Helden op de werpheuvel

Veel honkbalwerpers kunnen  hun sport tot op gevorderde leeftijd blijven beoefenen.  Daar zijn genoeg voorbeelden van bekend. Ook in Nederland. Jaap de Koning van Sparta bijvoorbeeld. Hij speelde er maar liefst 16 seizoenen op het hoogste niveau. En wat te denken van  Han Urbanus van OVVO. De absolute toppitcher van Nederland uit de jaren ’60 speelde in 1971 zelfs samen met zijn zoon Charles Urbanus jr. die toen zijn debuut in de hoofdklasse maakte.

Maar er is niemand die zo lang in het honkbal actief is geweest als Leroy ‘Satchel’ Paige.  Hij leerde het vak van pitcher van een dominee toen hij een gevangenisstraf van 6 jaar uitzat (jeugddetentie).
Begonnen in de Negro League speelde hij op een gegeven moment overal waar hij maar geld kon verdienen met zijn unieke talent. Omdat afro-Amerikaanse spelers niet onder contract mochten staan bij professionele sportteams,  zocht hij zijn toevlucht tot een prijs per wedstrijd. Dat kon aardig oplopen – er zijn voorbeelden bekend waar hij $1,000 per wedstrijd incasseerde. Hij speelde in die tijd in tal van landen: Puerto Rico, Cuba, Mexico en de Dominicaanse Republiek zijn de bekendste voorbeelden.

Een ‘rookie’ van 42 jaar

Op 7 juli 1948 nam Bill Veeck – de toenmalige eigenaar van de Cleveland Indians hem mee naar een try-out bij speler-coach Lou Boudreau.
Paige was 42 (!) jaar oud toen hij zijn eerste major league-contract tekende. Voor de drie maanden dat het seizoen nog duurde toucheerde hij een bedrag van $ 40,000.

Zijn eerste grote wedstrijd speelde hij met de Indians tegen de Washington Senators. De avondwedstrijd werd bijgewoond door ruim 72.000 toeschouwers. Hierna volgden ook de World Series, die de Cleveland Indians dat jaar wisten te winnen. Ze versloegen de Boston Braves met 4-2.

Paige eindigde zijn succesvolle eerste seizoen met een W/L-record van 6-1 bij een ERA van 2.48. Normaal zou dat genoeg zijn voor een prijs (Beste ‘rookie’ [beginneling] van het seizoen), maar dat weigerde hij. Hij had uiteindelijk al meer dan 20 jaar ervaring.

Een contract voor één wedstrijd

In 1965 contracteerde Charles O. Finley – de eigenaar van de Kansas City Athletics – Paige voor één wedstrijd. Hij (Paige) was toen 59 jaar.
Voor de wedstrijd werden tal van veteranen uit de Negro League aan het publiek voorgesteld. Paige was met zijn voorbereiding bezig in de bullpen. Hij zat in een schommelstoel en kreeg tussen de slagbeurten van de tegenstander (de Boston Red Sox) koffie geserveerd van een ‘verpleegster’.

De enige die met een tweehonkslag op de honken wist te komen, was Carl  Yastrzemski, die toen nog aan het begin stond van zijn grote carrière. Van de Boston Red Sox kwam niemand tot scoren.
Paige werd in de vierde inning vervangen en verliet het veld onder een ovationeel applaus.

Hierna speelde hij nog één jaar door als rondreizend gastspeler – o.a. voor de Peninsula Greys uit de Carolina League.

In 1973 nam hij een baan aan als pitching coach bij de Tulsa Oilers. Dat was het moment dat hij het rustiger aan ging doen. Hij trad nog maar zelden op als gastspeler. Meestal deed hij dat in de minor league competitie.

Mijn gekozen waardering € -

Ik ben freelance honkbaljournalist, eindredacteur en online tekstschrijver.