De schuldeisers zitten achter me aan, en dat is m’n eigen schuld. In de jaren negentig begon ik, met een compagnon, een bedrijf in zend- en ontvangstapparatuur. We waren jong en naïef en dachten de boekhouding er zelf wel bij te kunnen doen. Tot bleek dat de schulden ons boven het hoofd rezen. Mijn compagnon stapte eruit en trof een betalingsregeling, terwijl ik doorging. Ik vestigde mijn hoop op een erfdeel dat een bekende in het bedrijf wilde investeren. Maar de schulden waren veel hoger dan gedacht. Maar geen nood, dacht ik, mobiele telefonie was in opkomst en daar viel geld te verdienen. Ik kocht telefoons in voor een vermogen. De voorraad arriveerde eerder dan gepland. En wat doe je dan als jonge ondernemer? Ik gooide de winkel open en begon te verkopen. Die avond sloeg het noodlot toe: door een inbraak raakte ik de hele voorraad – onverzekerd – kwijt. Ik ging failliet voor 1,5 miljoen gulden. De schuldeisers bleven achter met lege handen. Vanaf dat moment was ik vogelvrij. Waar ik ook ging, er werd beslag gelegd: op mijn inkomen, mijn bankrekening, mijn bezittingen. In paniek gaf ik alles wat binnenkwam direct uit. Het maakte de problemen alleen maar erger. Had ik het geld nou maar apart gehouden, of hulp gezocht, dan was ik er na een paar jaar wel vanaf geweest. Ik pakte niet alleen legaal werk aan, maar ook zwart werk, wat me uiteindelijk op financiële fraude kwam te staan.
Financiële fraude
Opgelucht belandde ik in de cel: ik zou uit de vicieuze cirkel komen en een nieuwe start maken. Maar de realiteit bleek bikkelhard. De meeste bedrijven wilden niets met me te maken hebben. Een accountmanager die heeft gezeten? Dat wil niemand. Een bankrekening openen? Dat wordt lastig als je financiële fraude hebt gepleegd. En hulp kreeg ik niet, want de wachttijden waren lang bij de reclassering. Ik verviel weer in oud gedrag.
Tot ik een relatie kreeg met een vrouw uit Italië. Ik leefde tweeënhalf jaar schuldenvrij, maar toen de relatie eindigde, stond ik op straat. Omdat ik geen netwerk in Italië had, trok Nederland. Maar daar begonnen de problemen opnieuw. Loonbeslag, schuldeisers: ik leefde van schuld naar schuld. Had ik nou maar een regeling getroffen. Ik ging echter in de weerstand. ‘Ze kunnen me wat,’ dacht ik dan ‘ik ga lekker mezelf verwennen.’
Omdat ik me het meest gelukkig had gevoeld in Italië, keerde ik weer terug. Ik begon een adviesbureau, maar dat liep niet. Nadat ik een paar maanden m’n huur niet had betaald, zette de eigenaar me op straat. Iedereen die ik kende, stuurde ik een smeekbericht, maar dat leverde vrijwel niets op. Gelukkig had ik m’n auto nog. Daar sliep ik in. Bij een supermarkt kreeg ik regelmatig aan het einde van de dag restanten en ik douchte bij een wegrestaurant. Toen kwam de Italiaanse politie me op het spoor. Ze vulden m’n auto tank en gaven me vijftig euro, om terug te keren naar Nederland.
Dakloos
Op X (voorheen Twitter) maakte ik een account aan en vroeg om hulp. In drie maanden tijd kreeg ik zo’n 3000 euro aan donaties. Daar kon ik de basisbenodigdheden meebetalen: eten, drinken, gebruik van wasmachine en toilet. Ook betaalde ik er de autobrandstof van. Soms brachten onbekende mensen zomaar boodschappen.
Intussen was me wel duidelijk dat ik anders moest gaan leven om hieruit te komen. Via een eerder contact schreef ik me in bij een woonlocatie voor dak- en thuislozen zonder verslaving. Daar kon ik terecht als ik werk had. Na een aantal sollicitaties werd ik door een uitzendbureau aangenomen als magazijnmedewerker. Per maand levert dat ruim 1800 euro op. Voor de huur van de gedeelde woning betaal ik 550 euro. Voor boodschappen hebben we een gezamenlijke pot waaraan ik 130 euro per maand bijdraag. Om naar mijn werk te kunnen gaan, verkocht ik de auto en kocht er een scooter voor terug. Niet lang daarna meldde zich de eerste schuldeiser. Nu krijg ik echter begeleiding.
Zo moet ik eerst al mijn bedrijven financieel afronden voor ik in de schuldsanering kan. Daar zijn we nu mee bezig. Ik investeer slim in noodzakelijke middelen voor de toekomst. Zo is de scooter opgeknapt, kocht ik een goede, tweedehandse laptop en zorg ik voor voldoende kwalitatieve kleding. Zo ben ik beter voorbereid op de jaren waarin ik met weinig rond moet komen. Want deze keer wil ik eruit komen. Voor eens en altijd.
*In verband met privacyredenen zijn achternaam en woonplaats van Michèl weggelaten. Deze zijn bekend bij de schrijver.