op collectieve vernietiging. Hoe lang en moeilijk het pad ook is, we moeten van Nihon Hidankyo leren: we mogen nooit opgeven. Hij spoorde eenieder aan om in de geest van de hibakush te streven naar het in stand houden van het ‘nucleaire taboe’, omdat ons voortbestaan ervan afhangt.
Ook voegde hij een persoonlijke dimensie toe aan de discussie over kernwapens en de impact van oorlog door te reflecteren op zijn eigen generatie, die opgroeide in een periode van optimisme na de Koude Oorlog, maar sindsdien werd geconfronteerd met terreur, trauma en verlies. Hij benadrukte dat verdriet en trauma niet genezen hoeven te worden, maar omarmd kunnen worden als een bron van betekenis en verbinding waarbij herinneringen kunnen dienen als een kracht voor verandering en verzet tegen vergetelheid.
Geheugenwerk kan naar zijn mening een daad van verzet zijn, een kracht tot verandering. ‘Hiervoor hebben we al onze geheugeninstellingen nodig: geschiedenisschrijven, documentatie en onderwijs, maar ook persoonlijke getuigenissen, literatuur en kunst als essentiële middelen om te leren van het verleden, slachtoffers te eren en te streven naar een betere toekomst.
Laureaat Terumi Tanaka verklaarde tijdens zijn lezing dat zijn organisatie zonder twijfel een rol heeft gespeeld in het scheppen van het ‘nucleaire taboe’. Het concept werd overigens gepopulariseerd door de Amerikaanse academica Nina Tannenwald, die in 1999 over het onderwerp een invloedrijk tijdschriftartikel schreef en tijdens een wetenschappelijk forum in de universiteit van Oslo aankondigde, dat er nog een lange weg is af te leggen. Ze definieerde het nucleaire taboe in 2005 als ‘een de facto verbod op het eerste gebruik van kernwapens.’ Tannenwald blijft een van de meest prominente pleitbezorgers voor het bestaan van dit taboe. Tijdens een drukbezocht forum met als titel ‘Kernwapens, hoe de dreiging te bestrijden’ in de universiteit van Oslo zei zij dat er nog een lange weg te gaan is om dat taboe in stand te houden.
Volgens directrice Melissa Park van de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Kernwapens (ICAN) biedt het voorstel van China om niet als eerste een kernwapen te gebruiken (No Fist Use) geen geloofwaardigheid. ‘Als een land gebruik wil maken van kernwapens en miljoenen onschuldige mensen wil doden dan is het ook mogelijk een belofte te breken ze niet als eerste te gebruiken. ICAN vindt dat geen enkel kernwapen met stralingsziekten, klimaatverandering, mislukte oogsten en hongerdood als gevolg acceptabel is. ‘Het komt neer op genocide’, aldus Melissa Park.
Dat er nog twaalfduizend kernkoppen op de wereld zijn waarvan er vierduizend klaar staan voor een onmiddellijke lancering, maakte Terumi Tanaka intens verdrietig en boos dat het ‘nucleaire taboe’ dreigt te worden doorbroken.
Hij ging in op zijn ervaringen als dertienjarige jongen in Nagasaki die het zoemende geluid van een bommenwerper hoorde en plotseling overmeesterd was door een helder, wit licht. Verrast rende hij naar beneden en ging op de vloer liggen en dekte met zijn handen zijn ogen en oren af. Het volgende moment werd hij gegrepen door een hevige schokgolf die zich door het huis verplaatste.
‘Ik heb geen herinnering meer aan dat moment, maar toen mijn zintuigen terugkwamen, vond ik mezelf terug onder een grote glazen schuifdeur. Het was een wonder dat het glas niet was gebroken en ik vrij was van verwondingen. Drie dagen later ging ik zoek naar de families van mijn twee tantes die in de buurt woonden van het hypocentrum. Ik zag toen de volle omvang van de verwoesting die was aangericht door de atoombom op Nagasaki.
Ik liep met mijn moeder naar een heuvel en we overzagen de zwartgeblakerde ruïnes, soms drie kilometer ver. De Urakami Cathedraal was met de grond gelijkgemaakt. Huizen waren afgebrand en lijken lagen er verspreid om heen. Vele mensen waren ernstig gewond of verbrand, en hulpeloos. Ik was bijna verstoken van enig emotie, waardoor op de een of andere manier mijn gevoel van menselijkheid werd afgesloten, en liep weg. De doden konden moeilijk worden beschreven als mensen. Er waren honderden mensen die vreselijke pijn leden, in doodangst verkeerden en geen medische aandacht kregen. Ik had het sterke gevoel dat zoiets nooit meer mocht gebeuren.’
‘Vanaf nu hoop ik dat de volgende generatie wegen zal vinden om ons werk voort te zetten.’ Aldus de laureaat die de hoop ook uitsprak dat de verhalen van de overlevenden internationaal zullen doorklinken. ‘Laat de mensheid zichzelf niet vernietigen door nucleaire wapens. Laten we samenwerken voor een humane samenleving, vrij van nucleaire wapens en oorlogen!’ Besloot hij. Daarbij moet worden aangetekend dat de slachtoffers die liever als activisten willen worden gezien nog steeds strijden voor een volledige erkenning door de Japanse overheid en NAVO-chef Mark Rutte de schrik erin heeft gejaagd door zijn oproep een ‘oorlogsmentaliteit’ aan te nemen mede gebaseerd op de toenemende oorlogsdreiging van Rusland die als grootste kernmacht landen als de Verenigde Staten en China achter zich laat en waar Europeanen aan mee moeten betalen.
Het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons, TPNW) een internationaal verdrag dat streeft naar een totale uitbanning van kernwapens speelt daarin geen rol. Het verdrag werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 7 juli 2017 en trad in werking op 22 januari 2021, nadat de vereiste vijftig staten het hadden geratificeerd.
Het TPNW verbiedt onder andere de ontwikkeling, productie, verwerving, bezit, opslag, gebruik en dreiging met kernwapens. Aan het verdrag hebben zich 122 landen geconformeerd. Nederland en Noorwegen horen daar als NAVO-lidstaten niet bij. Noorwegen toont zich actiever in internationale debatten over nucleaire ontwapening.
Hoewel ook Noorwegen net als Nederland het Nucleair non-proliferatieverdrag, Nuclear Non-Proliferation Treaty (NPT) dat het gebruik van kernwapens beperkt, centraal stelt, gaat de aandacht specifiek uit naar de humanitaire gevolgen van kernwapens en steunt het initiatieven om dit aspect sterker te belichten.
De NAVO als alliantie erkent het belang van nucleaire ontwapening, maar beschouwt kernwapens als een cruciaal onderdeel van haar afschrikkingsstrategie. NAVO-landen hebben collectief verklaard dat ze het TPNW niet steunen, omdat het verdrag volgens hen geen rekening houdt met de veiligheidscontext waarin de NAVO opereert. In plaats daarvan richt de NAVO zich op een ‘stapsgewijze aanpak’ van nucleaire ontwapening, voornamelijk via het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens.
Critici wijzen erop dat de NAVO-lidstaten het TPNW negeren ondanks de brede internationale steun. Voorstanders van het verdrag, zoals ICAN (International Campaign to Abolish Nuclear Weapons), stellen dat het TPNW een belangrijke norm stelt en druk uitoefent op kernwapenstaten en hun bondgenoten om verder te gaan met ontwapening. De kwestie blijft een belangrijk onderwerp in de internationale betrekkingen en in het debat over mondiale veiligheid en humanitaire belangen.