Alle dagen vaderdag – 9

Ruud van Gessel verhaalt over zijn demente vader: een man in de war.

‘Wanneer heb je voor het laatst echt gehuild?’ is een vraag die nog wel eens voorbij wil komen op een feestje. Een lach en traan liggen na wat wijn dan dicht bij elkaar. Ik heb daar sinds kort weer antwoord op maar denk bij huilen toch het eerst aan mijn vader. De laatste keer dat hij gehuild heeft is nog maar kort geleden. De Thuiszorg had gebeld dat er van alles kapot was. 

De deur van de wasmachine ging niet meer open, het licht in de badkamer was kapot, twee van zijn broeken waren versleten en de riem kapot. Er moest nieuw beddengoed komen, zijn sokken waren op én hij had geen kam meer! Het viel me allemaal wel mee en de deurknop van de wasmachine was inderdaad afgebroken, maar mag dat na twaalf jaar trouwe dienst.

Een lieve dame op kantoor van diezelfde Thuiszorg zei dat ik voor de wasmachine een schadevergoeding kon krijgen als het door een medewerker was gebeurd. Stel je voor dacht ik: zijn er werkelijk zonen en dochters van ‘vaders en moeders in de war’ die zoiets durven? SCHAAM JULLIE en wees dankbaar dat die thuiszorgers al dat zware en geestelijk inspannende werk voor je ouders over hebben. 

Helpen plassen

Terug naar mijn vader want ik had ook nog andere mooie nieuwe kleren voor hem gekocht. ‘Ik kan wel huilen, ik ben alleen’ zei hij liggend op de bank. Moe, versleten, hij was op… Vervolgens zei hij dat hij moest hij plassen, maar hij moest nooit plassen als ik er was. Nu moest ik hem voor het eerst helpen om naar de wc te gaan.

Dat een ouder weer kind wordt vind ik geen reden om te huilen ook al is het je eigen vader of moeder. Ik vond het dramatischer dat mijn vader in een alsmaar hogere frequentie liet weten dat hij eenzaam was. Dat gevoel projecteerde hij vervolgens op mij en mijn broer. Wij kwamen volgens hem nooit langs, dat hij elke dag wel vijf keer belde was niet waar en hij zag of sprak ons nooit ook al hadden we net vijf minuten geleden afscheid genomen.

Die vijf minuten, werden er vier, en die vier maal zestig seconden werd vanzelf één minuut. Nu zijn we in ons afscheid aangeland op hooguit vijf seconden. Meer dan tachtig jaar zijn verdampt in het eerste decennium van de 21ste eeuw. Ik zag voor het eerst op die middag dat hij echt óp was. Op, als zijnde verbruikt, afgebrand, gelaten, zo het woord zou bestaan: Afgeliefd. Een oude man die zijn liefde voor het leven aan het opgeven was.

Ik zag dat niet alleen, mijn broer zag het, de kanjers van de Thuiszorg, de buren en Poekie de poes die vanaf de trap naar zijn hijgende baasje op de bank keek. Baas was op weg naar het einde. Halverwege de zomer is hij ingestapt maar de eindbestemming heeft hij nog niet bereikt. Ik denk terug aan de magistrale vakanties naar Griekenland of Joegoslavië met de ‘Kever’ en ‘alle vriendjes mochten mee’. 

Dood

Zelf ben je dat al weer door het leven van alle dag. In de kast liggen de dia’s te wachten op betere tijden. We gaan ze nog een keer samen kijken maar ik zie dat je na meer dan tweeëntachtig jaar eindelijk moet toegeven dat iedereen gelijk zal eindigen. Dood. Op weg naar mijn werk in Hilversum sta ik voor het stoplicht van het Mediapark. Voor dat het stoplicht op groen springt heb ik eindelijk zelf weer eens echt gehuild.

info@ruudvangessel.nl

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie