Geachte eik van Ivenack, volgens mijn bronnen staat u al bijna 800 jaar in dit Duitse bos. Hm… hele rare vraag misschien, maar heeft u bezwaar tegen een interview?
Dat is helemaal geen rare vraag! Een interview… nou ja, beter laat dan nooit. Ga lekker zitten met je rug tegen mijn stam, dat praat wat makkelijker. Zeg het maar, wat wil je weten?
Wat herinnert u zich nog van uw jeugd, toen u nog een zaailing was?
Mijn jeugd? Poeh… dat is alweer een poosje geleden. Ergens begin dertiende eeuw, als ik me niet vergis. De tijd van de kruistochten. Jullie kleine Nederland werd toen overspoeld door de Sint-Luciavloed, die Friesland voorgoed van Holland scheidde met een nieuwe zee: de Zuiderzee, nu IJsselmeer.
Meer op het persoonlijke vlak herinner ik me uit die tijd dat ik steeds omhoog keek, om te kijken of ik mijn ouders zag. Er stonden allemaal hoge bomen om me heen, sommige pal voor mijn zonlicht. Maar ik herkende ze geen van alle als mijn familie. Pas vele jaren later, toen ik zelf zaailingen had, begreep ik dat bosmuizen en Vlaamse gaaien eikels verzamelen en naar nieuwe plekken brengen, soms kilometers ver. Het was dus logisch dat ik mijn ouders niet zag: ik was als eikel naar elders vervoerd door een dier.
Hoe is het eigenlijk om een boom te zijn?
Niet makkelijk, neem dat maar van mij aan. Je moet groot genoeg zijn om zo veel mogelijk zonne-energie op te kunnen vangen en met je wortels diep in de aarde te kunnen reiken, op jacht naar water en mineralen. Maar groot worden kost vele decennia, en in de tussentijd kunnen toeval, tijd en andere levende wezens je doden voordat je zaailingen op de wereld hebt gezet.
Verder kost het veel kracht om elke zomer weer duizend kilo bladeren in de lucht te houden! Daar heb je zowel gespecialiseerd bouwmateriaal als een uitgekiende architectuur voor nodig. Een bouwplan –of groeiplan zo je wilt- is onmisbaar, evenals een flinke dosis bouwkundige techniek en chemisch vernuft. Maar ja, hoe groter je wordt, hoe kwetsbaarder je bent als het echt hard stormt… Zo is er altijd wat.
Vindt u het lastig om altijd maar op dezelfde plek te moeten blijven staan?
Dat bomen niet van hun plek kunnen is maar een heel relatief begrip, net als tijd. Ik heb je net verteld hoe mijn mede-eiken en ik dieren inzetten om onze eikels naar nieuwe vruchtbare gronden te brengen. Andere boomsoorten laten hun zaden echter verspreiden door de wind, dus reken maar dat wij de boomloze polen straks weten te vinden als het ijs daar eenmaal is gesmolten! Geen oceaan die ons tegenhoudt.
Trouwens… individuele bomen mogen dan voor altijd op dezelfde plek verankerd staan, maar als je kijkt naar de verspreiding van bossen gedurende honderdduizenden jaren, dan zie je dat wij toch altijd in beweging zijn geweest en doelbewust over de aarde zijn gegleden als schepen over de oceaan. Wij groeiden zowel voor de verschillende ijstijden uit, als er achteraan.
Dat klinkt behoorlijk strategisch! Kunnen bomen nadenken?
Maar natuurlijk, wat dacht jij dan! We bezitten weliswaar geen hersenen, maar daarom hebben we nog wel een bewustzijn. Op onze eigen unieke manier pikken we net zo veel informatie op uit onze omgeving als we nodig hebben. Wij kunnen de levende wezens om ons heen precies naar onze hand zetten. Kijk maar eens naar de acacia’s van Afrika, die in geurtaal hun soortgenoten kunnen waarschuwen en hulptroepen optrommelen als ze worden aangevallen door ongewenst vreetvolk.
Waarom zijn bomen belangrijk volgens u?
Omdat het de bomen zijn die een bos maken. En bossen hebben maar liefst 80% van de plant- en diersoorten voortgebracht die op het land leven. Het simpele feit dat wij ergens groeien, schept ongekende mogelijkheden voor talloze andere soorten: kruipers en klimmers, mossen en schimmels, zwammen en bacteriën, insecten, vogels en zoogdieren. En dan zijn er natuurlijk nog de epifyten, die niet eens zonder ons zouden kunnen bestaan, zoals bijvoorbeeld varens, aronskelken, bromelia’s en orchideeën.
Ook jouw soort kan niet zonder bomen. Van de 7 miljard mensen op aarde is 1,6 miljard rechtstreeks afhankelijk van bossen voor hun dagelijkse levensonderhoud. Wij voorzien jullie steden van gezuiverd drinkwater en bieden bescherming tegen luchtvervuiling, overstromingen en aardverschuivingen.
Mensen staan echt in alle opzichten bij ons in het krijt. Doordat jullie ooit zijn begonnen als aapachtige wezens die in bomen leefden en zich dus goed moesten vasthouden aan de takken, hebben jullie je handige handen ontwikkeld, waarmee jullie tegenwoordig alles kunnen maken wat jullie hersens verzinnen. Dankzij ons hout konden jullie grootse gebouwen laten verrijzen. De overgebleven ruïnes uit klassieke tijden zijn weliswaar allemaal van steen, maar dat komt omdat het hout in de loop der eeuwen is weggerot.
Hout is door de eeuwen heen de oudste werkelijk bruikbare brandstof gebleken. Zonder hout hadden jullie nooit schepen kunnen bouwen om nieuwe continenten te ontdekken. Of papier om je boeken op te drukken. Zonder ons hout had jullie beschaving nooit kunnen bestaan! In feite zijn wij dus de ware leiders van deze wereld, die uiteindelijk alle leven op het land controleren. En indirect ook alle leven in de oceanen trouwens.
De ware leiders van deze wereld… dat is nogal een statement!
Ach ja kind, ik kan hier nog veel meer over zeggen, maar ik ben bang dat dat je petje een beetje te boven gaat.
Hm… je weet toch wat DNA is, he? De sleutel van het leven. Dat wat alle levensvormen familie van elkaar maakt en met elkaar verbindt. Of om met jullie New Age-goeroes te spreken: dat wat ons allemaal één maakt. Wetenschappers hebben deze opwindende materie de laatste decennia al lekker intensief bestudeerd, maar op dit moment hebben jullie nog maar het topje van de ijsberg in het vizier.
Als ik je nou zeg dat bomen twee keer zo veel genen hebben als mensen, gaat er dan een lichtje bij je branden? Of dat jullie de afgelopen twee eeuwen pas een bescheiden beginnetje hebben gemaakt met het inventariseren van alle levensvormen op aarde? Er is nog zó veel dat jullie niet weten en dat zich tot nogtoe aan jullie nieuwsgierige ogen heeft onttrokken. Ha, je hebt geen idéé! Jullie kunnen de variatie van de natuur nauwelijks bevatten, net zo min als de uitgestrektheid van het heelal.
Als ik je nou zeg dat wij bomen altijd alles hebben onthouden? Niet alleen wat wij gedurende ons eigen leven hebben geleerd, maar ook alles wat onze voorouders hebben meegemaakt? Tot het begin der tijden aan toe? En als je dan bedenkt hoe veel ijstijden en opwarmingen van de aarde wij in de loop van ons plantaardig bestaan hebben doorstaan, denk je dan niet dat bomen misschien heel goed zijn voorbereid op die klimaatverandering waar jullie tegenwoordig zo vol van zijn? Hmm? Denk je niet dat mensen misschien nog het een en ander kunnen leren van bomen? Mediteer dáár maar eens een jaartje op!
Oh, maar het is voor mij zo klaar als een klontje dat mensen nog heel veel kunnen leren van de natuur! Maar wat kunnen we specifiek van bòssen leren?
Kijk! Kijk! Kijk diep in de natuur en je zult alles beter begrijpen, zei jullie eigen Albert Einstein al. Dus let goed op, want ik ga je nu iets heel belangrijks vertellen…
Het probleem met mensen is dat ze zich nog altijd gedragen als pioniersvegetatie. Als onkruid dat razendsnel opschiet uit een vers geploegd veld. Eenjarigen die zo veel mogelijk water en voedingsstoffen uit de grond trekken en dat gauw omzetten in bloemen en zaad. Graaiers. Pioniersplanten zoals koolzaad en klaprozen groeien heel snel, maar ze werken niet aan een degelijk wortelstelsel of aan vruchtbare samenwerkingsverbanden. Daar nemen ze de tijd niet voor, omdat ze weten dat ze maar kort op dezelfde plek zullen blijven. Ze investeren wel in heel veel zaad, dat ze met kracht van zich af smijten, opdat hun soort het volgende lege veld kan koloniseren. De strategie van pioniersplanten is dus nogal simpel: verspreiden, pakken wat je pakken kan en daarna op naar de volgende hoorn des overvloeds.
Toen de mensen nog niet zo talrijk waren, gaf dit pioniersgedrag nauwelijks problemen. Er was altijd wel weer een nieuwe plek om naartoe te gaan. Maar inmiddels hebben mensen de hele wereld in bezit genomen en wordt het de hoogste tijd dat jullie je op een nieuwe strategie gaan bezinnen. Jullie moeten leren hoe je op dezelfde plek kunt blijven wonen zonder alle voorraden uit te putten en zonder afval te produceren. Dus moeten jullie een voorbeeld nemen aan de economie van het bos, waar alles wordt hergebruikt en waar optimaal wordt samengewerkt met anderen. Elk volwassen bos moet het doen met beperkte middelen.
Regenwouden groeien doorgaans op een rotsige ondergrond, in een heel dunne bodemlaag. Zodra zo’n woud is gekapt, spoelt die bodemlaag bij de eerste de beste tropische plensbui de berg af in een desastreuze ‘landslide’, dwars over wegen en akkers die voor de mensen daar van levensbelang zijn. Juist vanwege die beperkte middelen vindt in bossen een voortdurende overdracht van energie en informatie plaats en wordt er 24/7 intensief genetwerkt. In het bos kan geen blad vallen zonder dat iemand dat merkt… het wordt meteen opgegeten en omgezet in nieuwe vruchtbare bodem.
Het is voor de mensheid van het allerhoogste belang dat jullie leren hoe je op één plek –deze aarde- kunt blijven leven zonder je ecologische kapitaal op te eten. Bomen laten precies zien hoe je kunt optimaliseren in plaats van maximaliseren, hoe je efficiënt omspringt met energie en materialen, hoe je alles kunt recyclen en hoe je moet samenwerken met anderen. Bomen bieden onderdak aan zo veel andere wezens dat het net steden zijn: metropolen zoals New York of Beijing, maar dan nog veel dichter bevolkt.
Op dit moment –dat jou zo rustig toeschijnt- is hier in dit bos een industrie in volle gang die vele malen geavanceerder is dan jullie primitieve gedoe. Hier onder mijn schors wordt gezuiverd water honderden meters omhoog gepompt, er worden duizenden verschillende chemicaliën aangemaakt, zonlicht wordt gevangen en getransformeerd en ijzersterke materialen zetten zichzelf in elkaar in alle stilte. Zonder dat er een hoogoven aan te pas komt, bouwt het bos structuren die waterproof, vuurvast en ziektebestendig zijn en volledig aangepast aan de plaatselijke omstandigheden.
In de geurige bodem onder je voeten weven schimmels wortels aan elkaar met de reikwijdte van het internet, en wisselen zo informatie en voedingsstoffen uit. Een natuurlijk glasvezelnetwerk dus, geschikt voor razendsnelle communicatie. En temidden van al deze bedrijvigheid worden elk uur miljoenen nieuwe levens geboren, zonder dat er ooit sprake is van overbevolking. Bossen maken deel uit van een duurzame wereld die al miljarden jaren in ontwikkeling is en wordt bewoond door miljoenen organismen, die precies weten hoe je duurzaam kunt leven op een beperkt oppervlak.
Bomen zijn zulke voorbeeldige leraren. Zijn jullie bang dat je ooit schoon drinkwater tekort komt? Bestudeer dan de bomen die in mangrovebossen groeien en met hun wortels het zout uit zeewater filteren. Zoeken jullie de slimste manier om zonlicht om te zetten in energie? Onderzoek dan hoe onze bladeren dat doen! Willen jullie nieuwe medicijnen vinden tegen gevaarlijke ziekten? Kijk dan hoe dieren omgaan met de planten in het bos. In Afrika genezen chimpansees zichzelf met plantaardige medicijnen die jullie nog niet kennen. Houd ook de insecten goed in de gaten: als die een bepaalde plant structureel uit de weg gaan, dan zegt dat iets belangrijks over de stoffen in die plant. En het belangrijkste van alles: doe meer met hout!
Pardon? Maar daarvoor moeten we bomen kappen! Dat kan toch niet uw bedoeling zijn?
Niet in oerbossen. Maar er is niks mis met hout oogsten uit speciale productiebossen met zo’n FSC-keurmerk. Daar moeten jullie er gewoon nog veel meer van aanleggen, want hout heeft de toekomst, in tegenstelling tot staal en plastic. In feite is het hopeloos ouderwets om nog langer spullen te maken die meer energie kosten dan ze opleveren. Om nog maar te zwijgen van het bijkomende afvalprobleempje: jullie verzuipen nu al bijna in je eigen plastic soep!
Het is zo jammer dat de meeste mensen een totaal vertekend beeld hebben van de verre toekomst. Ze zien beelden voor zich uit sience fiction-films, met veel glas en glimmend roestvrij staal. Dat moeten jullie helemaal vergeten. Ga voor superslimme bosachtige steden in een vernieuwende, grootse architectuur! Met adembenemend mooie gebouwen die functioneren als natuurlijke organismen, met oppervlakken die zonlicht vangen en wortels die het water uit de grond pompen.
Landbouw en bosbouw moeten in de toekomst ook veel nauwer met elkaar worden verweven; daar zou de landbouw een enorme opkikker van krijgen! Boeren en bos kunnen elkaar prachtig aanvullen. Want vergis je niet: menselijke aanwezigheid in een bos kan de biodiversiteit juist verhogen! Dat er zo veel mensen zijn, is echt het probleem niet. Er zijn ook heel veel bomen. Maar het is die eeuwige aangeharkte, sufgespoten monocultuur van jullie, waar de natuur het echt moeilijk mee heeft. Steriele, fantasieloze eenvormigheid, dàt is de grote boosdoener!
Tjonge! Nou, dit geeft onze lezers vast en zeker stof tot nadenken. Ik wil u graag enorm bedanken voor dit uitermate interessante gesprek! Is er misschien iets dat ik voor u terug kan doen?
Jazeker. Twee dingen. Ten eerste: verzamel een handvol van mijn eikels en stop die één voor een ergens in de grond waar nieuwe eiken nodig zijn. Een flink eind uit elkaar alsjeblieft, en bij voorkeur niet op een plek waar de hele dag auto’s langs razen, dat is meer iets voor platanen. Ten tweede: kom nog eens terug en lees me dan een mooi boek voor. Het liefst dat inspirerende werkje van Jean Giono: ‘De man die bomen plantte’. Daar kan ik maar geen genoeg van krijgen.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: The Secret Life of Trees – How They Live and Why They Matter, door Colin Tudge, Biomimicry – Innovation Inspired by Nature, door Janine Benyus, Biomineralization, door Stephen Mann, Design in Nature: Learning from Trees, door Claus Mattheck.
You Tube-tip: ‘The Man Who Planted Trees’ (een tekenfilm naar de ontroerende novelle van Jean Giono)
Image by 4390647 from Pixabay