Halverwege augustus, een maand voor de Bondsdagverkiezingen, wacht Duitse burgers een koude douche. Dan wordt duidelijk hoeveel zij komend jaar meer gaan betalen om de 'Energiewende', de overgang naar duurzame energie, mogelijk te maken.
Minister Peter Altmaier (CDU) van milieu is er niet gerust op. Hij weet nu al dat de opslag op de stroomprijs boven de afgesproken 6 cent per kilowattuur zal uitkomen. Dat de prijs van electriciteit nauwelijks meer in de hand is te houden hebben Duitse politici over zichzelf afgeroepen. Om de groene revolutie te versnellen geeft de staat aan producenten namelijk ruimhartige subsidies voor de bouw van zonnepanelen en windmolens.
Voor hun 'schone stroom' krijgen die leveranciers gedurende twintig jaar een vaste vergoeding. Zo zijn zij beschermd tegen prijsschommelingen op de vrije markt.
Dat is een politiek-ideologische keuze waarvan de Duitse consument het gevolg voelt in zijn portemonnee. Duitsers gebruiken meer duurzame electriciteit dan andere Europeanen en moeten daar flink voor betalen: na Cyprus is de stroomprijs in Duitsland het hoogst.
Onrechtvaardig
Veel burgers vinden het onrechtvaardig dat zij meebetalen aan de Öko-Umlage terwijl grote, 'energie-intensieve' ondernemingen hiervan zijn vrijgesteld omdat zij anders internationaal niet meer concurrerend zouden zijn. Inmiddels gelden de vijstellingen voor steeds meer bedrijven, waaronder openbaar vervoerbedrijven en zelfs golfbanen.
Minister Altmaier begrijpt, zo vlak voor de verkiezingen, dat de stroomprijs in de campagnes een heet hangijzer kan worden. Hij pleit er al enige tijd voor om de prijzen te bevriezen. Maar de minister heeft hiervoor in de Bondsraad, de deelstaten-kamer waarin de oppositie een meerderheid heeft, geen steun.
Backup
Duitslands ambitieuze energie-project kent meer problemen. Zo besloot de Bondsregering na de ramp in het Japanse Fukushima, in 2011, om versneld af te zien van atoomstroom. Een grote meerderheid van de Duitsers steunt die Atomausstieg. Maar zon en wind zijn geen constante stroombronnen. Er is altijd backup nodig. Nu die achtervang niet door kerncentrales geleverd kan worden, zijn nieuwe kolen- en gascentrales nodig. Omdat de bouw daarvan duur is en omstreden – en het de vraag is of in de toekomst niet weer nieuwe technieken worden ontwikkeld – aarzelen energiebedrijven met investeringen.
Daar komt bij dat de Duitse netwerken niet zijn berekend op de pieken en dalen van de groene stroom. Er moeten door het land duizenden kilometers nieuwe leiding worden aangelegd.
Indrukwekkend
Pleitbezorgers van de groene omwenteling wijzen liever op de positieve resultaten. Zo bedraagt het aandeel groene energie in Duitslands energie-consumptie meer dan 25 procent. In 2001 was dit nog zeven procent. Het officiële doel is: tachtig procent in 2050. Dat is een indrukwekkende omschakeling voor de vijfde economie – en het derde exportland – ter wereld.
Ook is het aantal banen in de duurzame energie-sector de afgelopen jaren fors toegenomen, van 160.00 in 2004 naar 380.000 in 2012. Met de Energiewende is inmiddels een complete economie gemoeid, waar zo'n 25 miljard euro in omgaat. Vandaar dat Duitse politici, zoals Peter Altmaier, zenuwachtig worden als het draagvlak onder de bevolking voor het milieu-project afneemt. Want met het slagen van Duitslands groene revolutie zijn grote belangen gemoeid.