Twijfels over missie Zuid-Soedan (2/3)

REPORTAGE // De Nederlandse politiemissie in Kunduz is regelmatig in het nieuws. Maar wat bijna niemand weet, is dat er ook Nederlanders naar Zuid-Soedan worden uitgezonden.

Doordat de VN’ers alleen maar adviserend mogen optreden, hangt het van de medewerking van de Zuid-Soedanese autoriteiten af of ze echt iets kunnen doen. En dat is vaak niet het geval. Wachtmeester Maarten Persenaire zou gaan helpen bij het opzetten van een centrum waarin leger, politie en geheime dienst informatie met elkaar moeten gaan delen. Maar de drie onderdelen wantrouwen elkaar tot op het bot en vertikken het mensen te sturen, waardoor het centrum na een half jaar nog steeds niet is bemand. ‘Op deze manier voel ik me hier niet echt nuttig,’ zegt Persenaire.

Mangoboom

Zitten de Zuid-Soedanezen eigenlijk wel te wachten op internationale hulp, vraagt een aantal Nederlanders zich af. ‘Regelmatig maakte ik met politiemensen een afspraak en dan was er gewoon niemand,’ vertelt trainer Eltjo die zijn achternaam vanwege zijn functie in Nederland niet wil geven. ‘Dan ging ik maar onder een mangoboom zitten, want we moeten wél elke dag verplicht vijf uur de basis af.’

Door de blubber

Het gevolg? Eltjo verveelde zich dood. Dat veranderde toen hij halverwege de missie van een meerdere die net was aangekomen toestemming kreeg om verder afgelegen politieposten te bezoeken, iets waar hij verschillende keren om had verzocht. ‘We gingen eindelijk op pad,’ zegt Eltjo. ‘Dwars door de blubber samen met een vrachtwagen vol Keniaanse blauwhelmen.’ Op die verre posten zijn de agenten wél dolblij met het bezoek van de VN’ers en absorberen ze alles wat die zeggen. Maar Eltjo’s ritjes blijken uitzonderingen. ‘Telkens weer heb ik het bij mijn baas aangekaart, maar telkens weer kreeg ik nul op het rekest,’ verzucht wachtmeester Maarten Persenaire.

Amicale highfives

Waar de Nederlanders het meest over te spreken zijn, zijn de klassikale trainingen aan Zuid-Soedanese politiemensen. ‘Anders dan bij het co-locaten heb ik hier wél echt het gevoel dat ik de agenten iets leer,’ vertelt Robert Bijker terwijl hij in Torit een motortraining geeft. De in kaki uniform geklede Bijker geeft de training op de airstrip van het vliegveld. Met wilde armgebaren en amicale highfives legt hij de Zuid-Soedanese agenten in blauwe uniforms uit hoe ze een noodstop kunnen maken zonder dat hun voorwiel blokkeert. Maar ook bij de trainingen loopt niet alles van een leien dakje. ‘Nergens bleken hier blocnotes en pennen te krijgen,’ vertelt politieman Ruud Kleinjan die trainer is in het zuidelijke Yambio. ‘Uiteindelijk heeft mijn korpschef in Nederland een doos vol spullen opgestuurd.’

Slechtste missie ooit

De verkeerspolitietrainer André van Doorn (49) ergert zich aan de stroperige bureaucratie van de VN. ‘Voorafgaand aan elke training moet ik bij alle drie de hotels in Torit een offerte aanvragen, zelfs als het een vervolgtraining betreft. En toen onlangs overgemaakt geld tussen Juba en Torit was kwijtgeraakt, lagen de trainingen anderhalve maand stil.’ In Aweil zijn de VN-trainingen helemaal gestaakt omdat het onmogelijk bleek geld naar deze afgelegen locatie te krijgen. ‘Dit wilde ze oplossen door geld naar privérekeningen van VN-medewerkers over te maken, maar het hoofd Trainingen heeft daar een stokje voor gestoken,’ zegt Maarten Persenaire. ‘Onder veel VN’ers wordt dit nu al gezien als de slechtste missie ooit,’ voegt hij eraan toe.

Gefrustreerd

Ook de zeven in de hoofdstad gestationeerde stafofficieren klagen over de VN-bureaucratie en een niet-meewerkende Zuid-Soedanese overheid. ‘Door al die schijven waar alles over loopt, duurt het soms drie maanden om een computer te regelen,’ zegt Geran Kuijs die werkt bij het ontwapenings- en reïntegratieprogramma van UNMISS dat 150.000 militairen en politiemensen moet gaan omscholen tot boer, timmerman of bouwvakker. Toen Kuijs begon, kreeg hij te horen dat het eerste omscholingskamp een paar weken later zou beginnen. Maar dat liep anders. ‘We zijn zes maanden verder, ik ga weer naar huis en het is nog steeds niet gestart,’ zegt Kuijs die hier toch wel ‘een beetje gefrustreerd’ over is.

Waardigheid

De redenen dat zo’n belangrijk programma maar niet van de grond komt, zijn complex. De Zuid-Soedanese regering zit op zwart zaad. De olieproductie was maandenlang opgeschort door conflicten tussen Zuid-Soedan en Soedan. Er is gevochten aan de grens, daarnaast waren er intertribale spanningen en gevechten tussen verschillende milities. De regering had dus andere dingen aan haar hoofd en kon de beloofde één miljoen dollar die ze voor een pilotproject zou ophoesten, nooit betalen. Er is ook een andere, meer emotionele reden dat de ontwapening en reïntegratie niet of nauwelijks van de grond zijn gekomen: de soldaten die moeten worden gedemobiliseerd zijn oorlogshelden. ‘Met dit project neem je hen hun waardigheid af. Dat ligt gevoelig,’ legt Geran Kuijs uit.

Naar bureaublad turen

Bij de Nederlanders zijn er niet alleen irritaties over de Zuid-Soedanese partners, maar ook over collega’s binnen de VN met wie ze samenwerken. Omdat de VN een strikte spreiding nastreeft wat betreft nationaliteit en werelddeel, werken de Nederlanders in gemengde teams met voornamelijk Afrikanen, Aziaten en een enkele westerling. Hoewel een enkeling dit ‘de charme van de missie’ noemt, ergeren anderen zich. ‘Regelmatig zie ik hier op de basis iemand een uur lang alleen maar naar zijn scherm staren,’ vertelt Gertjan de Brouwer die als stafofficier in de hoofdstad Juba werkt. ‘Als ik vervolgens kijk wat hij nou eigenlijk aan het doen is, blijkt hij naar zijn bureaublad te turen. En ik garandeer je: als we nu een rondje lopen, zien we er zo weer drie zitten.’ Eltjo in Raga baalt ervan dat zijn Srilankaanse collega’s slecht met computers kunnen omgaan. ‘Als ze na uren nog steeds niet het rapport klaar hebben dat we dagelijks naar Juba moeten sturen, schrijf ik het vaak maar zelf.’

Afrikaanse VN-collega’s

De in Aweil gestationeerde Angela Bens voelt zich er vaak alleen voor staan als ze samen met Afrikaanse VN-collega’s op een politiebureau over mensenrechten gaat vertellen. ‘Maar ja, wat wil je. Dat soort dingen zijn in hun eigen landen vaak niet goed geregeld. Mijn Afrikaanse VN-collega’s vind ik wat dat betreft soms een grotere uitdaging dan het begeleiden van de Zuid-Soedanese politie.’

Lees morgen deel 3 over deze missie in Zuid-Soedan.

Deze reportage is geschreven in samenwerking met Harm-Ede Botje en is eerder gepubliceerd in Vrij Nederland.

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.

Geef een reactie