Ik zoek Luis Soriano, dorpsonderwijzer en eigenaar van twee boekenezels, het vrouwtje Alfa en het mannetje Beto weer op in het noorden van Colombia, een paar weken voordat ik mijn koffers naar Brazilië zal pakken.
De tocht voert van Aracataca, waar ik Tim Buendía heb gesproken, via het zuidelijker gelegen Bosconia met de bus, naar het gehucht La Gloria, in een gedeelte taxi, een colectivo, die eerst nog op een sinister erfje uit een jerry can benzine moet tanken voordat we de tocht naar La Gloria aanvaarden.
Als ik vanaf de grote weg waar de taxi me heeft achtergelaten richting het huis van Luis Soriano loop, valt me een witte voorgevel met pilaren op en een zware, in mijn ogen protserige deur. Zou Soriano zo goed geboerd hebben de afgelopen jaren? Of is het van een dorpsgenoot die de loterij heeft gewonnen of in de drugshandel is gegaan?
Nee, het is echt Luis Soriano’s huis en alleen dat wat achter de fraaie voorgevel zit verraadt nog zijn nederige afkomst. “Stukje bij beetje gaan we vooruit. Dan bouwen we weer een deel van zijn geld en dan weer van mijn geld”, lacht zijn vrouw Diana, die een restaurant heeft in het dorp. Ze vangt me op omdat hij onverwacht naar een begrafenis moest. Een van zijn beste vriendinnen verloor haar tweejarige dochtertje in een verkeersongeluk. De hele streek is naar het buurdorp getrokken om de familie haar leedwezen te betuigen.
Een half been verloren
Het is een jaar of zes geleden dat ik Luis Soriano voor het eerst bezocht. Ik was onder de indruk van zijn drijfveren om als armlastig dorpsonderwijzer de kinderen én volwassenen aan het lezen te krijgen en dat te doen door uren onderweg te zijn met Alfa en Beto. Zodat ook de mensen die echt in the middle of nowhere wonen toegang hebben tot boeken. We bezochten juf Marelys, die zich over de arme kinderen in het gehuchtje El Brasil ontfermde. “De paramilitairen hebben haar opgedragen te vertrekken”, vertelt Soriano me als hij teruggekomen is van de begrafenis en de avond al over La Gloria gevallen is. “En de kinderen daar zijn ontredderd. Er is geen onderwijzer meer.”
Hijzelf heeft vorig jaar een half been verloren, een erfenis van een auto-ongeluk van 20 jaar geleden. “Ik liep toen een infectie op in mijn knie, maar op de een of andere manier had ik daar geen last van. Het lot heeft me mijn been nog 20 jaar geleend, maar daarna was het toch afgelopen.” Soriano was op sterven na dood en er was maar één oplossing: amputeren. Nu loopt hij op een kunstbeen en je moet goed kijken wil je het zien.
“Met inmiddels grijze haren, een kunstbeen en een opgelapte broek, blijf ik vooruitgaan”, zegt Soriano en hij lacht met een brede grijns. Naast zijn mooie witte voorgevel met de pilaren en de protserige deur is zijn bibliotheek verrezen, waar 6400 boeken in metalen kasten staan. Hij heeft een stuk of zeven laptops gekregen uit onder andere de Verenigde Staten en Italië. Er is WiFi, er staat een kopieerapparaat. La Gloria – niet meer dan een paar stoffige straten – heeft voorzieningen waar menig Colombiaans dorp jaloers op zou zijn.
Geneeskrachtige planten
Van dorpsonderwijzer is Luis Soriano bevorderd tot coördinator van de scholen in zijn streek. Op een brommer – “de bibliobrommer”, grapt hij – racet hij van hot naar her om de onderwijzers die in erbarmelijke omstandigheden hun werk moeten doen, een hart onder de riem te steken of streng toe te spreken, als ze hun plicht verzaken. De schooltjes zijn vaak niet meer dan een stel stoeltjes en tafeltjes op een modderig woonerf. Maar ook daar worden resultaten behaald. Juf Esperanza bijvoorbeeld heeft het voor elkaar gekregen dat er computers naar haar school werden gestuurd. Er is ook een internetverbinding. En dat allemaal in het armetierige Nueva Granada, een uurtje op de brommer vanuit La Gloria.
Behalve Soriano lopen er nu elf andere bibliothecarissen met boekenezels door de streek. In het naburige Sierra-Nevadagebergte hebben ook de indianen zich door het idee laten inspireren en onderwijzen ze over geneeskrachtige planten.
Leren denken
Hijzelf speelt in een film en heeft internationale reizen gemaakt: naar Spanje, Chili en zelfs het verre Indonesië. “Grappig”, zegt hij, “dat de kinderen in een land als Spanje de ezel exotisch vinden. Bij ons vinden de kinderen boeken exotisch.”
Hij heeft de mensen in La Gloria nu zo ver dat ze allemaal kunnen lezen en schrijven. “Nu moeten ze nog leren denken en moeten we hen afleren dat ze zeggen ‘Ik ben arm, ik kan het niet.’ Dat moeten we uit hun hoofd halen. Ik zeg altijd Jullie zijn een gebouw dat we aan het maken zijn.”