Oorlogsbodems en laag overvliegende straaljagers bepalen deze dagen het beeld rond de Britse kolonie Gibraltar. Het al eeuwen sluimerende conflict over de soevereiniteit van The Rock, in het uiterste zuiden van Spanje, is opnieuw opgelaaid. Spanje claimt het tijdens de Vrede van Utrecht in 1713 aan Groot-Brittannië overgedragen schiereiland. Maar haalt zelf aan de overkant precies dezelfde trucs uit. Over boter op een Spaans hoofd.
Zeven eilandjes voor de kust van Afrika zorgen al decennia lang voor onrust in de relatie tussen Spanje en Marokko. De onbewoonde rotsen in de Middellandse Zee zijn officieel Spaans grondgebied. En daar valt niet over te onderhandelen.
Isla de Tierra
Het eilandje Isla de Tierra is sinds kort weer bewoond. Op het amper honderd vierkante meter grote, kale rotsblok, voor de kust van Marokko, hebben drie Spaanse militairen hun tenten opgeslagen. De rood-gele vlag wappert dapper op het hoogste punt, 11 meter boven zeeniveau. In de verte lonkt het Europese vasteland en Spanje, aan de andere kant van de Middellandse zee.
Vijftig meter verderop is de bewaking eveneens opgevoerd. Op het brede zandstrand van Sfida houden Marokkaanse agenten in uniform en in burger de badgasten scherp in de gaten. Dag en nacht. Loerend naar potentiële illegale immigranten die de snelste route zoeken naar Europa zoeken. Want bij eb is het mogelijk naar Isla de Tierra te waden of te wandelen. Bij aankomst ligt de route naar het beloofde land open. Volgens internationale wetgeving is Spanje verplicht de vluchtelingen op te nemen.
Bezet gebied
De samenwerking tussen Spanje en het Afrikaanse land is opmerkelijk. Want Marokko beschouwt Isla de Tierra als bezet grondgebied. De Spaanse soevereiniteit wordt door het Noord-Afrikaanse land openlijk betwist sinds de onafhankelijk van Frankrijk in 1956. Ondanks een VN-resolutie weigerde Spanje destijds een aantal grotere enclaves uit handen te geven. De strijd over die gebieden was hevig en de eilandjes werden in het later gesloten akkoord over het hoofd gezien. Waardoor ze geen officiële status hebben, alleen die van Spaans grondgebied.
Ceuta en Melilla
Isla de Tierra maakt deel uit van de zogenaamde Plazas de soberanía, plaatsen van Spaanse soevereiniteit buiten het Iberisch Schiereiland. Daartoe behoren ook Ceuta en Melilla, twee autonome exclaves op het Marokkaanse vasteland. Net als Gibraltar relikwieën uit een ver verleden. Want al bij de Vrede van Lissabon (1668) gingen ze over van Portugese in Spaanse handen.
Inmiddels zijn ze uitgegroeid tot moderne, autonome stadstaten. Melilla telt 81.000 inwoners, verspreid over 12,5 vierkante kilometer en is daarmee het meest dichtbevolkte gebied van Spanje. Iets meer dan de helft van de bevolking in het belastingparadijs is Spaans en katholiek. De overige inwoners zijn overwegend moslims, veelal afkomstig uit het nabij gelegen Rifgebergte.
Havenstad Ceuta, zo´n 300 kilometer oostelijker gelegen, ook aan de Middellandse Zee, is een vergelijkbare exclave. Geliefd bij Spaanse dagjesmensen, die de boot nemen vanaf het vasteland om tax-free groot in te slaan.
Bestorming
Ceuta en Melilla staan vooral bekend om de regelmatige bestorming van grote groepen Afrikanen, die de Europese Unie binnen hopen te komen. De meesten worden met geweld tegen gehouden. Met de recente ophoging van de hekken rondom de exclaves tot zes meter, en strakke bewaking aan beide kanten van de grens, is het een vrijwel kansloze missie geworden.
Totale isolatie
Een ander Spaans eiland, even verderop vlak voor de Afrikaanse kust, is een verhaal apart. Peñón de Alhucemas is het enige permanent bewoonde eiland van de zeven en ligt op amper een kilometer afstand van Isla de Tierra, op 300 meter uit de kust van Marokko. In totale isolatie leven en werken daar tussen de 25 en 30 soldaten. Allemaal mannen, die standaard na een maand worden afgelost.
De rots, met een oppervlakte van 70 bij 50 meter, verrijst als een groot cruiseschip in de Middellandse Zee. Een miniatuurversie van de rots van Gibraltar. Helemaal bij nacht, als de lichten aan gaan. Op 27 meter hoogte zijn een fort, huizen, een vuurtoren en een kerk gebouwd. Een klein schiereiland aan de oostzijde doet dienst als begraafplaats.
Verboden gebied
Tot bijna een eeuw geleden woonden er ruim 350 mensen op het eiland, dat in de negentiende eeuw onder meer veel politieke gevangenen herbergde. Tegenwoordig is het verboden gebieden voor burgers. Alleen biologen en andere wetenschappers, die onderzoek doen in het tot nationaal park benoemde gebied, mogen aanmeren. Bootjes die te dicht in de buurt komen, worden dringend verzocht een andere koers te kiezen.
Angst
Spanje weigert zelfs maar te praten over de teruggave van de in 1560 door Sultan Moulay Abdallah geschonken eilandjes. Ontvangen in ruil voor de bescherming tegen de Ottomaanse invasies. Het is vooral de angst voor verdere claims die de Spanjaarden ver weg houdt van de onderhandelingstafel.
,,Als we eenmaal één stuk land aan Marokko geven, gaan er meer aanvragen komen”, verwacht Antonio Alonso, hoogleraar Internationale Betrekkingen. ,,Het is geen kwestie van veiligheid, maar het gaat uiteindelijk om de soevereiniteit, het territorium.”
Waarde nihil
Dat denkt ook historicus Pedro Javier. ,,Het is een laatste stuiptrekking van ons koloniale verleden. Wat nou de toegang tot de Middellandse Zee en de Straat van Gibraltar verdedigen? In de zestiende eeuw, toen Spanje de eilandjes in handen kreeg, was dat een argument. Maar met de huidige militaire technieken is de strategische waarde nihil. Juist in deze tijden van crisis moeten we realistisch zijn”, vervolgt Javier. ,,Het onderhoud van de eilandjes kost veel geld en het levert ons niets op. Behalve dan een slechte naam in het buitenland.”
Overblijfsel
Hoogleraar María Rosa de Madariaga, gespecialiseerd in de relatie tussen Spanje en Marokko, vindt dat Spanje de soevereiniteit uit handen moet geven. ,,De omstandigheden zijn veranderd. Misschien is het tijd om opnieuw na te denken over of het wel de moeite waard is deze achterhaalde overblijfselen van het verleden te behouden.”
Waarmee tussen de regels door Gibraltar weer opduikt. Het welvarende tax-free-paradijs op amper zeven vierkante kilometer. Een doorn in het Spaanse crisis-oog.