Pieter is boos
“Ja, ja, maar waarom is hij niet thuis?”, antwoordt ze wat wazig. “Ik denk dat hij boos is. Hij zou me ophalen, ik snap er niks van. Ik ben maar gaan fietsen, maar hij wil me niet meer zien geloof ik. Pieter zegt dat ik veranderd ben, dement of zo.” Ze gaat zitten, wil haar natte jas niet uitdoen, en ratelt aan één stuk door. De hete koffie en een halve reep chocola glijden gedachteloos naar binnen. Tine heet ze. Ze komt al jaren bij Pieter, we horen ze in de zomer altijd gezellig kletsen in de tuin. “Mijn vader was dement. Dat wil je toch niet krijgen? Ik slik Geriaforce van dr. Vogel, ken je dat? Dan blijf je helder. Waar zou Pieter nou zijn, we hadden toch afgesproken? Ik geloof dat hij boos op me is, ik mag niet meer komen zegt hij.”
Helder blijven
In het uurtje dat ze bij ons opwarmt, stelt ze steeds opnieuw dezelfde vragen. Waarom is Pieter zo boos en willen de kinderen haar ook al niet meer zien? “Ik zeg tegenwoordig de verkeerde dingen geloof ik, iedereen is boos op me. We konden het altijd zo goed vinden met elkaar, ik begrijp er niks van.” Ze praat en praat maar door. Over haar jeugd, haar vader, het eerste kindje dat ze verloor, haar vriendinnen die achter elkaar doodgingen. “Dat is niet makkelijk hoor, toen was ik zo verdrietig, daar word je wel dement van. Ja, ze zeggen dat ik dement ben, nou ja zeg… of misschien is het ook wel zo, ik weet niks meer. Maar weet je, ik neem Geriaforce van dr. Vogel, van die tabletjes, dan blijf je helder.”
Mijn vader was dement. Dat wil je toch niet krijgen?
Ze is dement
We kennen haar verhaal een beetje van de buurman. Te pas en te onpas springt Tine op de fiets om bijna vijftien kilometer van de stad naar dit dorp te fietsen. En als ze er is, wil ze niet meer weg. Gek wordt hij ervan. Pieter is zelf op leeftijd, hij heeft genoeg aan zijn eigen kwalen en depressieve buien. “Laatst bleef ze twee weken, zonder kleding of iets, toen ben ik in de HEMA maar ondergoed voor haar gaan kopen”, vertelde hij onlangs. “Ik zeg dat ze alleen in het weekend mag komen, maar dat snapt ze niet. Ze is dement. Ik kan het er niet bij hebben dat ze steeds op de stoep staat. Haar eigen kinderen zouden eens naar haar om moeten kijken.”
Eén op de drie
De rest van de dag houdt het bezoekje van Tine me bezig. Ik vind het treurig dat een keurige vrouw als Tine zo over straat dweilt en zich onbegrepen voelt door de mensen in haar omgeving. Uit het gesprek begrijp ik dat ze de huisarts nooit ziet. “Ik ben nooit ziek, ik ben zo gezond als een vis!” Niemand die enige begeleiding voor haar heeft geregeld. In onze geïndividualiseerde samenleving is Tine vast niet de enige. Het barst van de mensen die genoeg hebben aan zichzelf en dit ‘er niet bij kunnen hebben’.
Eén op de drie vrouwen krijgt dementie, ruim 25% van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie (1). Leeftijd is de belangrijkste risicofactor en met de wetenschap dat de vergrijzing nog lang niet op zijn top is, staat ons nog heel wat te wachten. Een liefhebbende partner, kinderen of vrienden staan helaas niet voor iedereen klaar. Dr. Vogel wel met zijn tabletjes, maar dat Tine daar niet mee geholpen is, moge duidelijk zijn.
(1) https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/feiten-en-cijfers-over-dementie